een priester. Maar geen reden om hem te en kruis heb ontdekt, 'Ben je iets opgeschoten?' roept de priester uit de deuropening van de sacristie.
'Dit kost nog wel even tijd.'
Ik wil in Gods huis liever niet liegen tegen het is ook niet zo'n vreemde leugen. Ik zie vertellen dat ik zojuist de tekens ankh, tyr gevolgd door een korte tekst.
12
Het pension waarin ik mijn intrek heb genomen, ligt beneden in het dorp. De kamer is eenvoudig, maar ik stel ook geen hoge eisen. Iemand heeft mijn spullen iets verschoven. Niet veel. Maar genoeg dat het me opvalt. Ik vraag me af of Hassan weet dat ik hier ben. Maar ik verwerp die gedachte.
Ik gebruik de rest van de avond om de gecodeerde tekst die onder de verf verstopt zat te duiden. Als je eenmaal de techniek van de codemeester hebt ontrafeld - de tekenen een paar keer verschuiven en bovendien een willekeurig aantal tekens toevoegen als dwaalspoor - is de oplossing meer een kwestie van geduld dan van vernuft.
Om 23.27 uur precies luidt de tekst:
Zoals de maagd Maria Jezus in haar schoot droeg zo verbergt de buik de schrijn Hulde aan Thomas!
Ik blijf een poos doodstil zitten.
Ik kan een lachje niet voor me houden.
Die verrekte hoeders hebben hun boodschap in het beeld dat als wegwijzer diende verstopt.
13
De opkomende zon kleurt de ochtendbleke hemel. Priester Sigmund Skarnes lacht voorkomend als hij het pad komt aflopen. Hij werpt een overdreven blik op mijn gereedschapstas en de uitrusting aan mijn voeten. 'Ben je van plan mijn kerk te demonteren?'
'Ik heb ontdekt waar de boodschap is!' Gespannen en vragend kijkt hij mij aan. 'In Sint-Laurentius', leg ik uit.
'Weet je het zeker? In het beeld? Voorzover ik weet is het niet, hol.'
We draaien de kerkdeur van het slot en doen het licht aan. De kerk is koud en vochtig. Door de kruisvormige ramen hoog in de muren valt het zonlicht schuin naar binnen. Skarnes huivert. Terwijl hij het licht bij het altaar aandoet en de kaarsen in de grote smeedijzeren kandelaars, breng ik mijn gereedschapstas en mijn uitrusting naar het middenpad en zet alles voor Sint-Laurentius op de grond. Beitels, schroevendraaiers, hamer, een fles spiritus, zaklantaarn, mes en een dunne zaag.
Met de zaklantaarn bekijk ik hoe het beeld is vastgemaakt aan de houten zuil. Oude dingen zijn kwetsbaar. Ik zou niet graag iets kapotmaken.
Een uur lang ben ik bezig met mijn onderzoek. Met spiritus en een wattenstaafje verwijder ik heel voorzichtig en moeizaam de verf en lijm die tussen het beeld en de houten pilaar zitten. Achter me - zachtjes alsof ze me niet willen storen - praat de priester met een lid van de kerkenraad over een aanstaande trouwerij.
Een koude windvlaag trekt over de vloer als de kerkdeur opengaat en er een paar mensen de kerk binnenstappen.
'Welkom', zegt Sigmund Skarnes en hij loopt hun tegemoet. 'Helaas is de kerk vandaag niet geopend voor publiek.'
Met mijn zaklantaarn schijn ik in de spleet tussen het houten beeld en de pilaar.
Een van de vreemdelingen zegt iets.
Skarnes gaat over in het Engels en vraagt: 'Where are you from?'
Een zware stem antwoordt: 'From far away!'
14
Hassan.
Mijn longen krijgen geen lucht meer, mijn hart geen bloed en mijn spieren geen kracht. Ik grijp hikkend de houten pilaar vast.
Tussen de houten banken staat Hassan met vier mannen die ik nog nooit heb gezien.
'Bjørn?' De priester fronst zijn voorhoofd. 'Is er iets?' Zijn blik schiet heen en weer tussen Hassan en mij. 'Wie zijn dit?'
Wankelend doe ik een stap in de richting van het altaar.
'Bjørn!' zegt Sigmund Skarnes gebiedend met zijn priesterstem: hij verlangt een verklaring en wel onmiddellijk en die verklaring dient goed te zijn.
Een van Hassans mannen trekt het kerkenraadlid naar een kerkbank. Ze stribbelt tegen. 'Nee, maar zeg!' protesteert ze verontwaardigd. Ze krijgt een klap in haar gezicht. De klap is niet zo hard, maar ze zwijgt. Een bloeddruppel loopt uit haar neus, blijft een ogenblik aan haar bovenlip kleven voordat hij op haar witte blouse met naambordje valt. De man duwt haar op de kerkbank.
De priester kijkt Hassan verward en vertwijfeld aan. 'Wat doen jullie?' vraagt hij voor zich uit.
Een van de mannen van Hassan steekt een sigaret op. Sigmund Skarnes wil protesteren - met zijn belerende stem wil hij zeggen dat roken ten strengste verboden is in deze brandgevaarlijke houten kerk, nee, maar dat moeten zelfs jullie toch kunnen begrijpen - maar ik zie aan hem dat hij beseft dat wat hij als priester ook zegt, niets de man ervan zou weerhouden de sigaret op te steken.
De voetstappen van Hassan weerklinken als hij over het middenpad komt aangelopen. Hij duwt en schuift de priester voor zich uit. Ik volg iedere stap. Hij blijft een paar meter voor me staan.
'Waar zijn de Thingvellir-rollen?'
Zijn stem raspt als schuurpapier. Maar de toon is niet dreigend. Hij stelt een vraag en verwacht een antwoord. Hij is eraan gewend dat mensen hem gehoorzamen.