Home>>read De Hoeders Van Het Verbond free online

De Hoeders Van Het Verbond(60)

By:Tom Egeland


Toch vind ik helemaal niets wat erop duidt dat iemand - behalve opperpriester Asim - iets heeft genoteerd over een Vikingtocht in 1013 naar Egypte. En als dergelijke documentatie had bestaan, dan had Stuart die jaren geleden al gevonden.



7

Stuart Dunhill en ik hebben afgesproken om om zes uur te dineren. Voor het zo laat is loop ik nog even naar de technische afdeling van het Schimmer Instituut om te vragen of ze al iets hebben ontdekt over de runenstaaf. Hoe oud hij is bijvoorbeeld. Van wat voor soort hout hij is gemaakt. Of er iets in zit.

De technische afdeling heeft een eigen vleugel, gebouwd in 1985, met allerlei werkplaatsen en al het mogelijke gereedschap. Hier doen ze alles, van het dateren van kunstvoorwerpen met behulp van de C14-methode tot het restaureren van voorwerpen en documenten die in duizenden snippers in het laboratorium aankomen en die ze aan elkaar proberen te plakken. Wetenschappers in witte jassen en overalls, sommige met mondkapjes en veiligheidsbrillen, zitten over hun werktafels en machines gebogen.

Een laborante in een groene plastic overall wijst me de weg naar de technisch-historische afdeling voor artefacten van hout, papier en papyrus. Ik gluur in een werkplaats waar twee joodse wetenschappers met keppeltjes op aan een thora werken die uitgerold ligt op een meterslange aluminiumtafel. In een volgende, werkplaats restaureert een groep onderzoekers zorgvuldig een lijkkist. Dan open ik de deur van een werkkast en daarna van een kantoor waar een keurige dame aan een bureau vol ringbanden en papieren vraagt of ik niet heb geleerd om te kloppen.

De derde werkplaats is verlaten.

Afgezien van Lars.

Sint-Laurentius.

Het houten beeld dat uit de staafkerk van Ringebu werd gestolen.

Op een werkbank ligt de heilige Laurentius vastgezet met riemen en klemmen, alsof ze hem willen verhinderen de benen te nemen en de woestijn in te lopen.

Het komt niet alleen door de airconditioning dat ik me ijskoud voel worden. Ik begrijp niet wat het beeld hier doet. In het Schimmer Instituut. Sjeik Ibrahim moet het instituut in zijn macht hebben. Wat in het beste geval betekent dat ik in de gaten word gehouden en in het slechtste geval dat ik in gevaar ben.

Ik sta even in de deuropening naar Sint-Laurentius te staren voordat ik woedend de werkplaats in storm. Het beeld ziet er merkwaardig uit op de werkbank, omringd door elektrische steekzagen, drilboren en boortjes. Ondanks het arsenaal aan vreemd gereedschap is het duidelijk dat ze voorzichtig zijn met het houten beeld. Onder de riemen en klemmen zijn stukken vilt ter bescherming aangebracht. De zaagbladen en de boortjes zijn van het fijnste en dunste soort.

Op een monitor aan de muur hangt een röntgenfoto. Verbluft bestudeer ik de foto. Er is geen caviteit, geen holte te zien waarin een boodschap verborgen zou kunnen zitten. Het is duidelijk dat de onderzoekers midden in hun werk zijn gestopt en hun gereedschap hebben neergelegd toen ze de röntgenfoto kregen.

Sint-Laurentius is helemaal van hout.

Er zit niets in.

Verbaasd kijk ik van de röntgenfoto naar het beeld en weer terug. De tekst in de Bijbel was niet mis te verstaan.

Zoals de maagd Maria Jezus in haar schoot droeg, zo verbergt de buik de schrijn. Hulde aan Thomas!

Dus waarom zit hier niets in?

Aan het plafond ontdek ik een bewakingscamera. Zit er nu iemand naar het verbijsterde gezicht van Bjørn de bijziende albino te kijken?

Ik verlaat de werkplaats, doe de deur dicht en blijf staan om weer tot mezelf te komen. Er komen twee onderzoekers, een man en een vrouw, de hoek om.

Ze blijven staan.

'Ja?' zegt de vrouw.

'Kunnen we je helpen?' vraagt de man.

De laboranten zien liever dat de academici in de leeszaal blijven zitten.

Met een droge mond leg ik uit dat ik op zoek ben naar de werkplaats waar een runenstaaf uit Noorwegen wordt onderzocht.

'Runenstaaf? Werkplaats veertien.'

Ik bedank en loop verder de gang af.



De runenstaaf ligt in een doorzichtige plastic doos in een afgesloten glazen kast in een verlaten werkplaats die Woodwork Laboratory XIV heet. Ik breek met mijn elleboog de ruit en stop de runenstaaf in mijn zak.

Op de bewakingscamera aan het plafond brandt een rood lampje.

Met een bonkend hart haast ik me dezelfde weg weer terug. Het alarm zal vast van alles teweegbrengen. Er gaat een sirene gillen en een luidsprekerstem roept: 'Houd de dief!' Maar er gebeurt niets.

Iedere keer als ik iemand tegenkom, ga ik langzamer lopen. Ik kijk om als ik door de dubbele klapdeuren van de technische afdeling stuif. Ik ga in looppas door de conferentievleugel en kom uit in de grote, open receptieruimte.

Ik zie in gedachten Hassan voor me met een knielend peloton met geweren tegen hun borst gedrukt.

Maar niemand slaat acht op me. Het leven in de receptie gaat zijn gewone gang. Iemand kijkt naar de televisie. Iemand zit te praten. Iemand is aan de telefoon. Iemand leest de krant.