Hij doelt op de laatste keer ... Dat is een verhaal dat ik achter me probeer te laten. We hadden in de ruïne van een octagon van de johannieterzetel in het Vaerne-klooster een gouden kistje gevonden. The Shrine of Sacred Secrets. Professor Llyleworth was door de SIS uitgezonden om het kistje op te graven en er beslag op te leggen of anders om mij te dwarsbomen. Llyleworth lacht geforceerd als ik hem eraan herinner hoe ik het gouden kistje uit naam van de Noorse culturele overheid van hem heb afgepakt. In die tijd was Diane een bereidwillige en behulpzame secretaresse van de SIS. Later bleek dat ze de dochter was van Michael MacMullin, de grootmeester van een oeroude orde die jacht op me maakte terwijl ik de inhoud van het gouden kistje beschermde. Diane, de professor en ik raakten verstrikt in een steeds strakker wordend net van wederzijds wantrouwen. Toen alles voorbij was, ontstond er een kleine rel. Het kistje bevatte een onbekend evangelie. Maar ze zagen kans om zelfs dat geheim te houden.
Zelf zonk ik weg in een moeras van depressie en waanvoorstellingen. Ze stuurden me terug naar de zenuwkliniek, waar ik me opsloot in mijn cocon en me wentelde in de duisternis van het bestaan en zelfmedelijden.
Na een paar maanden borstelde ik het stof van mijn kleren en ziel en wankelde ik de werkelijkheid weer in.
3
Een paar weken geleden, toen ik Thrainn wilde helpen om de Thingvellir-rollen te verbergen, heb ik professor Llyleworth gebeld. De SIS stuurde een vliegtuig naar IJsland. Nu werken Thrainns vertalers en onderzoekers ergens in de buurt van Londen in een geheim safehouse samen met de specialisten van de SIS. Ik wil niet weten waar. Dat is het veiligst.
Professor Llyleworth heeft me eerder vandaag per telefoon te pakken gekregen op het politiebureau van Ringebu. De kerkbrand was geblust. De sprinklerinstallatie en de brandweer hebben ervoor gezorgd dat de brand geen onherstelbare schade heeft aangericht. Hoe wist de SIS waar ik was, vroeg ik. Bjørn, zei de professor, dat weten we. Wat willen jullie, vroeg ik. Daar hebben we het over als je hier bent. Hier bent, vroeg ik. Een vliegtuig haalt je van Gardermoen op, zei de professor.
Zo werkt de SIS.
Toen ik klaar was bij de politie van Ringebu, reed ik naar mijn flat in Oslo. Een agent ging met me mee mijn flat in, waar ik douchte, mijn paspoort pakte en kleren in een tas stopte. Ik nam de runenstaaf uit Urnes mee in een etui van een dwarsfluit. Ik heb hulp nodig bij de datering.
Ragnhild reed me naar Gardermoen. Onderweg vertelde ik alles wat er was gebeurd. Ze vond het een goed idee dat ik een paar dagen naar het buitenland ging.
In de Gulfstream van de SIS vloog ik van Gardermoen naar Londen. Het was donker toen we landden. Een limousine bracht me van Heathrow naar Whitehall.
4
'Wat hebben ze uit Ringebu meegenomen?' vraagt professor Llyleworth.
'Een houten beeld van Sint-Laurentius.'
In een vergaderzaal achter de receptie hebben ze drie comfortabele stoelen neergezet voor een scherm dat Diane met behulp van een afstandsbediening heeft laten zakken.
'Kunnen jullie me vertellen wat de Thingvellir-rollen zijn?' vraag ik.
Professor Llyleworth vouwt zijn handen. 'Een kopie van een bijbels manuscript.'
'Wat maakt ze zo bijzonder?'
'Dat zijn we aan het uitzoeken.'
'Hoe zijn ze bij Snorri in IJsland terechtgekomen?'
'Dat weten we niet', zegt Diane.
'Dat kan ik moeilijk geloven.'
'We hebben een paar hypotheses', zegt professor Llyleworth. 'Laat horen!'
'Laten we bij het begin beginnen.' Een goed punt om te beginnen ...
Diane doet de projector aan het plafond aan. Op het scherm verschijnt een portret in een stortvloed van licht.
'Stuart Dunhill', zegt Diane. 'Een vooraanstaand archeoloog uit de jaren zeventig van de vorige eeuw.'
Professor Llyleworth gaat verder: 'In 1977 vond hij een tot nog toe onbekende grafkamer in de rotsen achter de Amon-Ra-tempel, achter Luxor, het oude Thebe, in Egypte. De ingang van de ruimte was dichtgemetseld, weggewerkt door een andere muur, en zat verscholen achter een altaar.'
Op het scherm wordt het portret vervangen door een Egyptische muurschildering omlijst door hiërogliefen.
'Deze foto is gemaakt in de grafkamer die Stuart Dunhill heeft gevonden', zegt Diane.
'De decoratie stamt ongeveer uit 1015', zegt professor Llyleworth.
'De Egyptenaren schreven in die tijd niet in hiërogliefen', zeg ik. 'Ze schreven Koptisch of Arabisch. Of desnoods Grieks!'
'Klopt', zegt professor Llyleworth. 'Maar dit was een heilig schrift - niet bestemd voor mensenogen. Een bede tot de goden. In dergelijke omstandigheden hadden de hiërogliefen naar verluidt veel meer zeggingskracht.' Ik vermoed dat hij lacht. 'Daarom gebruikten ze oude tekens.'
'De grafkamer', zegt Diane en ze laat een serie foto's zien van de crypte, 'is vele duizenden jaren ouder. Eigenlijk bestaat het gehele grafcomplex uit drie kamers. Een buitenste kamer die als schuilplaats diende voor een binnenkamer. Maar, en dat is het spannende: binnen in die verborgen binnenkamer bevond zich nog een grafkamer, beter gecamoufleerd dan de buitenste en de middelste.'