Bovendien was de waarheid te vernederend. Wat haar betrof, zou niemand er ooit achter komen dat ze haar rijbewijs pas een paar jaar geleden had gehaald. Of dat ze daarvoor haar vader haar hele leven had laten bepalen. Deze Amerikaanse gangster kon onmogelijk begrijpen hoe het was om op te groeien met een zelfzuchtige vader die niets om zijn gezin gaf.
Op haar achttiende had ze om rijlessen gevraagd, maar volgens haar vader paste dat niet bij haar status. Niet veel later was ze in Rome aan een kleine universiteit gaan studeren en had ze dankzij het openbaar vervoer geen behoefte gehad aan een eigen auto. Het was sowieso makkelijker geweest niet in discussie te gaan met haar vader.
Vlak voordat ze eenentwintig was geworden, was ze afgestudeerd. In een opwelling had ze haar bul meegenomen tijdens een bezoek aan het sanatorio. Haar moeder had het overdadig versierde vel papier bestudeerd, waarna ze Alessia had aangekeken en had gezegd: ‘Doe iets met je leven, mia bambina. Laat hem je levenslust niet afnemen.’
Haar moeders woorden waren een openbaring voor haar geweest. Zodra ze thuis was gekomen, had ze haar koffers gepakt en het huis verlaten om met drie andere jonge vrouwen in een appartement in Rome te gaan wonen. Haar vader was witheet van woede geweest. Hoe durfde ze ongehoorzaam te zijn? Voor straf had hij haar toelage stopgezet, maar daar had ze zich niet door laten tegenhouden. Haar dure opleiding was waardeloos, tenzij ze een rijke man aan de haak wilde slaan – precies waar haar vader op had gehoopt – dus was ze aan de slag gegaan als serveerster.
Op een ochtend was ze wakker geworden met de gedachte dat het eigenlijk te triest voor woorden was dat ze nog steeds niet kon autorijden. Een van haar flatgenoten had een oude Fiat, en ze had haar gevraagd om haar rijles te geven. Haar vriendin had bijna non-stop schietgebedjes gepreveld vanaf het moment dat ze achter het stuur was gekropen, maar aan het einde van de dag kon ze min of meer een auto besturen.
Op de een of andere wonderbaarlijke wijze was ze er later in geslaagd haar rijbewijs te halen. Het leek haar sterk dat ze zich ooit op haar gemak zou voelen achter het stuur – zeker niet met een vreemde naast haar, en al helemaal niet met Nicolo Orsini. Hij was zo sterk aanwezig, dat ze het gevoel had dat er helemaal geen ruimte meer voor haar was. Het was geen wonder dat ze zich ongemakkelijk voelde op de overvolle weg in de overvolle auto…
‘Figlio di puttana!’
Nicolo’s uitroep klonk bijna even hard als het getoeter van de gigantische vrachtwagen waar ze bijna tegenaan was gereden. Ze had niet eens gemerkt dat ze niet meer op haar eigen weghelft reed! Voor ze kon reageren, had hij zijn handen al over de hare geplaatst en de auto naar hun eigen rijbaan gestuurd. Alles bij elkaar had het nog geen seconde geduurd, maar toch had ze haar hele leven aan zich voorbij zien trekken.
‘Nu is het genoeg geweest!’ brulde Nick. ‘Zet hem aan de kant.’ Met zijn handen nog steeds op het stuur nam hij de controle over en stuurde de auto naar de vluchtstrook. ‘Rem dan!’ riep hij wanhopig, waarna hij in gedachten een dankgebedje zei omdat ze voor de verandering deed wat hij vroeg. Nadat de auto hortend en stotend tot stilstand was gekomen, zette hij vlug de motor uit.
Een moment lang bleven ze allebei roerloos zitten. Toen liet hij het stuur los en legde zij haar handen op haar schoot. Op het geraas van de snelweg en het getik van de afkoelende motor na was het muisstil.
Het duurde even voordat zijn hart weer een beetje tot bedaren was gekomen. Ondertussen vocht hij om kalm te blijven. Toen hij eindelijk wat zei, kraakte zijn stem van de spanning: ‘Stap uit, Alessia.’
Niet-begrijpend keek ze hem aan. ‘Sorry?’
‘Doe het!’
‘Ik neem van niemand bevelen aan,’ zei ze korzelig.
Terwijl hij een reeks Siciliaanse krachttermen uitte die sinds zijn jeugd niet meer over zijn lippen waren gekomen, opende hij zijn eigen portier, liep met grote stappen om de auto heen, rukte haar portier open en maakte vervolgens haar gordel los. Zonder omhaal trok hij haar uit de auto.
‘Wat denkt u dat u aan het doen bent?’ vroeg ze met overslaande stem. Fanatiek probeerde ze zich los te worstelen uit zijn greep. ‘Verdorie! U hebt het recht niet!’
‘We waren bijna dood geweest.’
‘Dat was niet mijn schuld. Die chauffeur –’
‘Die arme man heeft het waarschijnlijk in zijn broek gedaan van angst.’
‘U bent niet alleen lomp, maar ook grof.’
‘Ik vorm in ieder geval geen gevaar voor iedereen in een straal van honderd kilometer.’
Bijna was Alessia in tranen uitgebarsten, want hij had gelijk. Natuurlijk vond ze het vreselijk wat er zojuist was gebeurd, maar dat betekende niet dat ze dat aan hem zou bekennen. ‘Laat me onmiddellijk los,’ zei ze scherp.