Bevend probeerde Alessia haar hand op Nicks arm te leggen. Ze had hem nog nooit zo woedend en wraaklustig gezien, en ze was doodsbang. ‘Luister toch alsjeblieft naar me.’
‘Ik heb meer dan genoeg gehoord, prinses. Kom, we gaan trouwen, zodat je je helemaal houdt aan de overeenkomst met je vader.’
‘Nee! Zo’n overeenkomst heb ik nooit gesloten!’
‘Ach, sorry. Je hebt gelijk, dit huwelijk was natuurlijk de kers op de taart.’
‘O, Dio. Toe nou.’
‘Als je nu niet meekomt, trek ik de lening in,’ zei hij vervaarlijk zachtjes. ‘En dan gebruik ik de connecties van mijn familie, die jij zo verachtelijk vindt, om mijn kind van je af te pakken. En wat zal er dan met jou gebeuren, principessa?’
Vol afschuw keek ze hem aan. De blik in zijn ogen was kil, maar in zijn kaak zag ze een spiertje trillen. Toen stak hij zijn hand naar haar uit, en na een moment dat eindeloos leek te duren, legde ze haar hand langzaam in de zijne. Vervolgens nam hij haar mee naar trouwzaal waar de trouwambtenaar al op hen stond te wachten.
‘Nee,’ fluisterde ze wanhopig. ‘Niet zo!’
‘Jawel,’ was het enige wat hij zei.
Vijf minuten later waren ze getrouwd.
Nick was van plan geweest zijn bruid mee te nemen op een huwelijksreis die begon in Venetië, waar ze vijf dagen in de meest romantisch suite van het Gritti Palace zouden overnachten. Daarna zouden ze twee dagen doorbrengen in Milaan, waar hij haar had willen verrassen met een compleet nieuwe garderobe. Tot slot zouden ze naar New York vliegen in een chartervliegtuig met een slaapkamer, waarin een fles zeldzame Krug Brut Multi-Vintage Rosé in een zilveren koelemmer voor hen zou klaarstaan.
Het kostte slechts enkele telefoontjes om alles af te zeggen. Nadat ze langs de villa waren gegaan om hun spullen op te halen, gingen ze naar het vliegveld, waar een chartervliegtuig voor hen klaarstond. Een vliegtuig mét slaapcabine, dacht Nick, terwijl hij zijn vrouw steviger bij haar elleboog vastgreep en de trap van het vliegtuig op liep. Hij was namelijk niet van plan om haar haar huwelijkse plichten te laten vergeten – tot ze was bevallen van zijn kind, althans. Of hij na de geboorte van zijn zoon of dochter nog het bed met Alessia Antoninni Orsini wilde delen, zou hij te zijner tijd beslissen.
‘Nicolo,’ zei Alessia nu, terwijl de deur van het vliegtuig dichtging. ‘Luister toch alsjeblieft naar me.’
Ze had al honderd keer hetzelfde gezegd vanaf het moment dat hij het gesprek tussen haar vader en haar had opgevangen. Opnieuw negeerde hij haar.
Waarom zou hij willen luisteren naar nog meer leugens? Uit die zachte, zoete mond had hij al meer dan genoeg onwaarheden gehoord: dat ze seksueel onervaren was, dat ze de pil had ‘vergeten’. Achteraf was hij echter nog het kwaadst omdat ze hem ‘mio amante’ had genoemd. Hij wist wel dat ze het niet had gemeend, dat ze het slechts had gezegd omdat ze door passie was overmand. Verdorie! Wat kon het hem nog schelen hoe ze hem had genoemd? Het enige waarin ze geïnteresseerd was geweest, was zijn bankrekening.
Geef het maar toe, dacht hij grimmig terwijl haar naast zich in een leren stoel liet zitten, hij had zich voor schut laten zetten. Nu haatte hij zichzelf omdat hij haar zachte zuchten, haar lieve woorden en strelingen tot zijn hart had toegelaten. Het was slechts seks geweest – zowel voor hem als voor haar. En als het toch niet meer was dan dat, zou hij daar zo veel mogelijk gebruik van maken.
De motoren werden gestart en het vliegtuig begon langzaam over de baan te taxiën. Zijn leugenachtige, achterbakse vrouw boog zich naar hem toe. ‘Nicolo,’ fluisterde ze verwoed. ‘Toe, luister nou…’
Met een ruk kwam hij overeind, greep haar pols vast en trok haar mee naar de achterzijde van het vliegtuig. Hij duwde haar de slaapcabine in en deed vervolgens de deur achter hen op slot. ‘Kleed je uit,’ beet hij haar toe.
Niet-begrijpend keek ze hem aan. Haar gezicht was lijkbleek en haar ogen glansden. ‘Nee. Nicolo –’
‘Als je je niet uitkleedt, doe ik het voor je.’
Nu liepen de tranen langs haar wangen. ‘Zo ben je niet,’ zei ze. ‘Je bent goed en aardig. Je bent –’
‘Ik ben Nick Orsini,’ zei hij terwijl hij zijn colbert en overhemd uittrok. ‘Wat jou betreft, ben ik precies de man die je had verwacht: als ik iets zie wat ik wil, neem ik het gewoon.’ Er verscheen een wrede glimlach op zijn gezicht. ‘We passen goed bij elkaar, principessa.’ Hij liep op haar af en legde zijn hand op het decolleté van de zachtroze jurk. Het was haast niet voor te stellen dat hij enkele uren geleden nog had gedacht dat zijn bruid er perfect uitzag. Met één harde ruk scheurde hij de jurk half kapot, waarna de stof om haar voeten viel.