Zonder om te kijken, griste Falco de map uit zijn hand. Hij had geen zin meer om tegen hem in te gaan.
Eenmaal terug in zijn huis in de stad, had hij vier mannen bedacht die deze klus op zich zouden kunnen nemen. Hij schonk een cognac in, pakte de map en zijn mobiele telefoon en liep de ommuurde tuin in. De zon ging bijna onder. Het was fris, maar hij was hier graag, waar het geluid van Manhattan werd buitengesloten.
Er zat niet veel in de map waar hij iets aan had. Informatie over de film, een brief van de producent aan Cesare, en de foto van haar in kant en de bewerkte kopie. Er was nog een foto die zijn vader hem niet had laten zien, van haar op het strand. Ze keek over haar schouder naar de camera. Geen kant deze keer, en geen stilettohakken. In plaats daarvan droeg ze een T-shirt en een korte broek.
Falco legde de drie foto’s op een glazen tafel en bekeek ze een voor een. Wie ervan hield, zou opgewonden raken van de foto waar ze zo sexy en mysterieus op stond. Aan hem was het niet besteed. Natuurlijk, hij hield best van rood en kant en stilettohakken, wie niet? Maar haar pose was zo nep, evenals haar glimlach. Ze kon iedereen zo aankijken als ze wilde.
De bewerkte foto gaf hem een akelig gevoel. Het was een openlijke bedreiging. Grof, maar effectief.
De derde foto raakte hem. Op deze foto was ze zich niet zo bewust van zichzelf en poseerde ze niet; ze was gewoon een mooie vrouw die op het strand liep. Meer had ze niet nodig om er prachtig uit te zien. Maar er zat meer achter.
Ze had gevoeld dat iemand naar haar keek. In zijn oude leven had hij vaak genoeg mensen bekeken om te weten hoe mensen eruitzien als ze vermoedden dat iemand ze ongewenst bekeek. Hij zag het in haar ogen. Aan haar gespannen kaak. Aan de manier waarop ze haar haren uit haar gezicht hield. Hij zag behoedzaamheid en angst, maar ook vastberadenheid en opstandigheid. Een houding die ondanks alles uitstraalde dat ze niet met zich liet sollen.
‘Verdraaid,’ mompelde Falco. Hij greep zijn mobiele telefoon en regelde voor de volgende ochtend een vlucht naar het westen.
Hoofdstuk 2
Elle had het grootste deel van de ochtend bij een vreemde in bed gelegen. Hij was lang, zag er goed uit en kon waarschijnlijk goed zoenen, maar dat wist ze niet goed. Zoenen deed haar niet veel. Bijna elke Amerikaanse vrouw van boven de zestien wist er waarschijnlijk meer van dan zij, maar dat betekende nog niet dat ze niet wist hoe ze het er fantastisch uit kon laten zien, zeker met een man die er zo uitzag als deze.
Zoenen was net als lopen, praten, lachen, huilen en al het andere wat je als actrice deed. Het hoorde erbij. Het was haar werk om de man die haar in zijn armen hield te kussen. Er waren ongetwijfeld een heleboel vrouwen die graag met haar zouden ruilen. Fans, andere actrices… Chad Scott was wereldberoemd en ongekend populair – en in deze scène was hij helemaal van haar.
Ze wist dat ze blij moest zijn. Waarom lukte het haar dan niet zich in haar rol in te leven? Liefdesscènes waren altijd moeilijk, maar vandaag… Vandaag lukte het helemaal niet. En dat lag niet aan haar tegenspeler.
Aanvankelijk was ze bang geweest dat Chad arrogant zou zijn, maar hij was echt aardig. Toen ze enkele dagen geleden aan elkaar waren voorgesteld, had hij haar hand geschud en zijn excuses gemaakt voor het feit dat hij laat was. Dat had hij niet hoeven doen. Vijf minuten hadden ze over koetjes en kalfjes gepraat, en daarna hadden ze hun tekst doorgenomen. Uiteindelijk hadden ze hun eerste scène opgenomen.
Vandaag namen ze hun eerste liefdesscène op; een scène die centraal zou staan in de film. De set was eenvoudig: het zag eruit alsof de dekens nonchalant over het zand naast de grote cactus waren gespreid. Ze droeg een onderjurk zonder schouderbandjes. De camera zou alleen haar hoofd, armen en ontblote schouders in beeld brengen, om de illusie te wekken dat ze naakt was. Chad droeg alleen een spijkerbroek. Om zich heen zag ze kabels, reflectoren, microfoons aan hengels en de grote hoeveelheid mensen die ervoor nodig was om zelfs de eenvoudigste scène op te nemen. Antonio Farinelli, de regisseur, had hen gezegd dat hij hoopte dat het er in één keer op stond.
Ze hadden de scène nu vier keer gespeeld. Een plotselinge windvlaag had de opnamen de eerste keer stilgelegd, maar de drie volgende pogingen… Twee keer was ze haar tekst vergeten, en de derde keer had ze over Chads schouder gekeken in plaats van in zijn ogen. Bij elke cut had Farinelli iets kwader geklonken.
Met een zucht ging Elle rechtop zitten, nu de regisseur met de man van de belichting sprak. Haar tegenspeler deed hetzelfde en rekte zich uit. Chad had erg fijn op de vertragingen gereageerd. Hij had duidelijk gemerkt dat ze problemen had en had grapjes gemaakt. ‘Ach,’ had hij gezegd, ‘ik had me toch geschoren vanochtend? En trek het je niet aan, meisje, mijn vrouw heeft al eens op zo’n moment als dit gezegd dat we het plafond moesten witten.’