‘Ik heb geen flauw idee welke papieren u hebt gezien, en het interesseert me ook niets. U kunt gaan.’
Haar bevel negerend, ging hij verder: ‘Antoninni Vineyards staat op het randje van de afgrond.’
‘Dat zijn uw zaken niet.’
‘Doordat het vier jaar op rij slecht weer was, raakten de druiven beschadigd. Uw vader heeft toen nieuwe wijnstokken laten planten, maar die waren van slechte kwaliteit. Daarnaast heeft hij waardeloze marketingbeslissingen genomen. Ik heb geen verstand van wijnbouw –’
‘Wat fijn dat u dat toegeeft.’
‘– maar ik weet alles af van goede investeringen. Nadat ik de verschillende cijfers had opgeteld, kwam ik er al snel achter dat de dingen die uw vader uit het rapport heeft weggelaten, minstens zo belangrijk zijn als de dingen die hij wel heeft vermeld.’
‘Ik weet niet waar u het over hebt.’
‘Ik denk van wel. De prins heeft geld uit de wijngaard gehaald. Waar is het aan opgegaan? Paardenraces, casino’s en vrouwen?’
Furieus probeerde ze haar hand los te rukken. ‘Deze conversatie is voorbij!’
‘Zonder een kapitaalinjectie gaat uw familiebedrijf ten onder.’
‘Alsof u het recht hebt om iets te zeggen over familiebedrijven,’ zei ze, rood aanlopend.
Het was een goede steek onder water. Dat ze de plank volledig missloeg, kon ze niet weten, en hij was ook niet van plan haar daarop te wijzen. Laat haar maar denken dat ze de hulp moet accepteren van de famiglia, dacht hij venijnig. ‘Waar het op neerkomt,’ zei hij hardop, ‘is dat u mijn geld nodig hebt. Ik durf mijn laatste cent erom te verwedden dat uw vader u daar graag aan zal herinneren.’
‘Ik heb niets nodig van een man als u!’
‘Dan zal het zo gedaan zijn met het koninklijke leventje dat uw familie al vijfhonderd jaar leidt.’
‘Denkt u echt dat ik daar iets om geef?’
‘In ieder geval genoeg om vandaag op te komen draven.’
‘U zit er helemaal naast, Mr. Orsini. Ik ben hier alleen omdat…’ Haar stem stierf weg, en ze knipperde verwoed met haar ogen.
Aan haar gezicht kon hij zien dat er opeens iets belangrijks tot haar doordrong. Hij kon wel raden wat: de prins had haar gestuurd als ontvangstcomité, maar ze had net zo goed een chauffeur kunnen zijn die de investeerder kwam ophalen van het vliegveld. ‘Wat is er?’ vroeg hij quasibeleefd. ‘Wilt u me niet meer kwijt?’ Toen ze geen antwoord gaf op zijn vraag, haalde hij zijn mobieltje tevoorschijn en hield het naar haar uit. ‘Hier, bel de prins. Laten we eens vragen of hij me ook naar huis wil sturen.’
Alessia keek naar het apparaatje alsof het haar elk moment kon bijten. Vervolgens keek ze weer naar de man die het ding vasthield. Bastardo insolente! Hij wist heel goed dat ze niet zou bellen, ook al kon hij niet weten waarom. Mama, dacht ze bij zichzelf, hoe kon ik jou vergeten?
Even had ze de realiteit uit het oog verloren door de woede die deze man bij haar opwekte, maar nu kwam alles weer terug. Als ze ervoor wilde zorgen dat haar moeder in het sanatorio mocht blijven, kon ze Nicolo Orsini niet wegsturen.
Wat verachtte ze hem! Zijn machogedrag, zijn meedogenloze werk – als je wat er door de famiglia werd gedaan, werk kon noemen – en dan die kus! Klakkeloos was hij ervan uitgegaan dat ze hem onweerstaanbaar zou vinden, dat ze zich gedwee zou voegen naar zijn wensen, omdat het er zo aan toeging in zijn door mannen gedomineerde wereld.
Verachting dekte bijlange na de lading niet.
Toch zat ze met hem opgezadeld. Het was maar goed dat dit precies een kolfje naar haar hand was. Haar vader dacht ongetwijfeld dat haar baan in public relations weinig voorstelde, maar het was in feite loodzwaar werk.
In het kort kwam het erop neer dat ze erop toezag dat hun cliënten zich aan hun afspraken hielden, en deed ze haar best te voorkomen dat ze zichzelf voor paal zetten. Zodra ze dit toch hadden gedaan, zorgde zij ervoor dat de schade zo veel mogelijk binnen de perken bleef. Er zaten veel aardige getalenteerde mensen bij, maar een kleine groep vond zichzelf superieur omdat ze geld, macht en niet zelden een knap uiterlijk hadden. Het leed geen twijfel onder welke categorie Nicolo Orsini viel, maar ook hem kon ze wel aan. Ze had geen keus.
‘Is er iets, prinses? Weet u het telefoonnummer niet meer?’
Verdwaasd knipperde ze met haar ogen, voordat ze hem aankeek. Het viel haar opnieuw op hoe knap en mannelijk de gangster was. Lang en gespierd lichaam, koffiebruin haar, donkere ogen, rechte neus, vastberaden mond en uitgesproken gelaatstrekken. En dan die lippen… Ze wist precies hoe het was om die tegen de hare te voelen. Als ze haar lippen een beetje vaneen had gedaan, had ze nu kunnen weten hoe hij smaakte…
‘Kijk maar goed, prinses. Ziet u misschien iets wat u bevalt?’