Home>>read De Therapie free online

De Therapie(40)

By:Sebastian Fitzek


‘Hoe heet uw patiënte?’

‘Spiegel,’ antwoordde hij meteen, als een pistoolschot. ‘Anna Spiegel.’

Onmiddellijk hield de receptioniste op met typen. Alle toeschietelijkheid was uit haar stem verdwenen. ‘Dit is een slechte grap, neem ik aan?’

‘Waarom?’

‘Wie moet ik daarna opzoeken – Elvis Presley?’

‘Ik ben bang dat ik niet begrijp wat u…’

‘Luister.’ De vrouw aan de andere kant van de lijn zuchtte nijdig. ‘Als het een grap is, dan is dat bijzonder smakeloos. En mag ik u erop wijzen dat het wettelijk verboden is mensen met ongewenste telefoontjes lastig te vallen?’

Viktor was volkomen overdonderd door de onverwachte wending van het gesprek en besloot in de tegenaanval te gaan. ‘Nu moet u eens goed luisteren. U spreekt met dr. Viktor Larenz en het is niet mijn gewoonte om mensen op te bellen als grap. Als ik niet snel een normaal antwoord van u krijg zal ik me persoonlijk bij professor Malzius over uw houding beklagen als ik hem de volgende keer bij het golfen zie.’

Dat was gelogen, omdat Viktor een grote hekel had aan de directeur van de kliniek én aan golfen, maar de leugen had in elk geval effect.

‘Goed. Het spijt me als mijn toon ongepast was, dr. Larenz, maar uw vraag was nogal macaber. Voor mij, tenminste.’

‘Macaber? Waarom is het macaber dat ik naar mevrouw Spiegel zou informeren?’

‘Omdat ik degene ben die haar gevonden heeft. Leest u geen kranten?’

Gevonden?

‘Waar was ze dan?’

‘Ze lag op de grond. Het was afschuwelijk. Neem me niet kwalijk, maar ik moet nu echt ophangen. Er wachten nog drie andere bellers.’

‘Afschuwelijk? Hoe bedoelt u?’ Viktor probeerde koortsachtig haar antwoorden in een begrijpelijke context te plaatsen, maar tevergeefs.

‘Nou, hoe zou u het anders noemen als een vrouw in haar eigen bloed was gestikt?’

Dood? Anna was dood? Maar hoe was dat mogelijk?

‘Dat kan niet. Anna was gisteren nog hier. Bij mij.’

‘Gisteren? Uitgesloten. Ik heb Anna een jaar geleden gevonden, toen ik haar dienst wilde overnemen. In de verpleegsterskamer. Maar alle hulp kwam te laat.’

Een jaar geleden? Haar dienst overnemen? In de verpleegsterskamer?

‘Wat deed een patiënte in de verpleegsterskamer?’ Van alle vragen die bij Viktor opkwamen rolde die het eerst over zijn lippen.

‘Goed dan. Op het gevaar af dat u een grap met me uithaalt. Anna was geen patiënte, maar een uitwisselingsstudente die bij ons stage liep. En nu is ze dood. Maar ik leef nog, en ik moet verder met mijn werk. Duidelijk?’

‘Ja.’

Nee, helemaal niet.

‘O, nog één vraag, alstublieft. Wat was de oorzaak? Waaraan is ze overleden?’

‘Vergiftiging. Anna Spiegel is vergiftigd.’

Viktor liet de hoorn uit zijn handen vallen en staarde door zijn raam over de zee. De verwarring werd met de minuut groter. Donkere wolken leken zich samen te pakken.

Net als de regenwolken boven Parkum.





29


TOEN HIJ LAST KREEG VAN MISSELIJKHEID, DIARREE EN PROBLE-men met zien drong het tot Viktor door dat dit geen gewone griep kon zijn. Aspirine, vitamine C en een spray tegen keelpijn misten hun normale, heilzame werking. En ook de Assam-thee, die altijd zo zacht was voor de keel, leek nu het tegenovergestelde effect te hebben. Met elke kop smaakte de thee wat bitterder, alsof Viktor de theeblaadjes te laat uit de pot had gehaald.

Het begin van het einde kondigde zich aan met Anna’s voorlaatste bezoekje aan zijn huis. Ze kwam onverwachts en wekte hem uit een koortsige middagslaap. ‘Gaat het nog steeds niet beter met u?’ was het eerste wat ze vroeg toen hij zich in zijn badjas naar de deur had gesleept. Hij wist niet hoe lang ze had staan kloppen. Op een gegeven moment had hij gemerkt dat de drilboor uit zijn droom in werkelijkheid het luide geklop op de deur van het strandhuis was.

‘Het gaat wel. Hadden we over de telefoon niet voor vanavond afgesproken?’

‘Ja, dat spijt me. Ik kom ook niet binnen, hoor. Ik wilde u alleen iets geven.’

Viktor zag dat ze iets in haar handen hield en deed de deur wat verder open. Hij schrok een beetje van haar uiterlijk. Ze zag er heel anders uit, lang niet meer zo stralend als de vorige keren. Haar haar was niet gekamd en haar blouse leek verfomfaaid. Ze keek schichtig om zich heen, terwijl ze met haar lange, slanke vingers nerveus op het in bruin papier gewikkelde pakje trommelde dat ze met twee handen vasthield.

‘Wat is dat?’

‘Het einde van het verhaal. De laatste tien hoofdstukken, zoals ik ze met Charlotte heb beleefd. Ik heb ze vanochtend voor u uit mijn geheugen opgeschreven toen ik geen rust kon vinden.’

Wanneer dan? Voordat we elkaar gesproken hadden? Nadat je bij me ingebroken had?