Op een zonnige dag gingen ze winkelen in Florence, omdat Nick had opgemerkt dat hij gewoonweg niet genoeg kleding bij zich had. Die kans had Alessia als rechtgeaarde vrouw niet kunnen laten liggen, en vrolijk had ze hem van de ene winkel naar de andere gesleept.
Na de lunch kondigde hij aan dat het haar beurt was. Zonder acht te slaan op haar protesten trok hij haar een exclusieve kledingwinkel in en gaf de verkoopster de opdracht om zijn dame van top tot teen in het nieuw te steken.
Terwijl Alessia de kleding aan het passen was die de verkoopster haar liet zien, haalde Nick zijn telefoon tevoorschijn voor het gesprek dat hij steeds voor zich uit had geschoven. Al eerder had hij contact gehad met zijn persoonlijke assistente om zijn afspraken te verzetten, maar nu was het tijd om zijn broers te bellen. Aangezien Falco nog op huwelijksreis was, hoefde hij alleen met Dante en Rafe te praten.
‘Hé,’ zei Rafe, ‘waar zit je in hemelsnaam?’
‘In Florence. Ik, eh… ben iets voor vader aan het doen.’ Terwijl hij het zei, stelde hij zich voor hoe zijn broers op dat moment met hun ogen rolden.
‘Ja, we dachten al dat hij je eindelijk te pakken had gekregen. Hoe gaat het?’
Ondertussen stapte Alessia op het ronde podium voor hem en draaide een rondje, zodat de zeer korte, blauw met groene jurk om haar dijen danste.
‘Nick? Hoe gaat het?’
Hij schraapte zijn keel. ‘Goed, heel goed.’
‘Wat moet je voor hem doen?’
Grijnzend stak Nick zijn duim omhoog toen Alessia vragend haar wenkbrauwen optrok. ‘Ach, een beetje van dit en een beetje van dat. Je kent het wel,’ zei hij nonchalant.
In New York keken Dante en Rafe elkaar betekenisvol aan. O, o, zei Dante geluidloos, waarop Rafe knikte.
‘Luister,’ zei Rafe. ‘Als we iets kunnen doen om je te helpen…’
Alessia was weer terug; ditmaal droeg ze een korte rode jurk die elke ronding van haar lichaam benadrukte.
‘Nick? Heb je me gehoord? Als we kunnen helpen –’
‘Nee,’ zei Nick snel. ‘Bedankt, maar ik heb geen hulp nodig. Echt, het gaat prima. Ik denk alleen dat ik voorlopig nog niet terugkom.’
Het bleef lang stil, tot Dante uiteindelijk zei: ‘Oké, ik vraag het je maar gewoon op de man af: heeft die klus van vader iets te maken met de een of andere vrouw?’
‘Nee,’ antwoordde Nick monter.
‘Want als dat het geval is –’
‘Sorry, de verbinding valt weg,’ onderbrak Nick hem, waarna hij zijn mobieltje dichtklapte.
Het was geen leugen geweest, hield hij zich voor terwijl de verkoopster hem een stel zijden strings toonde. Het ging niet om zómaar een vrouw, maar om Alessia – die op dat moment verontwaardigd de paskamer uit kwam stormen omdat de verkoopster haar had verteld dat de signore alles wat ze had aangepast, zou betalen. Hij moest niet denken dat ze dat zou toestaan. Was hij nu helemaal gek –
‘Ik bén gek,’ zei hij zachtjes, terwijl hij haar in zijn armen nam. ‘Gek op jou.’
Hand in hand met Nicolo slenterde Alessia over de Ponte Vecchio, terwijl ze met haar andere hand speelde met het prachtige hartvormige hangertje dat hij zojuist voor haar had gekocht bij een goudsmid. Ze was gelukkig. Nee, dat was te zwak uitgedrukt. Haar hart zat vol vreugde, vol liefde. Ze had ontdekt dat haar minnaar een goede man was; vriendelijk, gul en meelevend. Hij was perfect.
Het was niet zo vreemd dat ze van hem was gaan houden. Welke vrouw zou niet als een blok voor hem vallen en hem voor eeuwig willen houden? Ja, ze wist dat ze veel te ver vooruitdacht, maar ze kon haar hoopvolle gedachten niet tegenhouden. Misschien hield hij ook van haar, misschien zou hij haar ten huwelijk vragen, misschien zou hij kinderen met haar –
Dio mio!
Al het bloed trok weg uit haar gezicht, en ze bleef plotseling stokstijf staan. Nee, zei ze tegen zichzelf, terwijl haar hart zo hard begon te bonzen dat ze bijna niets anders meer kon horen. Nee, het was onmogelijk! Vijf dagen geleden had ze ongesteld moeten worden – en het was niet gebeurd! Ze was altijd heel regelmatig…
‘Prinses?’
Aarzelend keek ze hem aan. ‘I-ik besefte opeens…’ Wacht! Blijf kalm, vermaande ze zichzelf. Op de een of andere manier slaagde ze erin om een glimlach op haar gezicht te toveren. ‘Ik moet even bij een drogist langs. Er zit er eentje vlakbij.’ Zwijgend liepen ze ernaartoe, maar toen hij met haar mee naar binnen wilde lopen, hield ze hem tegen. ‘Het is iets persoonlijks.’
Met een grote grijns zei hij plagerig dat hij oud genoeg was om niet meer van streek te raken als een vrouw dat soort dingen kocht. Het was duidelijk dat hij dacht dat ze tampons nodig had. Dio, was dat maar waar! Opnieuw glimlachte ze naar hem. ‘Dit is Italië,’ zei ze gevat. ‘De mensen hier zijn iets ouderwetser.’ Dat was niet zo, maar dat kon hij niet weten.