B
- SELF-
R
G
Opnieuw een verwijzing naar de garde van de paus en de Egyptische zonnegod Amon-Ra. In Egypte waren Amon en Ra twee goden die samensmolten tot één.
De man die meer dan achthonderd jaar geleden de runen had geritst, moet er zeker van zijn geweest dat de code en de boodschap onbegrijpelijk waren voor de persoon die tegen alle vermoedens in per toeval op de staaf met runen stuitte. De raadsels en de gecodeerde tekst waren voor de meeste mensen in die tijd volkomen onbegrijpelijk. Alleen geleerden en belezen mensen zagen kans de bedoeling van de geheime runen te begrijpen. Alleen degenen die wisten waar ze naar zochten en begrepen waar en hoe ze de informatie moesten zoeken, zou het lukken iets begrijpelijks uit deze wirwar van tekens te vinden.
Het kost ons vijftien seconden om het runenkruis te duiden. De tekens in de dwarsbalk, -self-, staan van achter naar voren en vormen het eerste deel fles, terwijl het loodrechte deel het woord berg vormt.
Flesberg.
3
De staafkerk van Flesberg werd aan het eind van de twaalfde eeuw gesticht en is gebouwd op een vlak terrein in Numedal in Buskerud. Hij wordt omheind door grote stenen, die rechtop zijn gezet. De kerk staat te midden van zachtglooiende, beboste hellingen en oude boerderijen. In 1732 klaagde de priester dat de vervallen kerk 'er al sinds de katholieke tijden staat' en dat was het startsein voor de verbouwing en transformatie naar een kruiskerk. Niemand weet wat er met de restanten van de staafkerk is gebeurd. In die tijd gebruikte men hout opnieuw. Of het werd openhaardhout.
Øyvind en ik beseffen somber dat de kans om sporen uit de twaalfde eeuw te ontdekken minimaal zijn.
De priester leidt ons rond. Zoals de meeste priesters houdt hij van zijn kerk. Maar veel is er niet over van het middeleeuwse bouwwerk. Het doopvont, een paar stenen kruizen, een deel van een kerkbank met houtsnijwerk en drie wanden van het schip zijn bewaard gebleven.
De ornamentiek van het westportaal is in goede staat: het portaal is versierd met uitgesneden leeuwen, draken, slangen en ranken.
Maar zelfs na uren zoeken vinden we geen verborgen deurtjes, geen runensporen in het houtwerk, geen codes in de geschilderde decoraties.
'Ik weet niet of het iets te betekenen heeft,' zegt de priester tijdens onze koffiepauze, 'maar een van de kerkklokken hangt er sinds het eerste uur van de kerk.'
Er gaat een huivering door mij heen. 'Een klinkend geheim,' mompel ik.
Øyvind en de priester kijken me vragend aan. 'Een wat?' vraagt Øyvind.
'De inscriptie op de runenstaaf! Daar staat dat Amon-Ra's Hoeders het klinkende geheim van de runen kennen.'
'Runenstaaf?' vraagt de priester. 'Amon-Ra?'
'Natuurlijk!' roept Øyvind uit.
Opgewonden rennen we de uitgesleten trappen op naar de torenspits. We zijn buiten adem als we de klokkentoren binnenstormen. De priester opent twee spleten om licht binnen te laten.
We zien direct welke kerkklok het oudst is. Dat is ook niet zo ingewikkeld. De runeninscriptie kronkelt langs het onderste deel van de klok. De inscriptie is afgesleten, maar wel leesbaar. In elk geval, dat lijkt zo. Veel oude kerkklokken zijn versierd met runeninscripties die als een soort bezweringsformule van achteren naar voren gelezen dienen te worden. Maar dat levert hier niets op. Als we stamelend proberen de tekst te lezen, lacht de priester toegeeflijk en zegt dat de tekens niets betekenen.
'Door de eeuwen heen hebben vele mensen het al geprobeerd, maar niemand heeft de betekenis van de runen kunnen achterhalen. Die tekens staan er puur voor de sier.'
Øyvind fotografeert de rij tekens en ik noteer ze rune voor rune in mijn notitieblok.
4
Øyvind rijdt met me mee in de huurauto naar Nesodden. De volgende dagen proberen we de rij tekens te ontcijferen. Ook ons lukt het niet om de code te kraken. De geheime runen zijn niet alleen in een code geschreven, maar ook met behulp van een eigen tekenset: de zogenaamde kvistrunen - letterlijk 'tak-runen'.
Het geheim achter de kvistrunen is de indeling in drie zogenaamde aetter. De runenmeester stelde een schema op dat er als volgt uit zou kunnen zien:
Iedere kvistrune werd eerst bij een van de drie aetter ingedeeld die, om de verwarring nog groter te maken, van onder naar boven werden genummerd. Verder kreeg iedere rune een horizontale cijferplaats binnen de aett.
In dat systeem krijgt het runenteken A de waarde 24, de zogenaamde aettewaarde - het vierde teken in de tweede aett, terwijl B de waarde 12 aett - de tweede runen in de eerste aett.
De getalwaarde van de rune werd dus aangegeven door een kvistrune. De A - 24 dus - zou aangegeven worden door twee kvister - takken - (de aettewaarde) links van de stam en vier kvister rechts:
En F zou drie takken links krijgen en één rechts, terwijl de Y één linkertak en vijf rechtertakken zou krijgen.