James tuit nadenkend zijn lippen.
‘Dan is de volgende vraag: hoe snel is hij aan de slag gegaan?’
Hier begint het pas echt, denk ik bij mezelf. Dit is het moment waarop we niet langer naar de zwarte trein kijken, maar ook aan boord gaan. ‘Niet één vraag, maar een hele serie.’ Ik tel ze op mijn vingers af. ‘Hoe snel is hij aan het werk gegaan? Heeft hij haar verteld wat hij ging doen? Wat deed hij in de tussentijd met Bonnie? Heeft hij haar ook vastgebonden of haar gedwongen toe te kijken?’
We staren allebei peinzend naar de voordeur. Ik zie het in mijn hoofd. Ik voel hem. Ik weet dat James hetzelfde doet.
Het is stil in de gang en hij is opgewonden. Hij staat met een bonzend hart te wachten tot Annie de deur opendoet. Eén hand opgeheven om nogmaals te kloppen, de ander houdt iets vast... wat? Een mes?
Ja.
Hij heeft zijn verhaaltje klaar, heeft het talloze malen geoefend. Iets eenvoudigs... hij is een buurman van een verdieping lager die haar iets wil vragen. Iets alledaags.
Ze doet de deur open, niet op een kier maar wijd open. Het is vroeg op de avond, de stad is wakker. Annie is thuis, in een appartementencomplex met een bewaker bij de ingang. Alle lampen in haar huis branden. Ze heeft geen enkele reden om bang te zijn.
Voordat ze iets kan doen, staat hij al binnen, een onhoudbare kracht. Hij duwt haar opzij, gooit haar op de vloer, doet de deur achter zich dicht. Hij rent naar Bonnie. Trekt haar tegen zich aan en zet een mes op haar keel.
‘Eén kik en je dochter sterft.’
Annie dringt de instinctieve schreeuw terug die al in haar keel opwelde. Ze is in shock. Het is veel te snel gegaan, ze kan het nog niet bevatten. Ze zoekt naar een rationele verklaring. Misschien is het een programma met een verborgen camera, misschien haalt een vriendin van haar een stunt uit, misschien... gekke ideeën, maar gek is nog altijd beter dan de waarheid.
Bonnie staart haar met angstige ogen aan.
Op dat punt moet Annie hebben beseft dat het geen stunt was. Een onbekende man hield een mes tegen haar dochters keel. Dit was echt.
‘Wat wil je van me?’ was haar eerste vraag. Ze hoopte dat ze met deze onbekende kon onderhandelen. Dat hij iets anders van plan was dan moord. Dat hij misschien een inbreker was of een verkrachter. Alsjeblieft, o alsjeblieft, dacht ze, laat het geen pedofiel zijn.
Er schiet me iets te binnen. ‘Ze had een sneetje in haar hals,’ zeg ik.
‘Wat?’
‘Bonnie. Ze had een sneetje onder in haar hals.’ Ik raak de plek bij mezelf aan. ‘Hier. Dat is me in het ziekenhuis opgevallen.’
Ik zie dat James hierover nadenkt. Zijn gezicht staat grimmig. ‘Dat heeft hij met zijn mes gedaan.’
We weten het natuurlijk niet zeker. Maar we hebben het gevoel dat het klopt.
De onbekende prikte met de punt van zijn mes onder in Bonnies hals. Niets ernstigs, net genoeg om een enkele druppel bloed te doen vloeien, een korte kreet te ontlokken. Genoeg om duidelijk te maken dat het hem menens was. En Annies hart maakte een sprong van schrik, viel neer en sidderde.
‘Doe wat ik zeg,’ zei hij, ‘of je dochter sterft een langzame dood.’
Op dat moment was alles voorbij. Bonnie was zijn pressiemiddel en Annie behoorde aan hem.
‘Ik zal alles doen wat je wilt. Doe haar alsjeblieft geen pijn.’
Hij rook Annies angst en het wond hem op. In zijn broek was zijn erectie zichtbaar.
‘Ik denk dat Bonnie erbij was toen hij Annie verkrachtte en folterde. Ik denk dat hij haar heeft gedwongen toe te kijken,’ zeg ik.
James houdt zijn hoofd schuin. ‘Waarom?’
‘Verschillende redenen. De belangrijkste is dat hij Bonnie heeft laten leven. Waarom? Ze was een extra persoon om in de gaten te houden. Het was gemakkelijker geweest als hij haar gewoon meteen had vermoord. Maar het was hem om Annie te doen. Hij heeft iets met martelen, hij geniet van de angst van een ander. Doodsangst. Dat hij Bonnie heeft laten toekijken, dat hij Annie liet weten dat ze erbij was en zag wat er gebeurde... dat moet haar tot waanzin hebben gedreven. Dat vond hij leuk.’
James denkt erover na. ‘Dat ben ik met je eens. Er is nog een reden.’
‘Wat dan?’
Hij kijkt me recht aan. ‘Jij. Hij jaagt ook op jou, Smoky. Door Bonnie pijn te doen maakt hij het alleen maar erger voor jou.’
Ik staar hem verbijsterd aan.
Hij heeft gelijk.
Tjoek-a-tjoek, tjoek-a-tjoek , de zwarte trein versnelt zijn vaart...
‘Doe wat ik zeg, anders doe ik je mama pijn,’ zei hij tegen Bonnie. Hij gebruikte hun liefde voor elkaar als een stok om hen mee aan te sporen en dreef hen naar de slaapkamer.
‘Hij neemt hen mee naar de slaapkamer.’ Ik loop door de gang. James komt achter me aan. We gaan naar binnen. ‘Hij doet de deur dicht.’ Ik strek mijn arm en sluit de deur. Ik zie Annie voor me, zie dat ze hem ziet dichtgaan en niet beseft dat ze hem nooit meer open zal zien gaan.