Home>>read De Stilte Van De Hel free online

De Stilte Van De Hel(134)

By:Cody McFayden


‘Wat zou de fbi daarvan vinden?’ vraagt Street.

Alan buigt zich voorover, dreigend. ‘Ze weet dat ze haar mond moet houden.’

Street knikt, is onder de indruk.

‘Maar goed,’ zegt Alan. ‘Je hebt Smoky dus flink geraakt. Een paar van de mannen ook, trouwens. Ze zeiden dat je ingewikkelde vechtsporttechnieken gebruikte. Je bent toch instructeur?’

‘Inderdaad.’

‘In wat?’

‘Wing chun. Dat is een vorm van kungfu.’

‘Dat meen je niet. Bruce Lee, hè?’ Hij glimlacht. ‘Ik heb zelf de zwarte band in karate.’

Hij bekijkt Alan van top tot teen en taxeert zijn omvang. ‘Ben je een beetje goed? Neem je het echt serieus? Of is het puur voor de show?’

‘Ik oefen twee keer per week, doe dagelijks mijn kata en dat al tien jaar.’

Ik kijk naar Barry. ‘Alan kan nog geen karatetrap van een kickboksschop onderscheiden.’

Street knikt kort. Een respectvol gebaar van de ene man voor de andere. Alan heeft een persoonlijke band met hem gecreëerd. ‘Dat is goed. Je moet jezelf scherp houden. Zo’n grote kerel als jij kan aardig dodelijk zijn.’

Alan spreidt zijn handen voor zich uit in een ‘ach, ik doe mijn best’-gebaar. ‘Ik heb zo mijn momenten. En jij? In welk jaar ben jij met kungfu begonnen?’

Street zwijgt en denkt na. Doet in feite precies wat Alan wil zonder dat hij het beseft. ‘Het precieze jaar weet ik niet meer... ik was een jaar of vijf, zes. We woonden in San Francisco.’

Alan fluit. ‘Dat is lang. Hoe lang duurt het – gemiddeld – voordat een beginner een beetje bedreven is in kungfu?’

Street denkt hierover na. ‘Dat is moeilijk te zeggen. Het hangt van de persoon zelf af. Over het algemeen een jaar of vier, vijf.’

Alan maakt gebruik van onschuldige vragen om een basis te creëren. Hij gebruikt een techniek die neurolinguïstisch interviewen heet, waarbij de interviewer de verdachte twee soorten vragen stelt. De ene soort doet een beroep op zijn herinnering. De andere eist dat hij zijn cognitieve denkproces gebruikt. Daarbij let Alan op Streets lichaamstaal. Hij kijkt of Street anders reageert wanneer hij over informatie moet nadenken dan wanneer hij zich iets probeert te herinneren. Het verschil is voornamelijk waarneembaar in de ogen en Street vertoont de klassieke kenmerken. Toen Alan hem naar een daadwerkelijke herinnering vroeg – in welk jaar was hij met kungfu begonnen? – hadden Streets ogen naar rechts gekeken. Toen hij hem een vraag stelde waarover hij moest nadenken – toen hij moest berekenen hoe lang het duurde voordat iemand bedreven was – hadden Streets ogen omlaag en naar links gekeken. Alan weet nu dat Street waarschijnlijk liegt wanneer hij bij een ‘herinneringsvraag’ omlaag en naar links kijkt, omdat hij dan niet probeert zich iets te herinneren maar juist nadenkt.

‘Vier of vijf jaar. Dat is lang niet slecht.’ Alan maakt achter zijn rug een handgebaar. Dit is een teken en ik reageer door op het raam te tikken. Alan trekt een gezicht. ‘Sorry. Een ogenblikje.’

Street antwoordt niet, en Alan staat op en verlaat de kamer. Even later staat hij bij ons in de observatieruimte.

‘Hij mag zich dan heel koelbloedig gedragen,’ zegt hij, ‘maar van lichaamstaal en verhoortechnieken heeft hij geen kaas gegeten. Ik wals zo over hem heen.’

‘Voorzichtig,’ zeg ik. ‘Hij moet ons naar Jack jr. leiden. Je weet nog niet hoe loyaal hij is.’

Alan kijkt me aan, schudt zijn hoofd. ‘Dat doet er niet toe.’ Hij richt het woord tot Barry. ‘Heb je de dossiermap?’

‘Hier is hij.’ Barry overhandigt hem een map met vellen papier die geen van alle iets met Street te maken hebben. Sommige zijn zelfs helemaal blanco. De naam Robert Street staat in duidelijke blokletters op de voorkant vermeld.

De map is slechts een toneelrekwisiet. Alan gaat nu de toon en het tempo van het gesprek wijzigen. Hij zal hem harder aanpakken. In onze samenleving staan dossiermappen voor belangrijke informatie en het feit dat deze map vol documenten zit zal bij Street de indruk wekken dat we veel bewijsmateriaal tegen hem hebben. Alan gaat terug om de zogenaamde confronterende mededeling af te leggen. Het is een belangrijk moment in dit type verhoor en kan tamelijk dramatisch zijn. Sommige verdachten raken zo ontmoedigd wanneer ze de confronterende mededeling horen, dat ze zelfs flauwvallen.

Alan bestudeert Street kort en loopt dan naar de deur. Even later komt hij de verhoorkamer weer binnen. Hij doet alsof hij iets in de map leest. Slaat hem dan dicht en houdt hem zo vast dat Street kan zien dat zijn naam erop staat. Deze keer gaat Alan niet zitten, maar blijft hij staan. Hij zet zijn voeten een stukje uit elkaar, op schouderbreedte. Hij oogt dominant, als iemand die de situatie in zijn greep heeft. Vol zelfvertrouwen is. Alles is heel doelgericht en berekenend.