‘Bourbon, dan.’
‘Die heb ik helaas ook niet.’
Met samengeknepen ogen keek Nick hem aan en vroeg: ‘Is dit een grap?’
‘Nee, Mr. Orsini.’ De barkeeper – een jongen die hooguit eenentwintig jaar leek – slikte moeizaam. ‘Het spijt me echt heel erg, sir.’
‘Daar heb ik –’ Nick klemde zijn kaken op elkaar. De jongen kon er ook niets aan doen dat er vandaag alleen champagne werd geschonken. Als hij iemand wilde wurgen vanwege het gebrek aan sterkedrank, zou hij Anna moeten vinden, want zij had de catering geregeld. Bij de gedachte dat hij het zou moeten opnemen tegen zijn pittige zusje, begon hij hardop te lachen. ‘Sorry,’ zei hij. ‘Ik had een beetje genoeg van de bubbels.’
De barkeeper grijnsde opgelucht. ‘Geen probleem, Mr. Orsini. Ik heb hetzelfde met bruiloften! Dit is mijn derde in twee dagen. Als ik ga trouwen, ga ik het heel anders doen.’
Zwijgend hief Nick zijn glas, alsof hij een toost uitbracht. Dat was immers de gepaste reactie, maar stiekem dacht hij: man, waarom zou je in hemelsnaam willen trouwen? Ach, het antwoord daarop wist hij wel: een man wilde zijn stempel op de wereld drukken en kinderen om zijn naam voort te zetten. Zelf zou hij ooit ook gaan trouwen, maar hij zou niet zo dom zijn om zichzelf wijs te maken dat het uit liefde was.
Afwezig dronk hij zijn glas leeg, zette het toen op de bar en liep het terras op. Nee, als het zijn tijd was om een vrouw uit te kiezen, zou hij een vrouw uitkiezen die naadloos in zijn leven paste, die geen overdreven eisen aan hem stelde, maar tevreden was met wat hij haar zou willen geven: genoeg geld om comfortabel van te leven, en zijn respect. Respect was ook het enige wat hij van haar verlangde. Een huwelijk was in feite niets anders dan een zakelijke beslissing. Bij een overname liet hij zijn emoties niet meespelen, dus waarom zou hij dat wel doen bij het uitzoeken van een vrouw?
Ondanks zijn filosofie was hij één keer bijna de fout in gegaan. Hij troostte zich met de gedachte dat hij niet zo stom was geweest het aan iemand te vertellen.
Het was inmiddels alweer vier jaar geleden. Hij had haar ontmoet toen hij voor zaken in Seattle was. Ze was slim, grappig en bloedmooi geweest. Hoewel ze uit een machtige vooraanstaande Amerikaanse familie kwam, was ze op eigen kracht opgeklommen tot financieel directeur van de kleine onafhankelijke bank die hij had willen overnemen.
Al snel waren ze samen in bed beland – en wat had hij haar graag in zijn bed willen houden. Binnen een mum van tijd hadden ze een langeafstandsrelatie; hij vloog het ene weekend naar Seattle, en zij kwam het andere weekend naar hem in New York. Toen ze had gezegd dat ze hem vreselijk miste wanneer hij er niet was, had hij onmiddellijk toegegeven dat hij hetzelfde voelde. Hij was hard op weg geweest verliefd op haar te worden.
Onverwacht had hij een paar dagen vrij gehad, en hij had besloten haar te verrassen met een bezoek. Hij was met de Orsini-jet naar Seattle gevlogen, had zichzelf binnengelaten met de sleutel die ze hem eerder had gegeven, en was daarna zachtjes naar haar slaapkamer gelopen. Tot zijn stomme verbazing had hij zijn vriendin in bed aangetroffen met haar baas en haar lachend horen zeggen dat Nicolo absoluut een overnamebod zou doen dat ver boven de werkelijke waarde van de bank zou liggen.
‘Jij met een Orsini, schatje,’ had de man gezegd. ‘Wat een mop…’
‘Hé, zo slecht is de champagne nu ook weer niet,’ klonk het geamuseerd. Het was Rafe, die uitnodigend een flesje bier naar hem uitstak.
Met een tevreden grom nam Nick het flesje aan. ‘Je bent een held,’ zei hij. ‘Hoe kom je hieraan?’
‘Als je niets vraagt, hoef ik ook niet te liegen.’ De plagerige blik in Rafes ogen verdween, en op serieuze toon vroeg hij: ‘Gaat het? Je trok zo’n lang gezicht, dat ik dacht dat je wel een opkikkertje kon gebruiken.’
‘Wat? O, eh… ik dacht net aan die Zwitserse deal.’
‘Hé, vandaag gaan we het niet over zaken hebben,’ zei Dante, die zich bij hen voegde, ook al met een flesje bier in zijn hand. ‘Het is feest, jongens.’ Grinnikend keek hij Nick aan. ‘Volgens Gaby heeft de assistente van de cateraar een oogje op je.’
‘Natuurlijk,’ zei Nick, omdat hij wist dat dat van hem werd verwacht. Nadat zijn broers waren uitgelachen, bleven ze staan praten tot het tijd was om afscheid te nemen van de bruid en bruidegom. Eindelijk, dacht hij, nu kon hij naar huis.
Nadat hij van iedereen afscheid had genomen en zijn moeder had beloofd dat hij snel zou langskomen, liep hij met grote passen door de lange gang naar de voordeur. Gelukkig was zijn vader nergens te bekennen; hij had geen enkele behoefte hem te zien en –
‘Nicolo.’