Mijn antwoord is eerlijk. ‘Ik weet het niet. Dat is de waarheid. Ik zit aardig in de knoop, Jenny, vergis je daar niet in. Ik kan me voorstellen dat het niet direct logisch overkomt dat ik hierbij betrokken ben, maar...’ Ik denk even na. ‘Het zit zo. Weet je wat ik sinds de dood van Matt en Alexa heb gedaan? Niets. En dan bedoel ik niet niets in de zin van het rustig aan doen. Ik bedoel letterlijk niets. De hele dag op dezelfde plek blijven zitten en naar een kale muur staren. Ik val in slaap en heb nachtmerries, word wakker en staar voor me uit totdat ik weer in slaap val. O ja, soms bekijk ik mezelf urenlang in de spiegel en trek ik met mijn vingers deze littekens na.’ Tranen prikken in mijn ogen. Ik ben blij te merken dat het tranen van woede zijn en niet van zwakte. ‘Het enige wat ik je kan zeggen is dat dit – zo te leven – vele malen erger is dan wat ik zal zien met betrekking tot Annies dood. Denk ik. Ik weet dat het egoïstisch klinkt, maar het is de waarheid.’ Mijn woorden sterven langzaam weg als het getik van een klok die moet worden opgewonden. Jenny neemt een slokje thee. De stad beweegt zich kolkend om ons heen, zich nergens van bewust.
‘Klinkt logisch. Goed, je wilt dus mijn eerste indrukken van de plaats delict horen?’ Meer zegt ze niet. Ze poeiert me niet af. Op haar manier accepteert ze mijn verklaring. Laat ze me weten dat ze het begrijpt, dus kunnen we aan de slag. Ik ben haar heel dankbaar.
‘Graag.’
‘Ik kreeg gisteren een telefoontje.’
Ik onderbreek haar. ‘Voor jou persoonlijk bestemd?’
‘Ja. De beller vroeg speciaal naar mij, bij naam. De stem was vervormd en zei dat ik mijn e-mail moest controleren. Misschien had ik er normaal gesproken geen gehoor aan gegeven, maar hij liet jouw naam vallen.’
‘In welk opzicht vervormd?’
‘Gedempt. Alsof hij een doek voor het mondstuk van zijn telefoon hield.’
‘Opvallende stembuigingen? Opmerkelijk taalgebruik? Een bepaald accent?’
Jenny bekijkt me met een peinzende glimlach rond haar mond. ‘Ga je me nu als een getuige behandelen, Smoky?’
‘Je bent immers ook een getuige. Voor mij tenminste wel. Jij bent de enige die daadwerkelijk met hem heeft gesproken en jij was als een van de eersten aanwezig op de plaats delict. Dus ja.’
‘Oké.’ Ik zie dat ze even over mijn vraag nadenkt. ‘Ik zou zeggen van niet. In feite eerder het tegenovergestelde. Stembuigingen ontbraken juist. Zijn stem klonk erg vlak.’
‘Kun je je nog precies herinneren wat hij zei?’ Ik weet al dat het antwoord op mijn vraag ja is. Jennifer heeft een uitmuntend geheugen. Op zijn eigen manier net zo angstaanjagend als mijn vaardigheid met een pistool, en door vele strafpleiters gevreesd.
‘Ja. Hij zei: “Spreek ik met rechercheur Chang?” Ik zei dat dit klopte. “U hebt een nieuw e-mailbericht,” zei hij toen, maar hij lachte er niet bij. Dat was een van de eerste dingen die mijn aandacht trokken. Hij deed niet overdreven theatraal. Meldde het slechts als een droog feit. Ik vroeg wie hij was en hij zei: “Er is iemand dood. Smoky Barrett kent haar. U hebt een nieuw e-mailbericht.” Toen hing hij op.’
‘En dat was alles?’
‘Dat was alles.’
‘Hm. Weten jullie waar het telefoontje vandaan kwam?’
‘Uit een telefooncel in Los Angeles.’
Ik spits mijn oren. ‘Los Angeles?’ Ik denk na. ‘Misschien had hij daarom drie dagen nodig. Of hij is op pad geweest, of hij is afkomstig uit Los Angeles.’
‘Of hij speelt met ons. Als hij uit Los Angeles komt, zou ik zeggen dat hij speciaal voor Annie hiernaartoe is gekomen.’ Haar gezicht staat gespannen en bezorgd wanneer ze dit zegt. Ik weet waarom.
‘Wat inhoudt dat ik degene ben van wie hij de aandacht wilde hebben.’ Ik heb deze mogelijkheid – nee, maak daar waarschijnlijkheid van – allang geaccepteerd, hoewel ik me nog niet over de emotionele kant heb gebogen. Het feit dat Annie misschien niet alleen dood is vanwege wat ze deed, maar ook omdat ze mijn vriendin was.
‘Precies. Maar voorlopig zijn dat allemaal gissingen. Goed, ik controleer dus mijn e-mail...’
Ik onderbreek haar. ‘Waar had hij die e-mail vandaan gestuurd?’
Ze kijkt me weifelend aan. ‘Vanaf de computer van jouw vriendin, Smoky. Het had haar e-mailadres als afzender.’
Er welt plotseling een onverwachte golf van woede in me op. Ik weet dat hij dit niet alleen heeft gedaan om zijn sporen te wissen, maar ook om te laten zien dat alles wat van Annie was geweest nu van hem was. Ik duw de gedachte weg. ‘Ga verder.’
‘Het berichtje bevatte Annie Kings naam en adres, verder niets, en er zaten vier attachments bij. Drie met foto’s van je vriendin. De vierde was de brief aan jou. We nemen dit momenteel heel serieus. Je kunt tegenwoordig wat foto’s betreft vrijwel alles vervalsen, maar het is net als met een bommelding – je evacueert iedereen voor het geval dat. Dus haalden mijn partner en ik er een paar mensen van de uniformdienst bij en zijn we naar het genoemde adres gegaan.’ Ze neemt een slokje thee. ‘De deur zat niet op slot en nadat we een paar keer hadden aangeklopt maar geen antwoord kregen, trokken we onze wapens en zijn we naar binnen gegaan. Je vriendin en haar dochter waren in de slaapkamer, op het bed. Daar stond haar computer ook.’ Ze schudt haar hoofd wanneer ze eraan terugdenkt. ‘Het was een gruwelijk tafereel, Smoky. Jij hebt meer van dit soort systematische, opzettelijke moorden meegemaakt dan ik, maar ik geloof niet dat jij er anders over had gedacht. Hij had haar helemaal opengesneden, haar ingewanden verwijderd en die in een zak gestopt. Haar keel doorgesneden. Maar het ergste van alles was haar dochter.’