'Waarom?'
'Niemand was bang voor hem!' Marcello Castiglione begint te lachen. 'Niemand werd afgeschrikt door Satan. En de kerk had een afschuwelijke duivel nodig om de massa te kunnen tuchtigen. Ze hadden een vreselijke trol nodig.'
'Een van de bijdragen kwam van een monnik uit het klooster van Saint-Germain bij Auxerre in Frankrijk', vertelt Luigi. 'In de elfde eeuw beschreef Rodulfus Glaber Satan als een klein mannetje met een gekweld gezicht, een gedrocht van een mens met een geitenbaard en spitse, harige oren. Zijn tanden leken op de hoektanden van een hond, zijn hoofd was spits en hij had een bochel.'
'Er meldden zich steeds meer ooggetuigen', vertelt Marcello Castiglione. 'Satan kreeg een steeds dierlijker en minder menselijk gezicht. Ze gaven hem hoorns, hoeven en vleugels. Weet je trouwens waarom engelen vleugels hebben? De kunstenaars gaven ze vleugels om de gewone man te kunnen uitleggen hoe ze vanuit de hemel op aarde kwamen.'
'Stel je voor', zegt Luigi met een dromerige blik, 'dat we inderdaad Satans Bijbel vinden! Stel je het verhaal van Lucifer voor waarin het ware wezen van de Duivel beschreven wordt. De aartsengel die het waagde vragen te stellen bij Gods behandeling van de mens. De engel die rebelleerde tegen God.'
'Waarom denken jullie dat we uitgerekend die "Bijbel" in IJsland hebben gevonden?'
'Deductie', zegt Marcello Castiglione.
'En wiskundige tekens', voegt Luigi daaraan toe. 'Wiskundige?'
'De manier waarop Columbus de drie tekens ankh, tyr en kruis in een schema met negen tekens plaatste, was niet toevallig.'
Op een vel papier schrijft Marcello:
Ankh. Tyr. Kruis.
Tyr. Kruis. Axikh.
Kruis. Ankh. Tyr.
'Laten we elk symbool vervangen door een getalswaarde', zegt Marcello Castiglione. 'Het getal één representeert in vele wereldreligies de goddelijke eenheid. Het getal twee representeert de dualiteit, de tweeslachtigheid, van het bestaan. Man en vrouw. Yin en yang. Leven en dood. En het getal drie heeft zo veel religieuze dimensies - van de Drie-eenheid tot de drie wijze mannen die 'Jezus drie gaven schonken - dat ik ze niet allemaal kan noemen. Eén, twee en drie zijn onze basisgetallen. En dan doen we nu het volgende: we vervangen Bartolomeo's symboolcombinatie door getallen. Ankh is één, tyr is twee en kruis is drie. Dan schrijven we alles uit met cijfers in plaats van met woorden.'
1 2 3
2 3 1
3 1 2
'Moet ik in deze cijfers een verband zien met Satan?' vraag ik.
'Deduceer!' zegt Marcello Castiglione. 'In de Bijbel vinden we het verband in het originele Griekse manuscript van de Openbaring van Johannes. In de numerieke vorm werd het beschreven als: χξς.
In schriftelijke vorm εξακοσιοι εξηκοντα εξ. In Latijns schrift: hexakosioi hexékonta hex.'
'Eh, en in onze westerse getallen?'
'Je bedoelt onze Arabische getallen?' grinnikt Luigi. 'Simpel. Tel ze op!'
Marcello Castiglione schrijft het schema weer op:
'666!' roep ik uit. 'Het getal van het beest!'
'Horizontaal en verticaal', zegt Marcello Castiglione. 'Zelfs in Romeinse cijfers is 666 een magisch getal', zegt Luigi en hij schrijft op zijn handpalm:
DCLXVI
'Als je elk teken tussen de 1 en 500 in de Romeinse cijferreeks eenmaal opschrijft, dan krijg je'
IVXLCD
'Als je goed kijkt, is dat DCLXVI van achter naar voren geschreven.'
'666. Het getal van het beest in de Openbaring van Johannes', zegt Marcello Castiglione.
'Het getal dat de antichrist representeert', zegt Luigi.
En een onderdeel van de geheime aanwijzing in de Snorri-codex van IJsland, denk ik. Maar ik zeg niets.
Het is al laat als we die avond zwijgend naar ons hotel lopen.
Als ik eindelijk slaap, word ik geteisterd door een angstaanjagende droom waarvan ik me de volgende dag niets kan herinneren. Maar mijn beddengoed is nat van het zweet.
2
Nadat ik me heb gedoucht en geschoren, bel ik Thrainn om te vragen of er in de tekst iets staat wat erop zou kunnen wijzen dat - ik aarzel even en schraap mijn keel - zijn collega's bezig zijn de Bijbel van Satan te vertalen.
'De Bijbel van Satan?' herhaalt Thrainn lachend. Na een lange stilte, alsof hij me de kans wil geven om te vertellen dat ik een grapje maakte, antwoordt hij: 'Eerlijk gezegd wist ik niet eens dat er een Bijbel van Satan bestond.'
'Een hypothese 'In elk geval wijst niets erop dat er iets duivelachtigs in het manuscript staat.' Hij lacht even. 'Maar er is nog veel werk te verzetten. We kunnen niets uitsluiten voor het manuscript in zijn geheel is vertaald.'
Daarna loop ik de Rome-ochtend in en fluit een deuntje uit Les Miserables. In de lichte motregen lijken de trottoirs van zilver. De stad is nog slaperig warm en behaaglijk.
Gisteravond, voordat we weggingen uit de herenclub, vroeg Luigi me op weg naar het Vaticaan even langs te komen in het antiquariaat. Hij had iets wat hij me in alle discretie wilde laten zien.