‘Ik had u toch verteld dat we van Charlottes huis, het kasteel op het eiland, waren gevlucht?’
‘Ja. Gevlucht voor het kwaad, zoals u het uitdrukte.’
Met zijn voet trok Viktor een klein Perzisch kleedje naar zich toe dat normaal onder het tafeltje bij de bank lag. Zo hoefde hij in elk geval niet met zijn blote voeten op het parket te staan.
‘We renden terug naar de auto en reden naar Hamburg. Charlotte legde niet uit wat we daar te zoeken hadden, maar gaf me alleen wat aanwijzingen, die ik opvolgde.’
‘En wat gebeurde er in Hamburg?’
‘We namen een kamer in het Hyatt in de Mönckebergstrasse. Ik mocht het hotel bepalen. Ik koos voor het luxe Hyatt omdat ik in betere tijden daar in de foyer mijn eerste geslaagde gesprekken met mijn agent had gevoerd. Ik hoopte dat het pittige, dure luchtje dat je daar in de lobby tegemoet komt prettige herinneringen bij me zou oproepen.’
Viktor knikte. Hij had zelf ook dikwijls in het vijfsterrenhotel gelogeerd, bij voorkeur in een luxesuite.
‘Het tegendeel was waar, helaas. Ik werd steeds nerveuzer en depressiever. Ik kon nauwelijks meer helder denken. En Charlotte werd een steeds grotere belasting. Het ging niet goed met haar. Ze maakte me voortdurend verwijten. Dus gaf ik haar weer haar medicijnen. Zodra ze op bed in slaap was gevallen ging ik aan het werk.’
‘Om uw boek af te maken?’
‘Ja. Als ik niet eeuwig in deze nachtmerrie wilde leven zou ik een eind moeten verzinnen aan het verhaal. Dat dacht ik, tenminste. En na lang nadenken vond ik eindelijk een thema voor het volgende hoofdstuk.’
‘En dat was?’
‘Ik moest over de oorzaak van Charlottes ziekte schrijven, vanuit alle aanwijzingen die ze me had laten zien. Het was allemaal begonnen in dat weekendhuis, had ze gezegd. Daarom wilde ik het verhaal zo vertellen dat de eerste verschijnselen van haar ziekte in die blokhut waren opgetreden.’
Nee, dacht Viktor. Alles was begonnen met die arts op tweede kerstdag, die vervanger. Niet in Sacrow, maar op Schwanenwerder.
‘Maar toen besefte ik dat Charlotte met het “begin” iets anders had bedoeld. Ze had me naar het weekendhuis gestuurd om te kijken of er “iets ontbrak”. ’
De toilettafel? De televisie? De boybandposters?
‘Dus moest ik zoeken naar een verandering. Bovendien zou daar binnen iets verschrikkelijks zijn gebeurd, zo erg dat Charlotte nooit meer een voet over de drempel wilde zetten. En het moest iets te maken hebben met degene die in die kamer zat toen ik naar binnen wilde gaan.’
Viktor wachtte totdat hij zeker wist dat Anna niet uit zichzelf verder zou gaan. ‘En?’
‘Wat “en”?’
Bijna snauwde Viktor dat hij geen zin had om alles uit haar te trekken. Maar hij beheerste zich, om te voorkomen dat ze het gesprek weer op een beslissend moment zou afbreken, net als de vorige keren.
‘Wat hebt u uiteindelijk geschreven?’
‘Moet u dat nog vragen? Het hele verhaal ligt toch voor de hand?’
‘Hoezo?’
‘Begrijpt u dat niet? U bent toch analyticus? Combineer de feiten.’
‘Ik ben geen schrijver.’
‘Doe niet zo moeilijk. U lijkt Charlotte wel.’ Anna probeerde er een grap van te maken, maar Viktor reageerde niet en wachtte zwijgend op een antwoord.
Die toestand kende hij nu al vier jaar: afwachten. Met een angstig hart. Honderdduizend verschillende varianten waren hem al door het hoofd gegaan. Honderdduizend doden had hij zijn dochter laten sterven, en ten slotte was hij zelf gestorven. Zo had hij geleerd op alle pijn voorbereid te zijn. Maar toen hij de woorden van Anna hoorde, kwam de schok toch nog onverwacht.
‘Charlotte werd natuurlijk vergiftigd,’ zei ze.
Daarop was hij niet voorbereid geweest. Viktors ademhaling ging snel en oppervlakkig. Hij was blij dat de verkoudheid, die zich tijdens het telefoongesprek steeds meer deed gelden, zijn ontzetting een beetje temperde. Het liefst had hij opgehangen en was hij naar de wc op de bovenverdieping gerend om over te geven.
Maar daar had hij de kracht niet voor.
‘Dr. Larenz?’
Hij wist dat hij iets moest zeggen, wat dan ook, om de schijn te vermijden dat hij iets anders was dan de neutrale analyticus, elke suggestie weg te nemen dat hij de vader van haar visioen zou kunnen zijn. Charlotte was een hallucinatie, een chemische stoornis in Anna’s hersenen.
Hij koos uiteindelijk voor de standaarduitvlucht van alle psychologen die tijd willen winnen: ‘Gaat u door.’
Maar dat was een vergissing. Want Anna’s volgende woorden waren nog veel erger.
27
‘VERGIFTIGD?’ DE STEM VAN DE PRIVéDETECTIVE KLONK ZELFS voor Kais zware bas onnatuurlijk luid. Viktor had hem bereikt in zijn auto, toen hij net van Schwanenwerder naar zijn kantoor in het centrum van Berlijn terugreed.