'Maar is het een bijbeltekst?'
'De vertalers twijfelen. Er moet sprake zijn geweest van een alternatieve manuscriptversie. Delen van de tekst zijn een kopie van de boeken van Mozes. Andere delen zijn onbekend. We zijn nog niet zo ver met de vertaling. We hebben hier en daar in de tekst een paar proefvertalingen gedaan.'
'Ja, en?'
'Ik ben, heel eerlijk gezegd, wat onzeker over wat ik ervan vind. Misschien is het pure flauwekul. Misschien dat een ongelovige monnik of schrijver een grap wilde uithalen door de Bijbel te herschrijven? En zelfs als de tekst min of meer een vertaling van de boeken van Mozes is, dan weet ik nog niet wat we daarvan moeten vinden.'
'Hoezo?'
'Als de kopie duizend jaar ouder was geweest, dan hadden we een wereldsensatie in handen. De Septuaginta - de voorchristelijke vertaling van het Oude Testament - werd tussen de derde en eerste eeuw voor Christus geschreven in Alexandrië in Egypte. De Codex Vaticanus - het oudste bewaarde bijbelmanuscript ter wereld - stamt uit de vierde eeuw na Christus. De bijbelversie Codex Sinaiticus werd tussen 330 en 350 na Christus gekopieerd. De Vulgata, de eerste geautoriseerde Bijbel in het Latijn van de rooms-katholieke kerk, werd rond het jaar 400 geschreven. De Thingvellir-rollen, Bjørn, werden in de Vikingtijd gekopieerd. Uiteraard wekt een bijbelkopie uit de elfde eeuw academische interesse, maar niet veel meer dan dat. Het is iets waaraan mensen zoals jij en ik jaren onderzoek kunnen doen, maar bedenk wel dat het een kopie is van iets wat al duizend jaar oud was toen het werd gekopieerd. Spannend genoeg voor een wetenschapper, maar niet meer dan dat.' Hij zwijgt even. 'Des te onbegrijpelijker is het waarom Snorri deze kopie in een grot in Thingvellir heeft verstopt.'
'De vraag is welke originele tekst de basis was van deze kopie.'
'Dat zullen we nooit weten.'
Ik vertel hem van het bezoek aan Adelheid. We praten even over de heilige geometrie. Onze discussie leidt ons naar Egypte en de Egyptische Oudheid en mythologische pseudo-wetenschap. Die verbanden maken de verwarring niet minder groot. Wat heeft Egypte in hemelsnaam te maken met de Noorse Vikinggeschiedenis of met Snorri? Als ik aan Egypte denk, zie ik Cleopatra voor me in de schaduw van een piramide. Maar toen Cleopatra verleidelijk knipoogde in de wereldgeschiedenis, waren de piramides van Gizeh vijfentwintighonderd jaar oud en was Egypte een wegkwijnende wereldmacht. Al vijfduizend jaar geleden hadden de Egyptenaren een staatssysteem. In de loop van drieduizend jaar regeerden farao's die allang vergeten zijn en andere, machtige heersers wier naam nog steeds verder leeft op onze lippen. Wazner, Iry-Hor, Qa'a, Hotepsekhemwy, Khaba, Cheops, Mentuhotep, Kamose, Amenhotep, Thoetmosis, Hatsjepsoet, Ramses, Set, Xerxes ... De leiders en halfgoden van die tijd. Maar Egypte en zijn farao's verdwenen vlak voor Jezus werd geboren. Julius Caesars adoptiezoon Octavius viel Egypte 30 v.Chr. binnen. Cleopatra pleegde zelfmoord. In hetzelfde jaar werd de laatste farao van Egypte, de zeventienjarige zoon van Cleopatra, Caesarion, omgebracht. Vanaf dat moment bestuurden buitenlanders het land. Halverwege de zevende eeuw bezetten islamitische Arabieren Egypte en namen de macht over van de Byzantijnen en de Perzen. In de Vikingtijd was Egypte een islamitisch kalifaat.
9
De dagen erna speur ik in Snorri's tekst naar de aanwijzingen waar Adelheid het over had. Maar ik kan niets vinden.
Mijn lijfwacht wordt teruggeroepen, officieel vanwege 'bronnen' en 'gevaarmeting', maar waarschijnlijk om die stakker te redden van een dood door verveling.
's Ochtends sluip ik Terjes flat uit en ga ik via de kelderingang, vergeten trappenhuizen en gangen naar mijn tijdelijke kamer.
Ik hoor klikgeluiden in de telefoon en krijg spamberichten die volgens mij spionageprogramma's installeren die alles doorgeven wat ik opsla op mijn pc en wat ik bij het ontbijt heb gegeten. Ik krijg onbegrijpelijke sms-berichten van een niet-bestaand telefoonnummer die vast een GPS-signaal versturen naar de satellieten van de schurken.
Zonder al te veel succes probeer ik mijn achtervolgers te vergeten en me te concentreren op mijn werk.
Terje en Adelheid hebben me geholpen te begrijpen waar ik naar moet zoeken. Ze hebben me uitgelegd hoe ik moet zoeken. De rest gaat over geduld en fantasie.
Het grootste deel van de dag ben ik bezig met het onderzoeken van lettercombinaties en het verticaal, horizontaal, diagonaal en achterstevoren lezen van de tekst.
En ik weet diep van binnen dat het antwoord ergens in die wirwar van letters en tekens ligt.
10
Maandagochtend vroeg vind ik de oplossing. Regendruppels lopen in bochtige waterdraden langs het raam.
Mijn hersenen lijken op vochtige watten.
En in zo'n staat van verdoofdheid ontdek ik het. Een zowel typografisch als inhoudelijk rommelige passage in Snorri's tekst wordt begrensd door de Griekse letters alfa en omega, die hij extra groot en met rode inkt heeft geschreven. De Griekse tekens A en Ω leiden een stuk in dat leesbaar is maar inhoudelijk betekenisloos en sluiten het ook weer af. 'Alfa' en 'omega' betekenen vaak begin en eind. Dus als A en Ω het begin en het eind van een boodschap aangeven, moet ik binnen dat afgebakende gebied in de tekst zoeken.