Blijkbaar had die kus een stuk minder indruk op haar gemaakt dan op hem. ‘Ik was van plan het zilver te stelen,’ zei hij met een scheve grijns.
‘Ik bedoelde niet…’ Ze liep begon nog harder te blozen. ‘Je liet me schrikken, dat was alles.’
‘Sorry,’ zei hij schouderophalend. ‘Ik heb hardgelopen en wilde wat drinken.’ Hij kon het niet laten zijn blik nog eens over haar heen te laten gaan. ‘Zo te zien ben jij er ook op uit geweest.’
Alessia slikte moeizaam. Zijn opmerking zat haar dwars, hoewel dat nergens op sloeg. Wat maakte het uit dat hij wist dat ze was gaan joggen? Daar maakte ze iedere ochtend tijd voor, omdat ze jaren geleden had ontdekt hoe bevrijdend joggen kon zijn. Als je maar hard genoeg rende, kon je al je problemen voor een korte tijd achter je laten. Bovendien hield ze van de bijbehorende sensaties: de brandende spieren, het zweet dat over je rug liep. Uiteraard vond haar vader het niets voor een dame; misschien was dat ook wel deels de aantrekkingskracht.
Waarom keek Nicolo toch zo naar haar? Het leek wel een streling, zoals zijn ogen dwaalden over haar mond, hals en hele lichaam. Ze voelde zich naakt onder die blik – hoewel ze nu meer aanhad dan ze op het strand droeg – omdat hij een kant van haar zag die hem niets aanging.
Haar gedachten gingen als vanzelf naar hun kus van vannacht – een kus waar ze enthousiast aan had meegedaan. Tot haar afschuw voelde ze haar tepels hard worden onder het natte katoen, alsof haar lichaam ernaar verlangde door hem te worden aangeraakt. Haar instinct zei haar dat ze op de vlucht moest slaan, maar dat zou het gevaarlijkste zijn wat ze kon doen. Daarom hief ze haar hoofd op en zei koel: ‘Dit is mijn huis. Het staat me vrij om te gaan joggen als ik dat wil.’ Dio, wat klonk dat belachelijk! Waarom raakte ze toch zo in de war van deze man?
Met samengeknepen ogen sloeg hij zijn gebruinde gespierde armen over elkaar voor zijn brede borstkas. ‘Natuurlijk,’ zei hij toonloos. ‘Ik had toestemming moeten vragen.’
‘Nee, zo bedoel ik het niet!’ Wat ze er wel mee had willen zeggen, wist ze helaas ook niet. Gauw haalde ze een fles water uit de koelkast om aan hem te geven. ‘Je zult wel dorst hebben.’
‘Bedankt.’ Met een kleine glimlach nam hij de fles aan, waarbij zijn vingers heel even de hare raakten.
Toen er een kleine elektrische schok door haar heen trok, zei ze met een zenuwachtig lachje: ‘Statische elektriciteit.’
‘Er sprong zeker een vonk over.’ Nadat hij een laatste, doordringende blik op haar had geworpen, draaide hij de dop van de fles los en nam een grote slok. Een kleine druppel ontsnapte via zijn onderlip en liep langs zijn gebronsde keel naar beneden.
Als ze het water met haar tong zou oplikken, zou het zout smaken, fluisterde een stemmetje in haar achterhoofd. Onwillekeurig maakte ze een geluid dat het midden hield tussen een zucht en een kreun en dat ze snel verborg door te kuchen. Aan haar knikkende knieën kon ze echter weinig doen.
Hij liet de fles zakken en keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan.
Zeg dan iets, vermaande ze zichzelf, iets slims. Was het niet haar beroep om met cliënten te praten, om te bemiddelen tussen groepen mensen die vaak vijandig tegenover elkaar stonden? Er kwam echter geen woord over haar lippen. Haar hersenen, daarentegen, maakten overuren. Dio, wat was hij toch knap! Ze mocht hem niet – ze zou hem nooit aardig vinden – maar dat weerhield haar er niet van om te constateren dat hij er spectaculair uitzag. Zijn brede schouders en gespierde borstkas tekenden zich duidelijk af onder zijn natte T-shirt. Zijn platte buik ging over in smalle heupen en lange gespierde benen. Zijn engelachtige – of was het juist duivelse – gezicht was sterk en mannelijk. Met die harde mond kon hij zowel met een duistere passie als met een zachte tederheid bezit van haar nemen.
‘…met zijn tweeën. Jij en ik.’
Verward knipperde ze met haar ogen. Haar gezicht werd warm toen ze zag dat hij haar nauwlettend in de gaten hield met die donkere ogen omringd met dikke, zwarte wimpers. ‘Jij en ik wat?’
Opnieuw schoten zijn wenkbrauwen omhoog.
‘Samen hardlopen. Waar dacht je anders dat ik het over had?’
‘O, eh… nee, dat lijkt me niet verstandig. Ik bedoel, eh…’ Verdorie, waarom stamelde ze toch zo? Om tijd te winnen, wendde ze zich van hem af om haar lege waterfles op het aanrecht te zetten. ‘We moeten opschieten,’ zei ze zo kordaat mogelijk. ‘De ontmoeting met mijn vaders team is over een uur.’
Met kaarsrechte rug en haar hoofd fier omhoog liep ze langs hem heen met alle allures van een echte prinses, hoewel Nick heel goed wist dat ze een paar minuten lang iemand anders was geweest. Het was zeker niet de eerste keer dat een vrouw zo naar hem had gekeken; hij wist wat dat inhield. De vlinders die hij nu in zijn buik voelde dankzij die blik, had hij echter nooit eerder gevoeld.