‘ fbi !’ schreeuw ik. ‘Verroer je niet!’
Mijn pistool is ongeveer een halve meter van zijn gezicht verwijderd. Ik kijk recht in zijn ogen en zie de leegte die ik me daar had voorgesteld. Hij laat het klembord dat hij bij zich heeft vallen en steekt zijn handen hoog boven zijn hoofd in de lucht.
‘Niet schieten!’ zegt hij. Hij klinkt verrast, wat logisch is wanneer iemand een pistool op je gezicht richt, maar iets in me twijfelt, want de blik in zijn ogen is totaal niet verrast. Die ogen zijn druk bezig. Met kijken, afwegen, nadenken.
‘Verroer je niet,’ zeg ik. ‘Leg je handen achter op je hoofd en ga op je knieën zitten.’
Hij laat zijn blik op mij rusten en likt over zijn lippen. ‘Wat je wilt... Smoky.’
Ik heb een milliseconde om zijn gebruik van mijn naam tot me te laten doordringen. Hij komt als een wervelwind in beweging, doet eerst een stap opzij en botst dan tegen me aan. Zijn handen bewegen allebei een andere kant uit: de ene duwt mijn pistool opzij en de ander ramt hard in mijn gezicht. Ik val achterover, zie sterretjes en de milliseconde is voorbij.
Ik kom op mijn rug op de vloer terecht en probeer verwoed overeind te krabbelen. Ik heb mijn pistool nog steeds vast.
Hij is nog steeds in beweging, een of andere ultra-effectieve vorm van vechtsport, pure kracht, elk gebaar verwoestend. Net als bij mij botst hij tegen de andere doelwitten op, al zijn stompen en trappen zijn kort en hard. Niet fraai, maar uiterst doeltreffend. Ik zie dat Decker door een elleboog op zijn kaak wordt geraakt, merk met duizelende belangstelling op dat twee van zijn tanden als kogels uit zijn mond schieten, en dan hoor ik Callie, kil, zo kil als ijs: ‘Eén beweging en je bent er verdomme geweest.’
Alles wat in beweging was komt nu tot stilstand. Abrupt. Want Callie heeft haar pistool op zijn voorhoofd gericht. Zijn blik vliegt woedend door de kamer en dan wordt hij stevig getackeld door McCullough en ook door Dylan, die zijn post bij de lift heeft verlaten om mee te doen.
Ik besef dat ik bloed en duizelig ben. Heel duizelig.
‘Honey-love, gaat het een beetje?’
Ik krabbel wankelend overeind. ‘Met mij is alles prima...’
Dan lig ik weer op de grond. Ik val niet flauw, maar plof zo op mijn kont.
De dader staat tegen me te krijsen. ‘Stomme hoer die je bent! Achterlijke trut! Denk je nu echt dat dit iets betekent? Dit betekent niets! Helemaal niets! Ik kan nog steeds...’
‘Jezus christus!’ brul ik. ‘Hou je kop – anders schiet ik je in je been. Dylan, McCullough. Arresteer hem en bind alsjeblieft iets voor zijn mond.’
Dylan kijkt me grijnzend aan, maar slaat de man in de boeien en neemt hem mee naar de gang om hem te fouilleren en hem op zijn rechten te wijzen.
‘Hoe gaat het nu met je?’ vraagt Callie bezorgd.
Ik beweeg voorzichtig mijn hoofd. ‘Niet meer duizelig. Goed, denk ik. Hoe ziet mijn gezicht eruit?’
‘Hij heeft je lippen flink te grazen genomen, honey-love. Het is wel duidelijk dat dit geen botox is, ziet er eerder uit alsof je tegen een muur bent gelopen.’
Bij het horen van deze woorden spring ik geschrokken overeind. ‘Decker!’
‘Hier. Met mij is alles in orde.’
Ik zie hem verderop staan. Hij leunt tegen de muur. Hij houdt een zakdoek tegen zijn mond die doorweekt is met bloed.
‘Jezus,’ zeg ik. ‘Jij moet direct naar een dokter.’
‘Eerder een tandarts,’ kreunt hij. ‘Die hufter heeft twee tanden uit mijn mond geslagen.’
‘Callie.’
Ze klapt haar mobieltje open. ‘Wordt geregeld, honey-love.’
De deur van Leona’s slaapkamer gaat een klein stukje open. ‘Is het veilig om naar buiten te komen?’ vraagt ze met trillende stem. ‘Is iedereen in orde?’
Ik laat mijn blik door haar woonkamer glijden, neem Decker en zijn bloedende mond in me op, en de gesneuvelde salontafel, en dan voel ik het. De adrenaline stroomt woest kolkend door mijn lijf.
‘We hebben hem!’ roep ik.
Callie en Decker maken een sprongetje van schrik en staren me aan. Callie grijnst breeduit. Decker doet ook een manmoedige poging.
‘Alles is in orde, Leona,’ zeg ik. Ik kijk naar de voordeur. ‘Alles is prima in orde.’
Ik laat mijn knokkels kraken. Mijn lippen doen pijn.
De draak gaat als een razende tekeer, brullend en tierend en knarsetandend.
‘Eten,’ sist hij. ‘Laat me op zijn botten kauwen.’
Ik lik mijn bovenlip af en proef mijn eigen bloed. Daar moet hij het voorlopig maar mee doen.
44
Ik loop met Callie het fbi -gebouw in. We hebben een politieagent bij Leona achtergelaten en de verdachte is meegenomen naar het politiebureau van Wilshire waar de arrestatie verder wordt afgehandeld. Ik ben hiernaartoe gekomen om met Alan onze verhoorstrategie door te nemen. Ik druk net op de liftknop wanneer mijn mobieltje gaat.