Stuart draait zich met een lachje naar me toe. 'Uithoek van de beschaving 'Hij moet Noorwegen hebben bedoeld.'
'Heidense wildemannen ...' Stuarts stem wordt schor. 'Zo zou hij de Byzantijnse soldaten niet hebben omschreven. Hij beschrijft de Vikingen!'
'Dat betekent dat zich in het archief van het Vaticaan drie documenten van Asim bevinden.'
'Dan', zegt Stuart, 'gaan we op reis en zoeken we ze!'
De antiquair
ITALIË
1
Op een steenworp afstand van het gekrioel van toeristen op Piazza Navona, in een smal steegje met een kattenrug dat vanuit een slaperige zijstraat naar een drukke verkeersader in de diepte loopt, tussen een lijstenmaker en een modezaak in, zit een antiquariaat dat volgens het bordje boven het raam kort en goed antiquariaat heet. De plattegrond van Rome geeft abusievelijk aan dat de steeg, die zo kronkelt dat je het eind niet kunt zien, doodloopt. De plaatselijke bevolking gebruikt hem als een snelle doorsteek naar de Via del Governo Vecchio, terwijl verdwaalde toeristen zich in het verleden wanen. De winkels in dit achteraf-steegje lijken sinds de dagen van keizer Nero nauwelijks nog klanten te hebben ontvangen en de tijd heeft hier stilgestaan. De stoffige boeken in de etalage van het antiquariaat waren ooit bestsellers, maar zijn allang vergeten, 's Nachts wapperen de schijndode bladzijden van de halfopen boeken spookachtig in de wind van de airconditioning. Naast de winkeldeur, waarop een vergeeld papier zit geplakt met de dagen en uren dat de winkel open is, alles gekalligrafeerd in sierlijke letters in verbleekte inkt, staan de restanten van een ter ziele gegane herenfiets vastgeklonken aan een regenpijp.
Stuart trekt zijn blazer recht. 'Zullen we naar binnen gaan?'
Onderweg van het hotel heeft hij me verteld over de man die we gaan ontmoeten. Luigi Fiacchini is een legende in het illegale antiquairmilieu. Hij kent iedereen die iets heeft te betekenen in deze branche: antiquairs, bibliothecarissen, uitgevers, wetenschappers, boekhandelaren en verzamelaars. Hij gaat met eerlijke, oprechte en duistere spelers om: bibliofiele mannen en vrouwen uit Milaan en Florence, Wenen en Parijs, Hamburg en Londen, Sint-Petersburg en Moskou, Oslo en Stockholm, Kopenhagen, Helsinki en Reykjavik, New York City en San Francisco, Hongkong en Singapore, Buenos Aires, Santiago en Rio de Janeiro, Sydney en Kaapstad. Vanuit zijn basis in Rome heeft Luigi Fiacchini de verkoop voorbereid van vele boekenverzamelingen en boeken die tot de duurste ter wereld worden gerekend. Hij was de tussenpersoon toen een kopie uit de vijfde eeuw van het evangelie volgens Lucas door Opus Dei werd opgekocht en de geruchten willen dat het Luigi was die een handgeschreven manuscript van Shakespeare van het verdwenen stuk Loves Labour's Won heeft opgespoord waarvoor een verzamelaar in de Emiraten waarschijnlijk vijftig miljoen dollar heeft neergeteld. Hij zat achter de verkoop, voor 2,8 miljoen pond, van een van de veertig bestaande folio-uitgaven van Shakespeares verzamelde werken die zeven jaar na de dood van de meester zijn gedrukt. Stuart had ook gehoord dat Luigi betrokken was bij de veiling door Sotheby's in Londen van een van de eerste gedrukte atlassen ter wereld, uit 1477. Een atlas gebaseerd op het werk in de tweede eeuw van de geograaf Claudius Ptolemaeus die voor 26,5 miljoen kronen werd verkocht.
Als we naar binnen willen gaan, loopt er net een man langs ons. Onze blikken kruisen elkaar een fractie van een seconde en ik krijg het gevoel dat ik hem eerder heb gezien. Maar niets duidt erop dat hij me herkent en ik ben hem al vergeten op het moment dat een hysterische bel boven de deurpost onze komst aankondigt.
De bescheiden gevel van het antiquariaat - een raam en een deur - heeft me het idee gegeven dat de winkel erg klein is. Maar hij is enorm groot. Eerst kom je in een smalle ruimte met aan weerszijden boeken tegen de wanden en een toonbank met een ouderwetse kassa. Daarachter wordt de zaak breder en doet hij het meest denken aan een bibliotheek. Duizenden boeken vullen de doolhof aan boekenkasten, banken, kisten, tafels en boekenplanken. De lucht is verzadigd van die merkwaardige geur van boeken: papier en papierstof, lijm van het inbinden en een vleugje transpiratievocht van de hoofdpersonen die zich door de boekenruggen worstelen.
Stuart duwt me aan de kant.
Ik had me Luigi Fiacchini de hele tijd voorgesteld als een lange, gedistingeerde Italiaanse graaf met grijzend haar en een wijze blik. De gedaante die met de rug naar ons toe staat en 'momento, momento mompelt terwijl hij boeken verschuift en zich met een serie schokkerige bewegingen omdraait om te zien wie hem stoort, is klein, heeft een kromme rug, pluizig haar en troebele ogen, die elk een eigen richting uit lijken te kijken. Het enige wat nog ontbreekt, is een bochel, een korstige huid en een ellenlange tong.
'Stuart!' roept hij uit.
'Luigi!' antwoordt Stuart.
Ze geven elkaar een hand met een intensiteit alsof ze beiden hun uiterste best moeten doen om niet toe te geven aan hun drang elkaar te omhelzen.