‘Dus ik loop vandaag na de training het veld af en daar staat iedereen. Alle jongens van het team. David staat erbij en ze wijzen allemaal naar me, joelend en met van die gemene gezichten. En toen deed hij het.’ Haar gezicht stortte weer in en ik kromp ineen zodra ik begreep wat er ging komen. ‘Hij hield het in de lucht. Mijn slipje. Als een trofee. En toen glimlachte hij naar me, en hij knipoogde en zei dat dit tot nu toe de beste aanwinst voor zijn collectie was.’
Toen begon de cheerleader weer te huilen, alleen gaf ze zich er deze keer letterlijk helemaal aan over. Haar knieën knikten en ze viel tegen me aan. Ze huilde alsof haar hart was gebroken en nooit meer heel zou worden. Ik aarzelde even (echt maar heel even) en sloeg toen mijn armen om haar heen. Ik hield haar vast terwijl ze huilde. Daar op die tegelvloer troostte ik deze onbekende, fluisterde in haar haren dat alles heus wel weer goed zou komen.
Na een paar minuten nam een zacht gesnuif de plaats in van het gesnik en toen hield het gesnuif ook op. Ze trok zich los en veegde haar gezicht schoon. Ze durfde me niet aan te kijken en ik besefte dat ze zich een beetje geneerde.
‘Zeg, ik heb een idee,’ zei ik. Het gebeurde in een opwelling, onverklaarbaar, maar op een of andere manier ook onbetwistbaar het enig juiste. ‘Laten we ervandoor gaan. De rest van de dag ergens anders doorbrengen.’
Ze keek me aan en kneep haar ogen tot spleetjes. ‘Spijbelen?’
Ik knikte en glimlachte. ‘Precies. Eén dag maar. Dat heb je volgens mij wel verdiend, vind je ook niet?’
Ik heb altijd gedacht dat haar reactie waarschijnlijk net zo spontaan was als mijn voorstel. Ik bedoel, ze wist op dat moment niet eens hoe ik heette. Ze glimlachte, een vluchtige glimlach.
‘Oké.’
Zo hebben we elkaar dus ontmoet. Ze rookte die dag haar eerste jointje (op mijn aanraden) en ongeveer een week later stapte ze op als cheerleader. Ik zou graag willen zeggen dat we wraak hebben genomen op David Rayborn, maar dat is niet zo. Ondanks zijn lamlendige reputatie bleven meisjes bij bosjes voor hem vallen en ging hij gewoon door met het verzamelen van slipjes als trofee. Hij is later topquarterback geworden, wat ook op de universiteit zo bleef en heeft zelfs een paar seizoenen als reserve voor een nfl -team gefungeerd. Je zou kunnen zeggen dat dit het bewijs was dat er geen gerechtigheid is op deze wereld, maar je kunt het er ook op houden dat hij Annie en mij bij elkaar heeft gebracht, iets wat zo mooi en waardevol was dat ik hem bijna kon vergeven wat hij had gedaan.
We hadden een band op microniveau, zoals alleen soldaten in een oorlog en tieners dat hebben. We brachten al onze tijd buiten school samen door. Ze adviseerde me te stoppen met het roken van hasj, advies dat ik opvolgde aangezien mijn cijfers steeds slechter werden. Ik wist haar ertoe te bewegen weer met jongens uit te gaan. Ze was er voor me toen we Buster, de hond die ik had gehad sinds ik vijf was, moesten laten inslapen. Ik was er voor haar toen haar oma overleed. We hebben samen leren autorijden, samen ruziegemaakt en ook weer bijgelegd, zijn samen opgegroeid en vrouw geworden.
Annie en ik deelden een van de intiemste relaties die iemand kan hebben: een hechte vriendschap tijdens de overgang van kind naar volwassene. Het soort ervaringen en herinneringen dat je je hele leven bij je draagt en mee het graf in neemt.
Wat er daarna gebeurde, is wat er zo vaak gebeurt. We deden eindexamen. Ik was inmiddels met Matt samen. Zij had een knul ontmoet en besloot eerst met hem door het land te reizen voordat ze naar de universiteit ging. Ik heb niet op haar gewacht en ging direct door naar ucla . We deden wat iedereen doet: we beloofden elkaar plechtig twee keer per week te bellen en voor altijd en eeuwig contact met elkaar te houden. Vervolgens deden we wat iedereen doet: we gingen volledig op in ons eigen leven en spraken elkaar bijna een jaar niet.
Op een dag kwam ik een collegezaal uit lopen... en daar stond ze. Ze zag er wild en mooi uit, en ik voelde vreugde en pijn en verlangen door mijn lijf vibreren als een akkoord dat op een Gibson-gitaar wordt aangeslagen.
‘Hoe gaat het hier, studentje?’ vroeg ze met twinkelende ogen.
Ik gaf geen antwoord, maar omhelsde haar stevig.
We gingen samen lunchen en ze vertelde me over haar avonturen. Zij en haar vriendje waren vrijwel zonder een cent op zak door vijftig staten gereden, hadden veel gezien en gedaan, hadden zoveel seks gehad op zoveel verschillende plekken dat het genoeg was voor een heel leven. Ze glimlachte geheimzinnig en legde toen haar hand op tafel.
‘Moet je kijken,’ zei ze.
Ik keek, ontdekte de verlovingsring, greep ernaar zoals het hoorde en we giechelden en bespraken de toekomst, maakten plannen voor haar bruiloft. Het was net alsof we weer terug waren op de middelbare school.
Ik was getuige bij haar huwelijk en zij bij het mijne. Ze verhuisde met Robert naar San Francisco, en Matt en ik bleven in Los Angeles. Het contact werd minder innig, maar we belden elkaar nog steeds elke zes tot acht maanden en tijdens die gesprekken waren we direct terug bij die eerste dag waarop we samen hadden gespijbeld, vrij waren geweest en jong en gelukkig.