'Heb je een verband gevonden?'
'You bet. Nazi-Duitsland was een zeer goed geregelde samenleving. Zelfs kopstukken als Von Lewinski moesten door de bureaucratische molen als ze waardevolle spullen vanuit Duitsland wilden sturen. En op die manier heb ik een verwijzing naar de verzameling gevonden. Ik heb de laatste vier dagen doorgebracht in het Bundesarchiv, het Duitse rijksarchief. In de registers van de douane van voor 1935, die ironisch genoeg bewaard zijn gebleven omdat ze ver voor de oorlog naar een bomvrij gewelf zijn overgebracht, vond ik een verwijzing naar exportdocumenten voor Maximilian von Lewinski's boekenverzameling, die samen met zijn kunst en diverse familierelikwieën in 1935 het land uit werd gestuurd. Naar Chicago!'
'Naar zijn broer?'
'Maximilian stuurde zijn kunst en zijn boekverzameling naar zijn broer Uwe. Hoewel er niets specifieks wordt gemeld betreffende historische brieven en manuscripten, neem ik aan dat Maximilian von Lewinski een verzameling verstopte in zijn eigen omvangrijke bibliotheek.'
'Zonder dat iemand dat opmerkte?'
'Dat is niet zo vreemd. Een paar duizend documenten nemen niet zo veel plaats in. Vooral niet als je ze verdeelt onder tienduizenden prachtige boeken die in houten kisten lagen opgeslagen tussen houtwol en proppen krantenpapier.'
'Is de verzameling er nog?'
'Hij bestaat niet alleen. Ik heb ook ontdekt waar hij is. Je raadt het nooit.'
'Waar?'
'Vlak onder onze neus.'
'Waar?'
'Maximilian is tijdens de oorlog gestorven. Zijn broer Uwe heeft nooit zijn interesse voor kunst en boeken gedeeld. Meer dan zestig jaar heeft Maximilian von Lewinski's verzameling ingepakt bij Uwe von Lewinski gestaan. Ongeopend! Toen Maximilian stierf, nam Uwe niet de moeite om de kisten open te maken. Hij verhuisde ze naar de zolder. Uwe von Lewinski stierf in 1962 en zijn zoon Albert was een jaar eerder omgekomen bij een vliegtuigongeluk. Kinderloos. De erfgenamen - een wirwar van neven, nichten, achterneven en achternichten - hebben een vluchtige blik geworpen op de oude boeken en de verzameling gedoneerd, aan - houd je vast - de Library of Congress!'
Als we de verbinding verbreken, klinkt er twee keer een klik in de hoorn.
Ineens hoor ik Laura's stem weer:'... op de oude boeken en de verzameling gedoneerd ...' voordat de zoemtoon het overneemt.
De jacht
AMERIKA
1
Als ik in Amerika aankom, is de nacht al gevallen.
Washington D.C. is een oneindige zee van licht. Straten en gebouwen fonkelen en glinsteren. Uit het vliegtuigraam zie ik talloze koplampen die witte en rode strepen maken en als een vallende ster uitdoven.
Laura Kocherhans staat in de aankomsthal op me te wachten. Ik had geen idee dat ze er zo lief uit zou zien. Zij op haar beurt was niet voorbereid op het feit dat ik een albino ben. Voor de meeste vrouwen zie ik eruit als iemand die te lang in bad heeft gelegen. Mede daarom wordt onze eerste kennismaking een tamelijk onhandige chaos van omhelzingen en krukken.
Buiten ruikt de klamme duisternis naar uitlaatgassen, motregen en een vleugje van Laura's parfum. We staan tien minuten in de rij voor een taxi voordat we over een achtbaansweg onder rijen groene borden door naar het hotel zoeven.
Het hotel is een oase in de nacht.
Een piccolo draagt mijn koffer van de receptie naar boven naar kamer 3534, naast de kamer waarin Laura haar intrek heeft genomen.
We spreken af nog even wat te drinken in de hotelbar nadat ik heb gedoucht en uitgepakt. Laura zit al te wachten als ik met de lift beneden kom. Ze is een bezienswaardigheid. Ik denk, met een geïsoleerd en verdacht gedeelte van mijn hersenen, dat een vrouw genetisch nauwelijks perfecter kan worden. Ik zet mijn krukken tegen de bar en klauter moeizaam op de zitplaats naast haar. Meerdere mensen in de bar kijken ons wantrouwend aan. Beauty and the Beast. Ik bestel een gin-tonic. Dat is het enige drankje waarvan ik me de naam herinner. Laura drinkt iets roods met een parasol erin. Ze vertelt dat we morgenochtend vroeg een afspraak hebben in de Library of Congress.
Een van de mannen in de bar staart me langdurig aan. Dat komt waarschijnlijk omdat hij zich afvraagt waarom Laura met zo'n mager bleekgezicht omgaat. Of hij is een spion die de sjeik heeft gestuurd om me in de gaten te houden.
Ik schraap mijn keel en vraag Laura of ze zich ... tja, gevolgd heeft gevoeld ... sinds ze op zoek is naar de Lewinski-verzameling.
Ze lacht. 'Helaas is mijn leven niet zo dramatisch.' Haar lach bezorgt me de kriebels.
'Niemand die je meerdere malen hebt teruggezien? Niemand heeft je met zijn blikken gevolgd? Meer dan je gewend bent', voeg ik er overdreven grappig aan toe.
'Nee, helaas.' Ze grinnikt. 'Of ja, trouwens. Een IT-specialist in het rijksarchief in Berlijn. Niet mijn type.'
De man die ons in de gaten houdt, ziet er Arabisch uit. Hij had zich echt moeten scheren. Als onze blikken elkaar voor de vierde keer kruisen, leegt hij zijn glas en vertrekt.