Home>>read De Stilte Van De Hel free online

De Stilte Van De Hel(110)

By:Cody McFayden


Op het randje van de slaap besef ik dat ik weet dat ik vannacht niet zal dromen. De dromen zijn nog niet voorbij, maar het verleden en het heden leren langzaam maar zeker met elkaar te leven. Het heden heeft het verleden gehaat en het verleden is de vijand van de toekomst geweest. Misschien is het verleden binnenkort alleen nog maar het verleden.

Slaap overmant me en deze keer is het geen vlucht, maar een troost.





40

Wanneer ik de volgende ochtend wakker word, voel ik me verzadigd en beurs. Alsof ik een enorme dorst heb gelest. Tommy is er niet, maar wanneer ik mijn oren spits, hoor ik hem beneden rondlopen. Ik rek me uit, voel daarbij alle spieren in mijn lijf, en spring dan uit bed.

Ik neem een douche, spijtig omdat ik daarmee zijn geur van me afspoel, maar voel me na afloop verkwikt. Dat kan geweldige seks met je doen. Als een goed verlopen marathon. Een douche voelt altijd zoveel beter wanneer je je eerst heel vies hebt gemaakt.

Ik koester dit gevoel even en kleed me dan aan en loop naar beneden, waar ik Tommy in de keuken aantref.

Hij ziet er precies zo uit als gisteravond, voordat we naar bed gingen, in een pak zonder kreukels. Hij is wakker en waakzaam. Hij heeft koffiegezet en overhandigt me nu een kop.

‘Dank je,’ zeg ik.

‘Moet je al weg?’

‘Over een halfuur ongeveer. Ik moet eerst iemand bellen.’

‘Laat het me maar weten.’ Hij staart me met een sfinxachtige blik aan, maar dan krult er een lachje rond zijn lippen.

Ik kijk hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Wat?’

‘Ik moest even aan vannacht denken.’

Ik kijk hem aan. ‘Het was fantastisch,’ zeg ik zacht.

‘Ja.’ Hij houdt zijn hoofd schuin. ‘Weet je dat je me niet eens hebt gevraagd of ik een vriendin heb?’

‘Ik neem aan dat er in dat geval niets was gebeurd. Had ik het mis?’

‘Nee, hoor.’

Ik tuur in mijn koffiekopje. ‘Moet je eens horen, Tommy, ik wil graag iets over vannacht zeggen. Over wat jij zei. Dat je er niet zeker van was of dit ergens toe zou leiden of niet. Ik wil dat je weet dat ik meende wat ik tegen je zei. Als dit nergens toe leidt, is dat echt oké. Maar...’

‘Maar als het wel ergens toe leidt, is dat ook goed,’ antwoordt hij. ‘Is dat wat je wilde zeggen?’

‘Ja.’

‘Mooi. Zo denk ik er namelijk ook over.’ Hij steekt een hand uit en streelt mijn haar. Ik vlij me heel even tegen hem aan. ‘Dat meen ik echt, Smoky. Je bent een geweldige vrouw. Dat heb ik altijd al gevonden.’

‘Dank je.’ Ik kijk hem lachend aan. ‘Hoe zullen we het noemen? “Een avontuurtje met mogelijkheden”?’

Hij laat zijn hand zakken en lacht. ‘Dat klinkt goed. Laat me maar weten wanneer je wilt vertrekken.’

Ik knik en loop weg. Ik voel me goed en wat nog belangrijker is: volkomen op mijn gemak. Hoe het ook verder gaat, Tommy en ik zullen beiden geen spijt krijgen van gisteravond. Godzijdank.

Ik ga terug naar boven met mijn koffie, die ik koester alsof het een levenselixer is. Wat gezien de werkuren die ik momenteel aanhoud niet eens zo ver bezijden de waarheid is. Het is pas halfnegen, maar ik weet zeker dat Elaina vroeg opstaat. Ik draai hun nummer.

Elaina neemt op. ‘Hallo?’

‘Hallo. Met Smoky. Sorry van gisteravond. Hoe gaat het nu met haar?’

‘Ze lijkt gelukkig. Ze praat nog steeds niet, maar ze lacht vaak.’

‘Hoe gaat het ’s nachts?’

Stilte. ‘Gisteravond heeft ze in haar slaap geschreeuwd. Ik heb haar wakker gemaakt en haar geknuffeld. Daarna ging het goed.’

‘Hè, jakkes. Het spijt me, Elaina.’ Ik voel een ouderlijk schuldgevoel bij deze woorden. Terwijl ik naar de maan huilde, schreeuwde Bonnie tegen het verleden. ‘Je weet niet hoe dankbaar ik je hiervoor ben.’

‘Ze is een kind dat diep is gekwetst en hulp nodig heeft, Smoky. Dat is in ons huis nooit een last en zal dat ook nooit zijn.’ Haar woorden vormen een simpele, feitelijke verklaring en komen recht uit haar hart. ‘Wil je haar even spreken?’

Mijn hart slaat een slag over. Ik besef dat ik dat graag wil. Heel graag. ‘Alsjeblieft.’

‘Wacht maar even.’

Een minuut later komt Elaina weer aan de telefoon. ‘Hier is ze. Ik geef haar nu de hoorn.’

Gestommel en dan hoor ik het zachte geruis van Bonnies ademhaling.

‘Hallo, lieverd,’ zeg ik. ‘Ik weet dat je niets terug kunt zeggen, dus ik zal wel praten. Het spijt me heel erg dat ik je gisteravond niet heb opgehaald. Ik moest tot heel laat doorwerken. Toen ik vanochtend wakker werd en jij hier niet was...’ Mijn stem sterft weg. Ik hoor haar ademen. ‘Ik mis je, Bonnie.’

Stilte. Weer wat gestommel en dan Elaina’s stem. ‘Wacht even, Smoky.’ Ze praat nu tegen iemand anders. ‘Wil je iets tegen Smoky zeggen, liefje?’ Weer een stilte. ‘Ik zal het haar vertellen.’ Dan weer tegen mij: ‘Ze liet me een grote grijns zien, sloeg haar armen om zichzelf heen en wees toen naar de telefoon.’