Hoeder Trym schreef deze woorden 25 zomers na de dood van de heilige Olav
De wijze man Asim rust samen met Sint-Olav aan de zijde van de Heilige en waakt tot in de eeuwigheid over hem
De Sunniva-grot.
Niet de Dollstein-grot, zoals iedereen dacht.
De grafkamer ligt diep in de Sunniva-grot op het eiland Selja in Selje in het uiterste puntje van Nordfjord in de provincie Sogn en Fjordane - de bisschopszetel tot 1170 voor de Gulating.
Door de mist hoor ik de schreeuw van een gewonde vogel. Ik hoop in elk geval dat het een vogel is. Om mij heen zoemt het van de activiteit. Elektronische oproepsignalen piepen door walkietalkies. Er is veel politie gestationeerd op het eiland. Hun aanwezigheid geeft me een zeker gevoel van veiligheid voor het geval Hassan achter een rotsblok zit toe te kijken. Na de moord op de priester in Ringebu en de gebeurtenissen in Rome heeft de politie de zaak de hoogste prioriteit gegeven. De Noorse, IJslandse en Italiaanse politie werken via Interpol nauw samen. Ragnhild leidt het Noorse rechercheteam.
Het klooster ligt op een open vlakte onder een steile berg en is blootgesteld aan weer en wind. Ooit deed het klooster van Selje, met zijn sterke muren en torens, denken aan een middeleeuwse burcht. Het klooster van de benedictijnen werd in de twaalfde eeuw gesticht, maar al voor die tijd stond hier een kleiner klooster van hout. Vijftig meter de berg op klemt de ruïne van de Sunniva-kerk zich als een adelaarsnest vast aan de rotswand en iets daarboven is de opening van de grot met het heiligdom van Michael.
De grot van de zalige Sunniva.
De zalige Sunniva was een Ierse koningsdochter die aan het eind van de tiende eeuw vluchtte voor een ketterse vrijer die haar leven en haar vaderland wilde bezitten. Samen met godvruchtige mannen, vrouwen en kinderen vertrok Sunniva in drie boten die zonder roer, zeil of riemen met de wind en de zeestromingen meedreven naar Selja. Daar huisden de vluchtelingen in grotten en aardholen. De heidense bevolking van het vasteland bekeken hen met wantrouwen. Graaf Hakon stuurde bewapende mannen om dit, naar hij dacht vreemde leger, in de pan te hakken. Sunniva en haar landgenoten vluchtten in de grot en baden God hen te redden. De mythe vertelt dat God - in plaats van de aanvallers te stoppen - Sunniva begroef onder tonnen rotsblokken. Ja, ja. In de daaropvolgende jaren zagen boeren en zeelieden een merkwaardig licht uit de grot stralen. Toen koning Olav Tryggvason en bisschop Sigurd het wonderlijke eiland bezochten, vonden ze het lichaam van Sunniva in de grot samen met geurende knokkels, schedels en skeletten. En enkele jaren later was het uitgerekend het eiland Selja waar koning Olav Haraldsson voet aan land zette toen hij terugkeerde om Noorwegen te kerstenen.
De Sunniva-grot...
Werd de mythe over Sunniva verzonnen om te verbergen dat er diep in de grot een grafkamer ligt?
2
Halverwege de dag verdwijnt de mist.
Ik zit in de barak van de opzichters en bestudeer de laatste foto's die zijn genomen van de opgraving. Er liggen veel puin en keien in de grot. Achter het stenen altaar in de grot hebben we tonnen stenen weggehaald en een loodrechte muur blootgelegd die opgebouwd is uit grof uitgehakte rotsblokken. Midden in de muur zit een gebogen portaal gemetseld van kleine stenen. Het portaal is verzegeld.
Morgen, om elf uur precies, hakken we daar een gat in.
Ik hoor voetstappen naderen en schuif de foto's weg. De deur gaat open. In het tegenlicht dat haar in een hemelse gloed zet, ziet ze eruit als een godin die naar ons stervelingen is neergedaald om de boodschap van het eeuwige leven in het paradijs te verkondigen. Het is Astrid maar, die een boterham met komkommer en tomaat komt brengen. 'Benieuwd?' vraagt ze. Ze is als professor werkzaam bij het oudheidkundig museum en geldt als een van de meest vooraanstaande experts op het gebied van Noorse kloosters.
Er kriebelt iets in me.
3
Het alarm jammert doordringend.
Ik ben direct wakker en ga rechtop op mijn veldbed zitten. De bijzondere sfeer van mijn droom, die ik me niet precies kan herinneren, zit nog in mijn hoofd. Voor ik het licht aandoe, tast ik naar mijn bril. Het is half drie. Buiten klinkt geroep en geschreeuw.
Ik kleed me snel aan, grijp mijn krukken en hink de nacht in. Het alarm heeft automatisch alle buitenlichten geactiveerd. In het nachtelijk duister baadt de omgeving in een diffuus licht. Het is koud. De golven slaan tegen het land.
Zo snel als dat op krukken kan, strompel ik naar de opzichtersbarak. Er staan al meer mensen die opgewonden praten met twee verschrikte bewakers. Ze vertellen dat er een bewaker bewusteloos op de steile, stenen trap naar de grot ligt. Eindelijk zet iemand de sirene uit.
Op hetzelfde moment start een boot met een brullende motor.
In de loop van het uur erna krijgen we een soort overzicht, of beter gezegd, een uitleg.
Er zijn mensen de grot in gegaan. De mokers die ze hebben achtergelaten, duiden erop dat ze hebben getracht een gat in het portaal te slaan om zo in de grafkamer te komen die volgens ons achter de muur moet zitten.