'Helemaal niet.'
'Precies. Mozes is uit de geschiedenis gewist.'
'Wat leid je daaruit af?'
'Of hij heeft nooit bestaan. Of hij is bij zijn tijdgenoten in ongenade gevallen.'
'Waar leiden al jouw veronderstellingen en hypotheses naartoe?'
'Wat kan er zo belangrijk zijn geweest dat de opperpriester Asim, die zijn hele leven heeft gewijd aan het bewaken van een heiligdom, een brief schreef naar de kalief van zijn land?'
'Een splinter van het kruis van Jezus?' grap ik.
'Of iets nog heiligers.'
'Nog heiliger?' Maar dan begrijp ik het. 'O, alsjeblieft, Stuart, kom nu niet aan met die onzin over een graal.'
Verrassend genoeg barst hij in lachen uit. 'De graal? Bjørn, Bjørn, Bjørn ... De heilige graal is een mythe uit de Middeleeuwen. Nee, denk eens na. Asims sekte had een heilige opdracht. Een grafkamer en zijn inhoud beschermen. De schatten. De mummie. De geschriften. Alles wat er in de grafkamer lag. Asim was, volgens de Egyptische bronnen, vanaf het jaar 999, volgens onze tijdrekening, tot hij veertien jaar later uit de geschiedenis verdween, opperpriester. Hij was een gerespecteerde en geleerde opperpriester die vele talen beheerste en op vele wetenschappelijke terreinen thuis was. Hij was astroloog, waarzegger, magiër en dromenduider. De Amon-Ra-cultus was toen al een religie van tweeduizend jaar oud, waarin de Egyptische godenleer naderhand werd verweven met het mozaïsche geloof, het christendom en de islam. Maar ze kenden vele goden en zelfs nog in de elfde eeuw aanbad de sekte de oude Egyptische goden als de belangrijksten. Jahweh was een van de velen. De priesters brachten hun leven door in een tempelpaleis dat de ingang naar een grafkamer verborg. In die tijd was Al-Hakim bi-Amr Allah dus kalief in Egypte. In 1021 verdween hij op mysterieuze wijze, maar de helft van de Druzen, een islamitische religieuze gemeenschap, vereert Al-Hakim bi-Amr Allah nog als hun Mahdi, die als bevrijder van de islam naar de wereld zal terugkeren.' Dunhill zwijgt even en gaat dan verder: 'Wat zegt je dat allemaal?'
'Niet veel.'
'Zal ik je iets toevertrouwen? Weet je waar ik naar op zoek was toen ik in 1977 de grafkamer vond?'
Ik schud mijn hoofd.
'Ik zocht naar iets van onschatbare religieuze waarde. Iets wat samen met een mummie en kostbare schatten verborgen lag.' Hij doet zijn ogen dicht. 'Iets wat de Vikingen zonder erover na te denken meegenomen hadden omdat het bij alle edelstenen en het goud lag.'
'Wat dan?'
'Waarschijnlijk iets wat een nieuw licht zou werpen op de bijbelgeschiedenis. Neem bijvoorbeeld een joods geschrift, zoals de Misjna, die als heiligdom in een grafkamer in "een leeg dal onder een heuvelrug" werd verborgen. In het Dal der Koningen 'Kun je me niet zeggen waarnaar je op zoek was?'
'Bjørn, lach jij me alsjeblieft niet ook uit.'
'Ik lach niet.'
'Ik speel graag met de gedachte dat de Vikingen de Ark van het Verbond hebben meegenomen.'
Zijn ogen stonden glazig.
Dat ontbrak er nog maar aan. Ja, ja. De Ark van het Verbond. Iedereen die fantasieën heeft gehad over het vinden van de Ark van het Verbond, is allang gillend gek geworden.
De Ark van het Verbond was een draagbaar heiligdom. De Bijbel beschrijft hem als een tweeënhalve meter lange kist, aan de binnen- en buitenkant bekleed met goud en versierd met twee cherubijnen op het deksel. Hij werd door de tempelridders met zorg gedragen door middel van twee stokken die door ringen van goud werden gestoken. De kist bevatte onder andere de stenen tafelen waarop de Tien Geboden stonden en volgde de woestijnreis van het tabernakel. Later werd de Ark verhuisd naar de tempel van Salomo in Jeruzalem, maar na de verwoesting van de tempel in 586 v.Chr. verdween hij uit de geschiedenis. Sommigen menen dat Nebukadnezar II de Ark heeft gestolen. Anderen denken dat hij is achtergelaten onder de tempel van Salomo en dat het om deze Ark van het Verbond ging - en niet de heilige graal - waaraan de tempelridders hun leven hadden gewijd. Een enkeling gelooft dat de Ark van het Verbond naar Ethiopië is gebracht waar hij vandaag de dag nog is.
En sommigen, zoals Stuart, denken dat de Ark werd verborgen in of nabij het Dal der Koningen.
En de allerkoppigste mensen onder ons denken dat hij nooit heeft bestaan.
5
De bar lijkt zo door het Schimmer Instituut uit het Waldorf-Astoria te zijn gestolen. De pianist speelt een medley van Elton John-hits. Stuart Dunhill heeft een teken aan de kelner gegeven, die ons twee ijskoude gin-tonics komt brengen. We proosten. We praten een paar uur over oud-Egyptische godenverhalen en voorchristelijke mythologie. Ten slotte zijn we aangeschoten en hebben we behoefte aan frisse lucht.
In de stilte van de woestijn weerklinken de klanken van de pianist nog als een muzikale echo in mijn hoofd. 'Goodbye Yellow Brick Road' ...
Het is fris en donker. We wandelen over de geasfalteerde parkeerplaats naar de vijg en de oleanders. Ik denk aan de vorige keer dat ik hier was. De maan schijnt als een Japanse lampion door het gebladerte. De hemel en de sterren zitten verscholen achter een dun wolkendek. Tussen de bomen, waarop honderd jaar geleden al werd gekerfd, klinkt zwak Stuarts stem.