Elle droeg een ivoorkleurige zijden jurk, een groot boeket met witte orchideeën en de sluier van haar nieuwe schoonmoeder, Sofia, die glom van trots. In het kuiltje in haar hals glinsterde een hartvormige kanariegele diamant, evenals aan de ringvinger van haar linkerhand.
Ook Falco zag er prachtig uit in het pak dat hij ook op Hawaï had gedragen, op wat Elle hun eerste afspraakje noemde.
Isabella, Anna, Chiara en Gabriella waren bruidsmeisjes, en ook zij zagen er beeldig uit in hun roze zijden jurken.
Elles nieuwe zwagers kusten haar en verwelkomden haar in de familie.
De receptie werd gehouden in de serre van de Orsini-villa. Iedereen lachte, dronk champagne, at kreeft en kaviaar en had zelfs nog ruimte over voor een hapje van de enorme bruidstaart.
Aan het eind van de middag keerde de rust terug. Het bruidspaar was ertussenuit geglipt, op weg naar Hawaï, waar ze op huwelijksreis gingen. Maui werd deze keer vermeden. Dante en Gaby vertrokken ook met hun zoon Daniël, die al in slaap was gevallen in zijn vaders armen. Ook Rafe en de zwangere Chiara, die beiden straalden van geluk, namen afscheid.
De laatste broer, Nicolo, kuste zijn moeder en ontweek zijn vader, zoals hij de hele dag al had gedaan en zoals hij eigenlijk altijd deed. Hij mocht Cesare net zo min als zijn broers. Bovendien was Nick zich er bewust van dat het hem tot nu toe was gelukt het gesprek met Cesare te vermijden waarop zijn vader enkele maanden eerder, tijdens het huwelijk van Dante en Gabriella, al had aangestuurd.
Net als Falco had hij destijds de boodschap gekregen dat hun vader hen wilde spreken. Falco was het eerst naar binnen gegaan. Nick had een paar minuten gewacht, maar was het toen zat geweest, en hij had aanstalten gemaakt om weg te lopen. Felix, de rechterhand van zijn vader, had hem met zijn hand tegengehouden.
‘Ik dans niet naar zijn pijpen,’ had Nick kil gezegd. ‘Als hij me wil spreken, kan hij bellen en een afspraak maken.’ Toen hij niets meer had gehoord, had hij gedacht dat hij nu onder nog zo’n speech uit was gekomen over wat zijn vader vond dat er na zijn dood moest gebeuren.
‘Nicolo.’
Nick gromde; hij was verdorie al bijna bij de voordeur. Na diep adem te hebben gehaald, draaide hij zich om. ‘Vader,’ sprak hij beleefd.
‘We moeten praten.’
‘Ik heb een afspraak. En we hebben niets om over te praten.’
Cesares lippen vormden een glimlach om de dikke Havana-sigaar die hij zonder hem te hebben aangestoken tussen zijn tanden hield. ‘Toch wel. Je bent me trouwens ook nog een paar minuten schuldig. Dacht je dat ik niet meer wist dat je er de vorige keer tussenuit bent geknepen?’
‘Ik was er niet tussenuit geknepen, ik had alleen geen zin meer om als een van je onderdanen te moeten wachten tot je tijd voor me had.’
‘Precies. Jij bent niet een van mijn onderdanen, je bent mijn zoon. Je kunt toch zeker wel even met me praten, zoals je drie broers ook hebben gedaan?’
Nick klemde zijn kaken opeen. Zijn vader had gelijk: Dante, Raffaele en Falco hadden de foltering doorstaan, nu was hij aan de beurt – en hij liep nooit weg voor zijn verantwoordelijkheid. ‘Vijf minuten,’ zei hij bruusk, ‘meer niet.’
‘Natuurlijk, Nicolo,’ reageerde Cesare onbewogen. ‘In mijn studeerkamer, per favore, ja?’
Met grote passen Nick liep naar het donkere vertrek waarvandaan Cesare zijn imperium bestuurde. ‘Wat je ook wilt zeggen, het kan maar beter interessant zijn.’
De capo van zijn vader stapte geruisloos als een kat uit de schaduw.
Cesare liet hem met een handgebaar tot stilstand komen en volgde zijn zoon de studeerkamer binnen. ‘Geloof me, Nicolo,’ zei hij, en hij sloot de deur. ‘Dat is het.’