Zijn mondhoeken gingen nauwelijks zichtbaar omhoog. ‘Is dat zo?’ vroeg hij, op een toon die duidelijk maakte dat ze hem niet voor de gek hield.
‘Ik waarschuw u, signore, als u nog één keer zoiets uithaalt, dan –’
‘Laat de dreigementen maar zitten. We weten allebei dat u machteloos bent.’
Dio, wat haatte ze hem! Koppig stak ze haar kin naar voren. ‘Sei un barbaro!’
‘Ja? Ben ik een barbaar?’ Grijnzend ging hij verder: ‘Toe maar, schatje. Ga vooral zo door.’ De grijns verdween abrupt. ‘Zolang u niet vergeet dat ik degene ben met het geld, zullen we er samen best uitkomen.’
Bij het horen van die woorden ontplofte ze. ‘Geen sprake van, signore.’ Opstandig rechtte ze haar rug, en met opgeheven hoofd zei ze: ‘De plannen zijn veranderd: Antoninni Vineyards is geen investeringsobject meer. U bent voor niets gekomen.’
Verbaasd trok Nick zijn wenkbrauwen op. Hij had er geen probleem mee dat de principessa hem minachtte, want zo’n hoge dunk had hij ook niet van haar. Wat hem echter wel dwarszat, was dat hij niet precies wist waarom hij haar had gekust. In eerste instantie had hij haar een toontje lager willen laten zingen, maar normaal gesproken ging hij toch echt niet zo met vrouwen om. Hoeveel minpunten hij ook mocht hebben, hij zou seks nooit als een wapen gebruiken. Hij was er de man niet naar om iets te nemen wat een vrouw niet vrijwillig en met plezier wilde geven.
Zo te zien was hij er trouwens niet eens in geslaagd om haar van haar stuk te brengen; haar houding was even kil en afkeurend als voorheen. Blijkbaar had hij het zich verbeeld dat er tijdens de laatste paar seconden van hun kus iets was veranderd. Dat haar mond zachter was geworden, dat ze zich ontspannen tegen hem had aan genesteld, dat ze haar lippen vaneen had gedaan voor hem, dat ze had gekreund…
Of was híj degene geweest die had gekreund?
‘Begrijpt u me, Signore Orsini? Ga naar huis. Ga terug naar uw eigen mensen. U hebt hier niets meer te zoeken.’
De boodschap was glashelder, dacht hij geïrriteerd. Naast een barbaar was hij ook nog eens een Siciliaanse schurk. Een Orsini. Een vrouw als zij keek niet verder dan dat.
‘We zullen uw onkosten uiteraard vergoeden.’
Met zijn armen over elkaar geslagen, leunde hij op zijn gemak tegen de auto, en hij toverde een glimlach op zijn gezicht die menig tegenstander schrik had aangejaagd – zowel in de vergaderruimte als tijdens gevechten in de woestijn. Als ze toch zo’n slecht beeld van hem had, dacht hij furieus, dan wilde hij haar vooral niet teleurstellen. ‘Wat een gul aanbod,’ zei hij zachtjes.
‘Inderdaad. En nu, signore…’
‘Gaat u ervan uit dat ik nu netjes afscheid zal nemen?’
‘Niet, dan?’ vroeg ze hooghartig.
Om duidelijk te maken dat hij niet bepaald onder de indruk was van haar, liet hij zijn blik nadrukkelijk over haar hele lichaam glijden, van haar ongemakkelijke pumps en gekreukte zijden pak tot de lichtblonde lokken die aan haar wrong waren ontsnapt en haar ovalen gezicht omlijstten. Eerlijk gezegd leek het alsof ze zojuist uit iemands bed was gestapt. Zíjn bed. Zijn lichaam reageerde meteen op de beelden die voor zijn geestesoog verschenen. Hoe zou het zijn om de arrogante prinses van haar kleding te ontdoen en alles in de strijd te gooien om haar ijzige houding te laten omslaan in verzengende passie?
Wacht eens even, waar kwam dat opeens vandaan? Hij moest toegeven dat Alessia Antoninni een prachtige vrouw was – zoals een standbeeld prachtig was, dan, want zacht, warm of vriendelijk kon je haar niet noemen. Het maakte hem razend dat hij erover had gedacht om met haar naar bed te gaan, laat staan dat hij haar echt had gekust! Woedend richtte hij zich weer tot haar. ‘U hebt gelijk,’ zei hij bruusk. ‘Ik heb een lange reis achter de rug. Acht uur vliegen en een flinke vertraging bij het overstappen, het tikt allemaal aan.’
‘En u verwacht per direct gecompenseerd te worden,’ stelde ze vast, waarna ze haar handtas opende en een chequeboekje tevoorschijn haalde. ‘Zeg maar hoeveel.’
Ferm greep hij haar bij haar pols vast. ‘Bent u altijd zo zeker van uw zaak, prinses? Of alleen bij mij?’
Haar ogen leken vuur te schieten. ‘Laat me los, Mr. Orsini.’
‘Aha, nu ik uw spelletje niet meer meespeel, ben ik opeens geen signore meer.’
‘Ik heb geen idee wat u bedoelt. En als u me niet loslaat, dan –’
‘Gaat u nu alweer dreigen, principessa?’ Met een grimmige glimlach ging hij door: ‘Misschien kunt u beter eerst luisteren voordat u allerlei dreigementen begint te roepen.’
‘Naar wat?’ wilde ze op hoge toon van hem weten.
Als blikken konden doden, had hij allang het loodje gelegd. Prima, dacht hij fel. Hoe zekerder ze van zichzelf was, hoe meer hij ervan zou genieten wanneer ze onderuitging. Zonder plichtplegingen trok hij haar naar zich toe. ‘Zoals ik al zei, duurde de vlucht erg lang, en in die tijd heb ik het papierwerk van de wijngaard bestudeerd dat uw vader had gestuurd. Het was zeer gedetailleerd, maar er ontbraken ook veel gegevens.’