Home>>read De Therapie free online

De Therapie(15)

By:Sebastian Fitzek


‘Dat is het ook niet. Neem me niet kwalijk. Ga door.’

Anna schraapte haar keel en stond op.

‘Als het u niet uitmaakt, dr. Larenz, zou ik liever even stoppen. Ik weet dat ik steeds bij u heb aangedrongen op dit gesprek, maar ik merk nu zelf dat ik misschien nog niet zover ben. Die visioenen waren echt een verschrikkelijke ervaring. Het is veel moeilijker om erover te praten dan ik had gedacht.’

‘Natuurlijk,’ zei Viktor, hoewel zijn hart en ziel schreeuwden om antwoorden. Hij kwam zelf ook overeind.

‘Ik zal u straks niet meer lastigvallen. Misschien kan ik morgen al naar huis.’

Nee!

Viktor zocht koortsachtig naar een oplossing. De gedachte dat ze niet meer terug zou komen was onverdraaglijk, hoewel hij daar een paar minuten geleden nog zelf op had aangedrongen.

‘Nog één vraag.’ Viktor bleef stuntelig midden in de kamer staan.

‘Hoe heette dat boek?’

‘Het had nog geen titel, alleen een werktitel: Negen.’

‘Waarom Negen?’

‘Omdat Charlotte negen was toen ze van huis wegliep.’

‘O.’

Te jong!

Verbijsterd besefte Viktor hoeveel invloed die paar woorden van Anna op hem hadden. Hoe vurig hij had gehoopt dat die zieke, schizofrene visioenen van deze patiënte enig verband zouden houden met de werkelijkheid.

Toen hij langzaam op haar toe stapte, voelde Viktor dat zijn koorts was gestegen. Ook zijn hoofdpijn was niet verdwenen, ondanks de tablet die hij na het douchen had geslikt. De pijn dreunde achter zijn slapen en zijn ogen begonnen te tranen. Opeens leken Anna’s contouren te vervagen en zag hij haar als door een vol glas water. Hij knipperde even met zijn ogen, en toen hij weer helder kon zien, las hij iets in Anna’s blik dat hij niet meteen kon duiden. Maar opeens drong het tot hem door: hij kende haar. Ooit, heel lang geleden, was hij haar al eens tegengekomen. Maar hij kon er geen gezicht, geen naam bij bedenken. Zoals je soms niet weet hoe een bepaalde acteur heet en in welke film je hem al eerder hebt gezien.

Viktor hielp haar wat onhandig in haar jas en bracht haar naar de deur. Anna stond al met één been op de veranda toen ze zich omdraaide. Het volgende moment was haar mond opeens vlak bij Viktors gezicht.

‘O, nog iets. Omdat u ernaar vroeg.’

‘Ja?’ Viktor deinsde enigszins terug en voelde meteen weer dezelfde spanning als aan het begin van hun gesprek.

‘Ik weet niet of het belangrijk is, maar het boek had ook een ondertitel. Een beetje vreemd, eigenlijk, omdat het niets met het verhaal te maken had. Maar het viel me in toen ik in bad zat en ik vond het wel leuk klinken.’

‘Wat was die ondertitel?’ Heel even vroeg Viktor zich af of hij het antwoord wel wilde horen, maar het was nu te laat.

‘De blauwe kat,’ zei Anna. ‘Vraag me niet waarom. Maar ik vond het een leuk idee om op het omslag een blauwe kat te zetten.’





10


‘IK HERHAAL HET NOG EENS. OM ZEKER TE WETEN DAT IK JE GOED begrepen heb…’

Viktor zag in gedachten hoe de zwaarlijvige privédetective aan de andere kant van de lijn verbaasd zijn hoofd schudde terwijl hij dat vroeg. Hij had de man meteen gebeld, zodra Anna vertrokken was.

‘Je zegt dat je op Parkum onaangekondigd bezoek hebt gekregen van een psychisch gestoorde vrouw?’

‘Ja.’

‘En die vrouw beweert dat ze wordt achtervolgd door roman-figuren die ze zelf heeft verzonnen?’

‘Zoiets.’

‘En nu moet ik voor jou nagaan of die waanvoorstellingen van… eh…?’

‘Anna. Het spijt me, Kai, maar ik kan je haar achternaam pas noemen als het echt niet anders kan. Ik heb officieel geen praktijk meer, maar strikt genomen is ze toch een patiënte en dus wil ik me aan mijn ambtsgeheim houden.’

Zolang het gaat, tenminste.

‘Zoals je wilt. Maar denk je echt dat de waanideeën van die schizofrene patiënte iets met de verdwijning van je dochter te maken kunnen hebben?’

‘Ja, dat denk ik.’

‘Je begrijpt zeker wel hoe dat op mij overkomt?’

‘Natuurlijk,’ antwoordde Viktor. ‘Jij denkt dat ik eindelijk gek geworden ben.’

‘Voorzichtig uitgedrukt.’

‘Dat kan ik best begrijpen, Kai. Maar denk nou eens na. Wat ze mij heeft verteld kan onmogelijk toeval zijn.’

‘Je wílt niet dat het toeval is, bedoel je?’

De insinuatie ontging Viktor niet.

‘Een klein meisje dat een onbekende, ongeneeslijke ziekte heeft en op een dag verdwijnt. In Berlijn.’

‘Goed,’ gaf Kai toe, ‘maar stel dat ze je heeft voorgelogen, omdat ze het verhaal van Josy kent?’

‘Je vergeet dat wij in de media niets over haar ziekte hebben gezegd. Dat kan ze dus niet weten.’ Het was een advies van de politie geweest. De mysterieuze symptomen van Josy’s onbekende ziekte moesten niet door de pers kunnen worden misbruikt om de sensatiehonger van het publiek te stillen.