Home>>read De Stilte Van De Hel free online

De Stilte Van De Hel(129)

By:Cody McFayden


AD Jones werpt een blik op Elaina. Zijn ogen staan mild. ‘Het spijt me,’ zegt hij. Het spijt me dat jij, een burger, iemand hebt moeten ombrengen, bedoelt hij. Ze begrijpt het.

‘Dank u wel.’

‘We gaan ervan uit dat dit allemaal protégés van Jack jr. zijn?’

‘Daarover is vrijwel geen twijfel mogelijk, meneer.’

‘Die verdachte die jullie vanavond hebben opgepakt. Hoort die ook bij hen? Zeker weten?’

‘Het is natuurlijk pas honderd procent zeker wanneer hij dat zelf bekent of het bewijsmateriaal dit aantoont, maar... ja... inderdaad.’

Hij knikt goedkeurend. ‘Dat is mooi. Heel mooi.’ Hij is even stil en denkt diep na. Kijkt ons een voor een aan. Wanneer hij verdergaat, klinkt zijn stem zachter. ‘Luister. We blijven allemaal hier totdat we weten of ze het gaat redden. We duimen natuurlijk allemaal voor haar. Wanneer het voorbij is, gaan we weer aan het werk, of ze het nu haalt of niet. Eerst kwaad worden en later treuren.’

Iedereen is het ermee eens. Overal waar ik kijk zie ik een soort grimmige vastberadenheid. Hij ziet dit blijkbaar ook, want hij knikt. ‘Goed.’

Goed gedaan, jochie, denk ik bij mezelf, weer zo’n hysterische luchtbel die zich langs mijn inwendige krachtveld weet te wurmen.

Een van onze mobieltjes gaat. Iedereen controleert het zijne en dan zie ik dat Tommy dat van hem tegen zijn oor houdt. Ik was hem bijna vergeten. Hij is een buitenstaander en is een stukje bij ons vandaan gaan zitten om af te wachten.

‘Aguilera.’ Hij fronst zijn wenkbrauwen. ‘Met wie spreek ik?’

Ik zie een verschrikkelijke kalmte op hem neerdalen. Het is geen ontspannen kalmte, verre van dat zelfs. Nee, hij kan degene aan de andere kant van de lijn wel vermoorden. Hij werpt een blik op mij. ‘Een ogenblikje.’

Hij legt een hand over het mondstuk van het toestel en komt naar me toe. ‘Het is hem.’

Ik spring op uit het ziekenhuisstoeltje, gevolgd door vrijwel alle anderen. De hysterische bubbels zijn weg, vervangen door het helwitte licht van mijn schrik. ‘Wat? Jack jr. bedoel je?’ Ik voel me net zo ongelovig als ik klink.

‘Ja. Hij wil je spreken.’

Ontelbare gedachten suizen door mijn hoofd. Hierdoor breekt hij compleet met zijn vaste routine. Het is niet logisch. ‘Zie je kans hem aan de hand van dit telefoontje op te sporen?’ vraag ik aan Tommy, de expert op het gebied van elektronische bewaking van ons groepje.

‘Als de apparatuur nog niet is geplaatst niet, nee.’

Heel even weet ik niet wat ik moet doen.

AD Jones zucht. ‘Praat met hem, Smoky. Dat is het enige wat je nu kunt doen.’

Ik steek mijn hand uit en pak het mobieltje aan. Na één keer diep ademhalen verman ik me en ik hou het tegen mijn oor. ‘Met Smoky.’

‘Special Agent Barrett! Hoe gaat het met jou?’ Hij gebruikt een of ander elektronisch apparaatje dat zijn stem vervormt. Het is net of ik een gesprek voer met een robot.

‘Wat wil je?’

‘Ik vond dat we elkaar voor deze ene keer maar eens moesten spreken. Niet in levenden lijve natuurlijk, maar via de telefoon. E-mails en brieven zijn zo onpersoonlijk, vind je ook niet?’

‘Ik vind anders dat je er een heel persoonlijke kwestie van hebt gemaakt, Jack. Bovendien ben je een gore leugenaar.’

Hij grinnikt. Omdat zijn stem wordt vervormd, klinkt het afgrijselijk. ‘Je doelt zeker op jullie recente bezoekers, hè? Tja... je hebt wel gelijk. Alleen heb ik niet gelogen. Ik... verveelde me alleen zo. In veel opzichten zijn de spelletjes die ik met jou en jouw mensen speel net zo bevredigend als mijn werk met de hoeren.’

Ik wil hem pijn doen. Iets doen waarmee ik door die arrogante zelfgenoegzaamheid heen kan prikken. ‘Hé, Jack. Heb je mijn televisieoptreden nog gezien?’

Een lange stilte. Wanneer hij weer iets zegt, voel ik een soort bijtende tevredenheid omdat zijn stem nu vlak klinkt. ‘Jazeker, Smoky. Ik heb die leugens van je gezien.’

Ik lach, een kort, blaffend lachje. ‘Leugens? Waarom zou ik liegen? Je wilt het gewoon niet toegeven, klootzak! Dat er helemaal geen nalatenschap is, geen baarmoeder van Annie Chapman, geen gewijde missie. Jij bent degene die liegt, Jack. Je hele leven is één grote leugen! Jezus, je kunt je niet eens aan The Rippers modus operandi houden! Hij vermoordde hoeren, Jack, geen politiemensen. Blijkbaar kun je maar niet besluiten wat je nu het liefste doet. The Ripper koos tenminste één type slachtoffer uit en hield zich daaraan! Wat is er? Kun je niet tegen de waarheid? Kun je niet zien hoe zielig je eigenlijk bent?’

Ik hoor hem ademen, zwaar, kwaad. Zelfs dit wordt vervormd; het klinkt surreëel.

‘Ben je daar nog, Jack?’