Home>>read De Stilte Van De Hel free online

De Stilte Van De Hel(119)

By:Cody McFayden


‘Dank u wel, Special Agent Barrett.’

Brad vertrekt in een opgetogen stemming. Hij belooft de reportage in de journaals van zes en negen uur te brengen, en kan nog net genoeg zelfbeheersing opbrengen om niet gretig naar buiten te rennen.

‘Dat ging goed,’ merkt Callie op. ‘Ik was vergeten hoe waanzinnig knap die man is. Misschien moet ik hem weer eens bellen.’

‘Als je dat doet, hoef ik geen details meer te horen.’

‘Dan is de hele lol eraf.’ Ze zwijgt even. ‘Hij zal pisnijdig worden, honey-love. Jack jr. bedoel ik. Hierdoor zou hij wel eens helemaal kunnen doordraaien.’

Ik glimlach somber. ‘Dat is wel de bedoeling. Kom, we gaan naar mevrouw Waters.’

Op weg naar Leona Waters bel ik Tommy Aguilera om hem over de e-mail te vertellen.

‘Een van hen moet er die avond bij zijn geweest. Of anders de volgende ochtend. Het houdt ook in dat ze goed op de hoogte zijn van de mensen die jij kent. Mensen zoals ik.’

‘Ja. Je werk zit er dus op, Tommy. Als je het niet erg vindt, bel ik je straks terug. Over het verwijderen van de afluisterapparatuur en het zendertje.’

‘Dat hoeft niet.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat ik je blijf schaduwen, Smoky. Dat heb ik je gisteravond al gezegd. Jou beschermen is mijn belangrijkste taak. Deze opdracht is pas afgelopen wanneer je hem hebt opgepakt en ik weet dat je veilig bent.’

Ik wil al tegensputteren, maar om eerlijk te zijn hoopte ik dat hij zoiets zou zeggen.

‘Ik blijf om je te beschermen, Smoky.’

De rit neemt langer in beslag dan strikt noodzakelijk is, wat te wijten is aan een ongeluk op de snelweg. Een bestelbusje heeft zichzelf tegen de vangrail geparkeerd. Een onbeduidend ongeluk, maar nieuwsgierige kijkers veroorzaken als altijd een enorme file. Tegen de tijd dat we arriveren is het bijna twee uur in de middag. Leona Waters woont in een heel mooi appartementencomplex in een iets minder mooie buurt. Santa Monica laat zich niet gemakkelijk duiden. Grote delen worden nog altijd bewoond door de midden- en hogere klassen, maar veel wijken zijn net als de rest van Los Angeles in verval geraakt. Dit is het eeuwig terugkerende verhaal van deze stad, en veel mensen gaan steeds verder weg wonen in een poging aan het voortwoekerende verderf te ontkomen. Blijkbaar haalt het hen telkens weer in.

We parkeren de auto en lopen naar de hoofdingang. De deuren zijn beveiligd en de bewoners hebben een code nodig om naar binnen te kunnen. Bij de balie zit een bewaker. Ik tik op het glas zodat hij opkijkt. Hij werpt me een blik vol verveelde ergernis toe, totdat ik mijn fbi -pas tegen het raam houd. Hij springt overeind alsof hij op een schietstoel zit en rent naar de deur om ons binnen te laten.

Hij ziet de littekens op mijn gezicht en staat even stil om openlijk naar me te staren. Dan glijden zijn ogen naar Callie. Ze kruipen in een oogwenk langs haar lichaam omlaag en weer omhoog, en blijven zichtbaar een halve seconde lang aan haar boezem hangen.

‘Wat is er aan de hand, mevrouw?’

‘We willen graag een van de bewoners spreken, meneer...?’

‘Ricky,’ meldt hij en hij likt over zijn lippen. Gaat iets rechterop staan. Ricky is zo te zien eind veertig. Hij heeft het uiterlijk van iemand die vroeger heel slank en sportief was, maar de boel nu had laten verslonzen. Zijn gezicht zit vol rimpels en hij ziet er moe uit. Niet iemand die van het leven geniet.

‘Een informeel gesprek. Niets belangrijks.’

‘Hebt u hulp nodig, mevrouw? Om welke bewoner gaat het?’

‘Ik ben bang dat dit vertrouwelijke informatie is, Ricky. Dat begrijp je vast wel.’

Hij knikt, probeert er gewichtig uit te zien. ‘Jazeker, mevrouw. Natuurlijk. Ik begrijp het. De lift is daar. Laat het me maar weten als u verder nog iets nodig hebt.’ Hij gluurt nogmaals stiekem naar Callies borsten.

‘Dat zal ik zeker doen, bedankt.’ Nooit van mijn leven, denk ik bij mezelf.

We stappen in de lift. ‘Wat een walgelijk mannetje,’ merkt Callie op wanneer we naar de derde verdieping suizen.

‘Je meent het.’

We stappen uit. Pijlen wijzen ons de weg naar appartement nummer 314. Ik klop op de deur en even later wordt er opengedaan.

De vrouw in de deuropening en ik staren elkaar sprakeloos aan. Callie verbreekt de stilte.

‘Heb je soms een zus van wie ik niets afweet, honey-love?’

Ik heb helemaal geen zus, maar het is een logische vraag. Leona Waters en ik zouden familie van elkaar kunnen zijn. We zijn bijna even lang. Ze heeft mijn rondingen op de heupen en het gebrek daaraan bij haar boezem. Hetzelfde lange, donkere, dikke haar en ook onze gezichten vertonen overeenkomsten. Dezelfde omvang, dezelfde neus. Een andere kleur ogen. Bij haar ontbreken uiteraard de littekens. Naast de verbijstering over deze ontdekking voel ik een misselijkmakende onrust. Het is wel duidelijk waarom Jack jr. zijn keuze op deze vrouw heeft laten vallen.