Adelheid geeft me een grote aardewerken mok kruidenthee.
'Ik ben blij dat je er bent. Het werd tijd! De gevestigde wetenschap heeft nooit wat begrepen van de heilige geometrie! Jij bent de eerste professor die hier op bezoek komt.'
In plaats van erop te wijzen dat ik slechts een stumperige universitaire docent ben, die niemand anders dan zichzelf vertegenwoordigt, nip ik aan de kruidenthee die smaakt naar gekookt gras en afgestorven eenjarige planten.
Adelheid heeft vier omstreden boeken geschreven over de geschiedenis van de heilige geometrie en de invloed ervan op de verspreiding en plaats van noordelijke kloosters, kerken, kerkhoven en kastelen.
'In heel Noorwegen kun je voorbeelden vinden van heilige geometrie. Maar veel wetenschappers beschouwen ons vak als puur bijgeloof.' Haar stem is warm. Als ze haar hand op de mijne legt, ratelen en kletteren haar parelarmbanden en andere bijouterieën. Die onverwachte aanraking laat mij niet onberoerd.
Ze gaat door voor ik de kans heb om een vraag te stellen: 'Langs de Noorse kust, van Rogaland tot Nordfjord, getuigen zestig stenen kruizen van de Keltische invloed op de kerstening van Noorwegen tot in de elfde eeuw. Olav de Heilige oogstte het Keltische fruit. Denk je dat die stenen kruizen - sommige zijn zo'n vier meter hoog - daar toevallig zo zijn neergezet?' Daar heb ik nooit over nagedacht.'
'Trek een lijn van het Utstein-klooster bij Stavanger naar Tolisberg en dan door naar Nidaros. Is het toeval dat de lijnen een hoek van negentig graden maken?'
'Eh... '
'Is het toeval dat de cisterciënzerorde in 1146 het Lyse-klooster stichtte, in 1147 het Sancta Mariae-klooster op Hovedoya bij Oslo, in 1180 Munkeby in Trondheim en in 1207 Tautra aan de Trondheimfjord?'
'Waarschijnlijk niet.'
'Is het dan toeval dat het net zo ver is van het augustijnenklooster Utstein naar Oslo, als van het Lyse-klooster naar Oslo? Is het toeval dat het precies even ver is, 275 kilometer, van het Halsnoy-klooster, gesticht in 1163 door de augustijnen, naar Tuneberghus, als van Tonsberg naar Utstein?'
'Eh...'
'Alle oude, heilige plaatsen in Noorwegen zijn gesticht volgens een mathematisch patroon dat aantoont dat onze voorouders hun kennis en inspiratie bij de Grieken en Egyptenaren opdeden. Of is het toeval dat de ligging van de heilige steden Bergen, Trondheim, Hamar en Tonsberg op middeleeuwse kaarten in de vorm van een pentagram zijn aangegeven?'
Ik krijg het koud. IJskoud. Ik heb haar nog niet veel verteld over de reden dat ik hier ben. Maar toch roert ze een van de vragen aan waarvoor ik hier ben gekomen.
'Ik wil je geen schrik aanjagen of melodramatisch doen,' zeg ik, 'maar in IJsland is een priester vermoord voor wat ik je nu laat zien.'
Ik leg de printversie van de Snorri-codex voor haar neer.
'Zijn dit de Thingvellir-rollen?'
'Nee, dit is de tekst die ons naar de grot bij Thingvellir heeft gebracht. Snorri heeft het laatste deel geschreven, het gedeelte in het Latijnse alfabet. De runen zijn waarschijnlijk een paar honderd jaar eerder opgeschreven. De kaarten en de magische symbolen zijn getekend tussen 1050 en 1250.'
Een paar seconden laten we de woorden op ons inwerken.
Ze bladert aandachtig heen en weer en bestudeert de kaarten en symbolen. 'Ankh! Pentagram! Maar dit is geweldig!'
Ik geef haar een korte samenvatting van de runentekst en leg uit dat de tekst en de kaarten waarschijnlijk een aanwijzing verbergen.
'Hier', zeg ik terwijl ik verder blader, 'heb je een kaart van Zuid-Noorwegen. Hoewel hij niet helemaal klopt met de hedendaagse geografie, begrijp ik niet dat iemand, honderden jaren voor de cartografie een officiële wetenschap werd, in staat was om zo'n nauwkeurige kaart te tekenen.'
'Heb je een pentagram op de kaart getekend?'
Ik kijk naar haar op voor ik weer naar de kaart kijk.
'Het pentagram en de kaart horen bij elkaar', zegt ze. 'Je moet de toenmalige heilige plaatsen als uitgangspunt nemen. Bjørgvin, Nidaros, Hamar, Tunsberg.'
Terwijl ze praat, zet ze een klein stipje op de kaart bij elk van de plaatsen. Ze trekt een lijn van Bergen naar Trondheim, waar Nicholas Breakspear, de latere paus Adrianus IV, rond 1150 het aartsbisdom vestigde. Van Trondheim naar Tonsberg, De oudste stad van Noorwegen en het machtscentrum in de Middeleeuwen.
'Nu ontbreken er nog twee lijnen,' zegt ze, 'en dan hebben we een pentagram.'
'Maar in het noorden van Vestlandet ligt toch geen religieus centrum?' Ik wijs naar de ontbrekende coördinaat, die ergens rond Stadlandet lijkt uit te komen.
'Zeg dat niet. In dat gebied bevinden zich meerdere mysterieuze grotten. Zoals de Dollstein-grot. Een collega van me, de onderzoeker Harald Sommerfeldt Boehlke, heeft de grot en de saga's die erover gaan onderzocht. De grot kijkt uit over zee en bevindt zich op een hoogte van zestig meter in een bergwand ten westen van Sandoy in More en Romsdal. Volgens de overlevering verbleef koning Arthur in de zomer in Sandoy en zou er een schat verborgen liggen in de grot. Een tunnel voert naar een grote zaal. Vijf van dergelijke zalen, of grotten, zijn met elkaar verbonden door smalle, nauwe tunnels. De grot is honderdtachtig meter diep, maar vroeger dacht men dat hij helemaal tot aan Schotland onder de zee door ging. De kruisvaarder Ragnvald Orknoy jarl, die deze naam aannam van de pleegzoon van Olav de Heilige, Ragnvald Bruseson van de Orkney-eilanden, bezocht de grot in 1127 om naar een schat te zoeken die er moest liggen.'