Als er ook maar iets uitlekt over waar we naar zoeken dan zal Lom zijn onschuld verliezen, zeg ik tegen onze brave assistenten. Het stadje zal overvallen worden door de pers en nog veel erger. Cameraploegen zullen live-uitzendingen gaan verzorgen en de kerk van Lom in koud licht laten baden. Met dat dreigement in hun achterhoofd beloven ze loyaal en gehoorzaam dat ze zullen zwijgen.
Elke ochtend vertrekken we van het hotel met de zinderende hoop dat we vandaag, ja, vandaag, eindelijk een spoor zullen vinden. En elke avond keren we bekaf en teleurgesteld weer terug.
De kerk heeft veel verbouwingen en opknapbeurten gekend. De originele houtbedekking is eraf geweest. De mannen van de reformatie hebben alle katholieke ketterij weggebroken. Heiligenbeelden, altaren, kasten, textiel en heilige vaatjes: alles werd verbrand of in de rivier gegooid.
Runeninscripties zijn er weliswaar overal. Maar ze verbergen geen codes. De inscripties zijn geritst door de handwerkers, of het zijn liefdesverklaringen vol romantiek en lust. Er is in de kerk onder de vloer zelfs een runenstaaf uit de veertiende eeuw gevonden, waarop ene Havard de hand vraagt van Gudny. Uit de runentekst blijkt dat Gudny ook een aanzoek had gekregen van ene Kolbein. Maar niets duidt erop dat de Oudnoordse hoeders hun sporen hebben achtergelaten.
Tegen het eind van de vierde dag vertelt de priester ons dat onze collega's onderweg zijn.
Collega's?
Ik kijk naar Øyvind. Geen van beiden hebben we collega's ingeschakeld.
De priester merkt aan ons dat er iets aan de hand is. 'Ze zeiden dat ze het gereedschap bij zich hadden waar jullie om hadden gevraagd en ze wilden zeker weten dat jullie nog niet vertrokken waren.'
Hassan ...
Hoe weet hij dat we hier zijn? Bolla staat in de parkeergarage. Mijn mobieltje heb ik thuis gelaten.
Ik herinner de priester aan het lot dat zijn collega op Reykholt was beschoren en raad hem aan de politie te bellen. Onmiddellijk. In alle haast bedanken we hem en verlaten de kerk. Bij een benzinestation bel ik Ragnhild in Oslo en vraag haar de politie in Lom te bellen, voor het geval de priester me niet serieus heeft genomen. Vanuit Skjolden bel ik de priester om te vragen hoe het ermee staat. Zijn stem beeft. De politie uit Lom is er allang. Versterkingen uit Ringebu zijn onderweg. 'Wat heb je gedaan?' vraagt hij. Daarop heb ik geen antwoord.
In de huurauto rijden we via Sogndal en Voss terug. Daar scheiden onze wegen.
7
Soms is de oplossing van een probleem zo voor de hand liggend dat ze onzichtbaar wordt.
Als je een boek wilt verstoppen, zet het op een boekenplank. Wil je een zeldzame postzegel meesmokkelen, plak hem op een envelop en stuur hem per post naar jezelf op.
'Bjørn? Ik ben het!'
Øyvind roept zo hard dat het lijkt of hij de afstand Bergen-Oslo wil overbruggen.
Buiten heeft de kou zijn blauwgrijze sluier over de Oslofjord en de eilanden uitgespreid. Het is de dag na mijn thuiskomst uit Lom. Ik ben chagrijnig. Ik haat mislukkingen. Ik heb het gevoel dat ik nergens voor deug. Als ik faal, dan word ik net een donderwolk.
Met mijn schouder duw ik de hoorn tegen mijn oor. Aan de andere kant van de lijn zit een opgewonden, amechtige Øyvind.
'Ben je daar, Bjørn? Hallo?'
'Ik heb zitten denken 'Denken? Bjørn, luister! We hebben de verkeerde kerk onderzocht!'
Beneden bij de fjord, door de mist, passeert een drijvend spektakel dat me aan Las Vegas doet denken.
'Er staat nog een staafkerk in Lom!' Øyvind zwijgt en wacht op mijn reactie.
De koele lucht vibreert. Het ritmische stampen van de enorme veerpont is een ogenblik in perfecte harmonie, waardoor de ruiten van het huis trillen en rinkelen. Dan verdwijnt het lawaai weer en de zware scheepsromp van de Deense veerpont verliest mijn aandacht.
'Nog een staafkerk? Øyvind...'
Het boegwater van de pont schuimt wit. Het nieuws is tot me doorgedrongen.
Nog een staafkerk.
De legende vertelt dat Olav Haraldsson tijdens zijn kersteningstocht in 1021 door het Gudbrandsdal trok en Torgeir Gamle op Garmo in Lom overhaalde om zich te laten dopen en een kerk te bouwen ter ere van de Heer. Torgeir deed wat de christelijke koning hem had opgedragen. Hij liet een kerk bouwen die honderdtachtig jaar bleef staan. De kerk van Torgeir Gamle was de voorloper van de Garmo-staafkerk die in 1880 werd afgebroken. Afgebroken ... Daarom hadden Øyvind en ik er niet aan gedacht.
'De Sandvigske Samlinger!' riep ik uit.
'Precies!'
Veertig jaar nadat de staafkerk in Lom, die op de fundamenten van Torgeir Gamles kerk was gebouwd, werd afgebroken, werd de Garmo-staafkerk weer opgebouwd in het openluchtmuseum Maihaugen in Lillehammer.
8
Een föhnwind veegt opgewekt over het landschap als ik voor de Garmo-staafkerk sta en het kerkgebouw met de drakenkoppen en de slanke spits bewonder.
De Sandvigske Samlinger - Maihaugen - werd in 1904 geopend nadat Anders Sandvig bijna twintig jaar lang oude voorwerpen, gebouwen en boerderijen had verzameld en ze weer had herbouwd op het terrein van het museum. Toen de staafkerk van Garmo werd afgebroken, werden de bouwonderdelen geveild. Samen met Trond Eklestuen verzamelde Sandvig alles wat hij kon achterhalen. Zo werd de kerk herbouwd, gedeeltelijk met oude onderdelen, gedeeltelijk met onderdelen van andere gebouwen en kerken.