‘Zoals ik u al een paar keer duidelijk heb gemaakt, kan ik u onmogelijk hier ter plekke behandelen,’ merkte hij op. Hopelijk liep hij niet te zwalken op weg naar de deur.
Anna keek hem onbewogen aan en stond ook op. ‘Natuurlijk, dat begrijp ik,’ zei ze onverwachts opgewekt. ‘Maar toch ben ik blij dat u naar me wilde luisteren. Ik zal uw advies opvolgen.’
Iets in de manier waarop ze naar de deur liep riep een vage herinnering bij Viktor op, die net zo snel weer verdween.
‘Voelt u zich wel goed, dr. Larenz?’
Het irriteerde hem dat ze blijkbaar zijn lichte evenwichtsstoornis had opgemerkt.
‘Ja ja. Alles in orde.’
Vreemd. Viktor voelde zich alsof hij na een lange boottocht weer vaste grond onder de voeten had.
‘Waar logeert u hier eigenlijk?’ vroeg hij om de aandacht van zijn bezoekster af te leiden toen ze samen de gang door liepen en Viktor de deur naar de veranda opende.
‘In de Ankerhof.’
Hij knikte. Waar anders? Buiten het seizoen waren er alleen boven het café nog kamers te krijgen. De uitbaatster, Trudi, inmiddels drie jaar weduwe nadat haar man met zijn vissersboot dodelijk was verongelukt, gold als de goede fee van het eiland.
‘U voelt zich toch echt wel goed?’ herhaalde ze nog eens.
‘Ja, hoor. Dat heb ik wel vaker als ik te snel opsta,’ loog hij, in de hoop dat het geen voorbode van een zware verkoudheid was.
‘Goed,’ antwoordde ze, tevredengesteld, ‘dan ga ik snel naar mijn kamer terug. Ik moet mijn koffer nog pakken als ik morgen de eerste boot naar het vasteland wil nemen.’
Viktor was blij dat te horen. Hoe sneller ze van het eiland verdwenen was, des te eerder hij weer alleen zou zijn. Hij wilde met rust gelaten worden.
Hij gaf haar nog een hand en ze namen haastig en zonder plichtplegingen afscheid van elkaar.
Achteraf is het makkelijk praten. Als Viktor al in het eerste gesprek wat beter had geluisterd zou hij tussen de regels door de verborgen alarmsignalen hebben herkend. Maar argeloos als hij was liet hij Anna gaan en keek haar zelfs niet na. Blijkbaar ging ze daarvan uit, want toen de deur achter haar in het slot was gevallen deed ze zelfs geen moeite meer de schijn op te houden. Ze nam meteen het pad naar het noorden.
Precies de andere kant op dan de Ankerhof.
6
ANNA WAS NAUWELIJKS VERTROKKEN TOEN ER OPNIEUW BIJ VIK-tor werd aangeklopt. Het was Halberstaedt, de burgemeester van het eiland.
‘Bedankt dat u het aggregaat hebt opgestart,’ begroette Viktor hem, terwijl hij de oude man de hand schudde. ‘Het was al warm in huis toen ik hier aankwam.’
‘Fijn zo, dr. Larenz,’ zei Halberstaedt kort, en hij trok zijn hand opvallend snel terug.
‘En? Wat brengt u hierheen, in dit gure weer? Ik dacht dat de post pas overmorgen kwam.’
‘Dat is zo.’ Halberstaedt had een eind drijfhout in zijn linkerhand, waarmee hij het zand uit de profielzolen van zijn zwarte rubberlaarzen klopte. ‘Maar daar kom ik ook niet voor.’
‘Goed.’ Larenz knikte naar de deur. ‘Kom binnen. Zo te zien kan het elk moment gaan regenen.’
‘Nee, dank u. Ik zal u niet lang storen. Ik heb maar één vraag.’
‘Ja?’
‘Die vrouw die zonet bij u was. Wie is dat?’
Viktor verbaasde zich dat de burgemeester zo abrupt met de deur in huis viel. Hij kende Halberstaedt als een voorkomende, gereserveerde man, die de privacy van de eilandbewoners respecteerde.
‘Niet dat het mij iets aangaat, maar in uw plaats zou ik voorzichtig zijn.’ Halberstaedt zweeg een moment om een straal pruimtabak over de leuning van de veranda in het zand van de weg te spuwen. ‘Heel voorzichtig!’
Viktor kneep zijn ogen tot spleetjes, alsof de zon hem in het gezicht scheen, en nam de burgemeester scherp op. De toon van de man en de strekking van zijn woorden bevielen hem niet erg. ‘Mag ik vragen wat u daarmee suggereert?’
‘Ik suggereer helemaal niets. Ik zeg het u ronduit. Die vrouw is niet zuiver op de graat. Ze spoort niet.’
Viktor kende de achterdocht van gezonde mensen tegenover geesteszieken. Hij vroeg zich af hoe snel Halberstaedt had ontdekt dat Anna niet helemaal in orde was.
Maar ík ook niet. Niet meer.
‘Maakt u zich geen zorgen om die dame…’ begon hij.
‘Ik maak me ook geen zorgen om háár. Ik ben bang dat u iets overkomt.’
In één klap was het voorbij – de adempauze, het korte moment van afleiding dat Anna’s onverwachte komst en haar ijzingwekkende verhaal hem hadden gegund. Josy. In Viktors hoofd bestonden miljoenen verschillende associaties die onmiddellijk de herinnering aan zijn dochter bij hem opriepen. De dreigende toon van de burgemeester was zo’n reflex.