Home>>read De Stilte Van De Hel free online

De Stilte Van De Hel(128)

By:Cody McFayden


Er komt geen antwoord, geen hint zelfs. Dit doet me niets. Ik had ook geen reactie verwacht. Ik moest het gewoon zeggen. Noem het voor mijn part een gesprek met God, een smeekbede aan Allah of slechts het verwoorden van een doel. Het kan mij niet schelen. Ik moest het heelal vragen Callie te sparen. Ik moest laten zien dat ik bereid ben om alles, werkelijk alles, op te geven als ik daarmee het leven van mijn vriendin kan redden.

Voor het geval het er werkelijk iets toe zou doen.

Ik verlaat de kapel en wandel terug naar de wachtkamer. Ik heb even wat tijd genomen om mijn zelfbeheersing te hervinden, maar ik voel me nog steeds verward en geschokt en gebroken. Ik weet dat ik er nu voor mijn mensen moet zijn. Dat is mijn taak. Mijn plaats. Dat is wat een leider doet. ‘Is er al nieuws?’ vraag ik. Ik ben trots op mezelf. Mijn stem klinkt vast.

‘Nog niet,’ antwoordt Alan somber.

Ik kijk naar hen. James kijkt ernstig. Leo ijsbeert door de wachtruimte. Alan is hulpeloos, zo hulpeloos heb ik hem nog nooit gezien. Alleen Elaina en Bonnie maken tot mijn stomme verbazing een kalme indruk. Zij zijn immers degenen die recent door een hel zijn gegaan. Je weet nooit waar iemand zijn kracht vandaan haalt totdat het gebeurt.

Ik ruik de steriele geur van het ziekenhuis, hoor de kleine ‘suizende’ geluiden en piepjes die zo kenmerkend zijn. Zo rustig. Net een bibliotheek waar mensen bloeden en sterven.

Ik loop naar Bonnie en ga naast haar zitten. ‘Hoe gaat het met je, liefje?’

Ze knikt en schudt dan ontkennend haar hoofd. Het duurt even voordat ik het doorheb. ‘Ja, het gaat goed met me en nee, je hoeft je over mij geen zorgen te maken,’ probeert ze me duidelijk te maken.

‘Mooi,’ mompel ik.

De deur van de wachtkamer vliegt open en AD Jones komt binnen. Hij ziet er jachtig uit.

‘Waar is ze? Is ze in orde? Wat is er gebeurd?’

Ik sta op en loop naar hem toe. Klik-klak over de ziekenhuistegels, bedenkt het deel van me dat nog steeds verdoofd en gevoelloos is. ‘Ze wordt geopereerd, meneer.’

Hij tuurt me heel lang onderzoekend aan. ‘Wat is de situatie?’

‘De kogel is hoog in haar borst gedrongen. Een 9 mm. Heeft het lichaam niet verlaten. Ze heeft veel bloed verloren en ze hebben haar direct naar de OK gebracht. Meer weten we niet.’ Bondig, denk ik bij mezelf. Zakelijk, helder, efficiënt. Ik onderdruk de hysterische bui die in me opwelt. Als bubbels in wijn...

Hij kijkt me aan en zijn gezicht loopt rood aan. Tot mijn ontzetting zie ik een enorme woede in zijn ogen. Dit is iets wat ik nog nooit bij deze man heb meegemaakt. Het tempert onmiddellijk de waanzin die in me doorsijpelt. ‘Hoe lang is ze al in de OK?’ snauwt hij.

‘Twee uur.’

Hij wendt zich van me af, een abrupt gebaar. IJsbeert heen en weer. Keert zich vliegensvlug om en priemt een vinger in mijn richting. ‘Luister goed, Smoky. Ik zit met twee dode agenten en een derde in de OK. Vanaf dit moment is niemand van jullie, en ik bedoel ook echt niemand, ook maar een seconde meer alleen. Als dat inhoudt dat jullie bij elkaar moeten slapen totdat dit voorbij is, dan gebeurt dat ook. Jullie gaan niet naar de wc, snuiten niet eens je neus, tenzij er iemand anders bij is. Begrepen?’

‘Jawel, meneer.’

‘Geen doden meer. Heb je me gehoord, Smoky? Niet één!’

Ik verdraag zijn woede, buig mijn hoofd voor de stormachtige kracht ervan. Hij doet nu wat ik bij Tommy in de auto heb gedaan. Dit is hoe hij zijn gevoelens over Joseph Sands uit. Dit is zijn manier om te laten merken dat hij om ons geeft. Ik voel met hem mee.

De storm waait over en hij loopt als een lekgeprikte luchtballon leeg. Strijkt met een hand over zijn voorhoofd. Ik herken zijn korte inwendige strijd. Het is dezelfde die ik enkele ogenblikken eerder ook heb gevoerd. Hij is de baas. Zo moet hij zich ook gedragen.

‘Tijd voor een korte bespreking terwijl we wachten. Ik wil alles weten.’

Ik praat hem bij over de arrestatie van de ene helft van het moorddadige duo. Ik vertel hem over het telefoontje van Elaina, over de kerel die ik op het parkeerterrein heb gedood. Over wat er bij Alan thuis heeft plaatsgevonden.

‘Waar is die vent die je in zijn hand hebt geraakt?’

‘Hij ligt hier,’ zeg ik. ‘Ook in een OK. Ze proberen zijn vingers er weer aan te naaien.’

‘Hij kan de pot op,’ snauwt AD Jones.

Vanuit een ooghoek zie ik dat Bonnie instemmend knikt. Ik ben verbijsterd.

‘En de andere drie?’ vraagt hij. ‘Allemaal omgekomen?’

‘Ja.’

‘Door wie?’

Wie heeft hen gedood, bedoelt hij. Hiervoor zal op een gegeven moment verantwoording moeten worden afgelegd. Voor elke kogel. ‘Ik heb die vent op het parkeerterrein neergeschoten. Elaina heeft een van de mannen bij haar thuis gedood. Alan en Callie hebben die andere kerel gedood, degene met het pistool.’