Mijn mond valt open bij deze woorden en ik sta op het punt hem een dreun te verkopen. Geen zacht tikje. Nee, een stevige mep in zijn smoel met de rug van mijn hand. Iets waardoor zijn tanden los gaan zitten en zijn neus gaat bloeden. Dit verlangen is zo sterk dat ik het bijna kan proeven, net als het bloed in mijn mond. Twee dingen houden me tegen. Het ene is de beschaamde blik die ik vrijwel onmiddellijk in zijn ogen zie opdoemen. Het andere is Bonnie. Ze staat nu naast James en trekt hard aan zijn hand.
‘Wa... wat is er?’ vraagt hij. Hij klinkt net zo versuft als ik me voel.
Ze gebaart dat hij op zijn hurken naast haar moet komen zitten. Ik sla hem met een huiverend, rillend lijf gade en zie dat hij gehoorzaamt.
Ze slaat hem in mijn plaats, met een vlakke hand tegen zijn wang. Hoewel ze pas tien is en klein voor haar leeftijd, knalt het geluid van de mep als een zweepslag door de wachtruimte.
James spert geschokt zijn ogen wijd open, zijn mond vormt een verbaasde ‘o’. Hij wankelt achteruit en valt op de vloer, waar hij verdwaasd blijft zitten. Mijn mond zakt open. Ze kijkt me kort aan, knikt en loopt terug naar haar zitplaats naast Elaina.
Iedereen zwijgt. Ik kan hun stilte en ontzetting voelen. James staat langzaam op met een hand tegen zijn wang gedrukt, en zijn ogen zijn vol schaamte en pijn en verwondering.
Ik wil iets zeggen, maar ook nu gebeuren er twee dingen die me tegenhouden. Callies dochter komt door de deur naar binnen rennen en ook verschijnt er een bezwete, uitgeputte chirurg. Heel even weet ik niet naar wie van de twee ik moet kijken, maar Marilyn lost dit probleem voor me op door naar de chirurg te lopen.
‘Het belangrijkste,’ zegt hij met een zware, vermoeide stem, ‘is dat Special Agent Thorne leeft.’
‘Godzijdank!’ roept Elaina.
Ik wankel van opluchting en kan wel op mijn knieën vallen. Ik doe het echter niet.
De chirurg vraagt met opgeheven handen om stilte. ‘De kogel heeft haar hart op een haar na gemist. Bovendien is hij intact gebleven. Hij heeft echter wel door haar lichaam rondgezworven. Uiteindelijk is hij hoog in haar linkerschouder blijven hangen, nadat hij helaas eerst langs haar ruggengraat is gekomen.’
Bij het woord ‘ruggengraat’ wordt het tien graden kouder in de kamer.
‘De ruggengraat zelf is niet doorboord. Maar hij is wel gekneusd en er zitten enkele zwellingen. Ook zijn er nogal wat inwendige bloedingen.’
‘Wat houdt dit precies in, dokter?’ vraagt AD Jones.
‘Dit houdt in dat ze heel wat bloed heeft verloren en zwaar letsel heeft opgelopen. Haar toestand is nog steeds kritiek. Ze lijkt stabiel, maar we zijn er nog niet.’ Hij zwijgt even en zoekt blijkbaar naar de beste manier om verder te gaan. ‘Er bestaat nog steeds een kans dat ze overlijdt. Het is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.’
Marilyn stelt de andere vraag. De vraag waarvoor we allemaal doodsbang zijn. ‘En de zwellingen aan de ruggengraat...?’
‘Er is naar mijn mening een grote kans dat ze er niets aan zal overhouden. De zwellingen zouden langzaam moeten afnemen en zoals het nu er nu voor staat is er geen permanente verlamming of letsel veroorzaakt. Maar...’ Hij slaakt een diepe zucht. ‘We weten het niet zeker, niet honderd procent zeker. In het ergste geval is ze blijvend verlamd.’
Marilyns hand vliegt naar haar mond. Ik zie alleen maar het wit van haar ogen.
Ik verbreek de stilte. ‘Bedankt, dokter.’
Hij knikt ons allemaal vermoeid toe en loopt weg.
‘O, nee, o, jezus...,’ kreunt Marilyn. ‘Niet nu. Ik ken haar nog maar zo kort, ik...’
Dan komen de tranen. Ik loop naar haar toe en omhels haar stevig, laat haar even flink huilen.
Mijn eigen ogen zijn droog. Ik probeer te buigen zonder te breken.
48
We zijn terug op kantoor, een aangeslagen groepje. Elaina en Bonnie zijn naar mijn huis gegaan, aangezien Alans huis een plaats delict is. Marilyn is in het ziekenhuis gebleven in afwachting van meer nieuws over Callie. Ze had alle begrip voor ons vertrek.
‘Neem hem te grazen,’ is alles wat ze zei.
James staat uit het raam te staren. Hij durft me niet aan te kijken.
Ik zou wel in een holletje willen kruipen om daar een jaar te slapen. Dat kan echter niet.
‘Weet je wat het met stress is, James?’ zeg ik peinzend.
Hij reageert niet. Ik wacht rustig af. ‘Wat?’ vraagt hij ten slotte, nog steeds naar buiten turend.
‘Stress veroorzaakt piepkleine haarscheurtjes. Ze beginnen klein, breiden zich langzaam uit, maar dan worden ze groter en het uiteindelijke resultaat is dat iets kapotgaat.’ Ik zorg dat mijn stem voorzichtig klinkt, niet beschuldigend. ‘Is dat wat je wilt, James? Dat ik kapotga? Dat ik instort en... omver word geblazen?’
Hij draait met een ruk zijn hoofd om. ‘Wat? Nee. Ik...’ Het klinkt verstikt. ‘Ik wilde alleen... met Callie...’ Hij balt zijn handen tot vuisten, ontspant ze weer en haalt diep adem. Hervindt zijn zelfbeheersing. Nu kijkt hij me wel recht aan. ‘Voor mezelf ben ik niet bang, Smoky. Ik ben bang voor Callie. Begrijp je dat?’