In een paar uur heb ik hem op de hoogte gebracht van alles wat er is gebeurd sinds de SIS me naar het Schimmer Instituut heeft gestuurd. Als ik over de Lewinski-verzameling begin, veert hij op. Hij heeft onlangs een dame aangesteld die me kan helpen. Laura Kocherhans is historica en heeft haar doctorstitel aan Yale gehaald. Voordat de SIS haar via een headhunter naar het hoofdkwartier in Londen haalde, waar ze de post van Chief Manuscript Researcher bekleedt, werd Laura gezien als de beste manuscriptdetective van de Library of Congress in Washington D.C.
Als professor Llyleworth is vertrokken, slaap ik een paar uur. Ik word wakker van het mobieltje dat hij voor me heeft achtergelaten.
Door de telefoon klinkt de stem van Laura Kocherhans een beetje nasaal, op een Amerikaanse manier, met een zachte echo die op iets kwetsbaars en lieflijks kan duiden.
'Natuurlijk vinden we die Lewinski-verzameling', zegt ze als we een poosje hebben gesproken.
'Hoe kun je dat zo zeker weten?'
'Het probleem met mensen die nooit vinden wat ze zoeken is dat ze niet hard genoeg zoeken!'
Een vrouw naar mijn hart.
Laura vertelt dat er wereldwijd duizenden private verzamelingen bestaan waar wetenschappers geen zicht op hebben, maar die onbekende manuscripten met grote culturele en historische waarde bevatten.
'Hoe zoek je naar een verdwenen verzameling?'
'Op dezelfde manier als jij zoekt, neem ik aan. Met verstand en fantasie. En, indien noodzakelijk,' voegt ze er met een zacht lachje aan toe, 'steekpenningen.'
'Waar begin je?'
'Dresden. Daarna het staatsarchief in Berlijn.'
Mijn been krijgt nog een paar dagen rust.
Als ze me naar huis sturen, is dat met een been in het gips en op twee krukken waarvoor ik moet betalen.
Het eiland van de monnik
NOORWEGEN
1
Mistflarden komen van de Grote Oceaan gewaaid en drijven over het verscheurde landschap. Ergens hoog boven ons schijnt de zon, maar dat is moeilijk voor te stellen. Door de flarden zie ik de vierkante kerktoren van steen die weerbarstig omhoog rijst uit de kloosterruïne.
Met mijn krukken stevig in mijn handen sta ik voor de provisorisch opgebouwde barak die tussen het klooster en de steiger is opgebouwd. Er zijn een paar weken verstreken sinds ik uit het vliegtuig uit Italië hinkte. De breuk is langzaam aan elkaar aan het groeien. De schorsing is opgeheven. De onderzoekscommissie heeft - na protest en politieke druk - geconcludeerd dat mijn vergrijp, toen ik zonder toestemming de grafkamer van het Lyse-klooster opgroef, me niet mijn baan mag kosten.
We zijn al twee weken dag en nacht bezig met de voorbereidingen van de opgraving. De inwoners van het dorp Selje en de plaatselijke bouwvakkers die de barak hebben gebouwd, denken dat we de ruïne van de Albanus-kerk gaan restaureren.
Noorse, Zweedse, Deense, Engelse, Franse, Italiaanse en Duitse archeologen, historici en geologen lopen gehaast tussen de tenten en de barak door. Het ministerie van Cultuur en de SIS bekostigen de zaak. Er zijn bijna honderd vaklui aan het werk.
Ik heb niets meer gemerkt van Hassan en zijn mannen. Dat betekent uiteraard niet dat ze me niet in de gaten houden.
Er wordt wel gezegd dat de vleugelslag van een vlinder een orkaan kan veroorzaken. Volledig in overeenstemming met die charmante bewering uit de chaostheorie viel alles op zijn plaats door het detail in het door Luigi vlak voor zijn dood verbrande Skalholt-fragment dat er sprake was van twéé beelden.
Øyvind spoorde de eeneiige tweeling van Sint-Laurentius, Didymus, op nadat hij een aantal archieven, registers en fraaie prentenboeken had doorgespit. Al zevenhonderdvijfentwintig jaar had het houten beeld geduldig gewacht onder de torenspits en drakenkoppen op de Borgund-staafkerk in Ljerdal. De gemeente van Borgund had in 1280 het houten beeld, genaamd Didymus, ten geschenke gekregen van hun geloofsgenoten uit Ringebu.
Het voorste deel van het beeld was met acht houten pluggen door de mantel en de armen vastgezet aan het achterste. In de buikholte vonden we een met runen bedekt kistje:
Hoeder Eirik verborg dit kistje in de Urnes-kerk 100 zomers na de dood van de heilige Olav.
Hoeder Bård bracht het kistje naar Flesberg 150 zomers na de dood van de heilige Olav.
Hoeder Vegard bracht het kistje naar Lom 200 zomers na de dood van de heilige Olav.
Hoeder Sigurd verborg het kistje in Sint-Laurentius Didymus buik en bracht het beeld van de Ringebu-kerk naar de Borgund-kerk 250 zomers na de dood van de heilige Olav.
In het kistje lag een gecodeerd document dat Øyvind en Terje met behulp van een kopie van het runenwiel ontcijferden:
Hoeder Ragnvald schreef deze geheime woorden zoals Asim hem beval vijf zomers na het aan land gaan van de heilige Olav
Zoek de grafkamer in de diepte van de grot waar de heilige maagd en de martelaren aan land kwamen en Gods verlossing kregen
Daar rust het lichaam van de Heilige van eeuwigheid tot eeuwigheid