'We komen bij de oplossing', zegt Terje. 'Deze code is niet erg geavanceerd. C3. Kan het zo simpel zijn als C3?'
Dat kan. Door verder te gaan met de Caesar-3-regel komt de volgende tekst tevoorschijn:
www.gmail.com
username: din mor - je moeder
password: min lidenskap - mijn passie
'Voila!' zegt Terje. 'Een volledig e-mailaccount.' Magnus, geslepen vos ...'
Ik bedank Terje voor zijn hulp, ga met mijn laptop het internet op en naar Gmail en typ mijn moeders naam in en Magnus' passie, die niet Snorri is (wat je algauw zou kunnen denken) maar 'foie gras'. Dat voor deze keer aan elkaar geschreven moet worden om het als password te kunnen gebruiken.
In de inbox zit één e-mailbericht en dat is voor mij.
Het onderwerp is: Voor Bjørn!
De tekst is kort:
'Shit happens. Succes, Bjørn! Ik ben bij je. Oordeel niet te hard over me. Je vriend, Magnus.'
Ik open de bijlage.
Een paar seconden staat de tijd stil.
Sira Magnus heeft me een gescande, gedigitaliseerde versie van de Snorri-codex gestuurd.
5
Ik blijf nog een paar dagen in IJsland.
De hele tijd op de voet gevolgd door twee geüniformeerde politiemannen, die me met hun aanwezigheid verhinderen te doen wat ik zou willen doen.
Samen met Thrainn word ik door kranten en televisiezenders geïnterviewd over de vondst van de grot en het zilveren kistje met de manuscripten, die iedereen de Thingvellir-rollen noemt. De naam is geen toeval. In 1947 vond een herder in Quram bij de Dode Zee een paar schriftrollen in een grot in de woestijn. In de loop van de volgende den jaar vinden herders, bedoeïenen en archeologen niet minder dan achthonderdvijftig schriftrollen met oud-Joodse bijbelteksten. De manuscripten gingen de geschiedenis in onder de naam Dode Zee-rollen.
Ik heb een kopie van de Snorri-codex per e-mail doorgestuurd aan Thrainn. Voor de zekerheid vraag ik hem zijn mond te houden over het feit dat we een kopie hebben. Ook tegenover de politie. Je kunt nooit weten.
De Thingvellir-rollen liggen veilig in de massieve kelder van het instituut. Zelfs met dynamiet, semtex of snijbranders zal het de Arabieren niet lukken om de stalen deur open te krijgen.
Thrainn heeft drie specialisten gerekruteerd - twee taalwetenschappers en een historicus - om de tekst te vertalen.
Ik besluit naar Noorwegen terug te gaan. De politie heeft geen bezwaar. Ze zijn eigenlijk blij. Ze brengen me 's morgens heel vroeg naar het vliegveld en zien erop toe dat ik veilig aan boord van het vliegtuig kom.
Ik kan niet zien of ze me staan uit te zwaaien, maar ik stel me voor dat dat het geval is. En ze zullen opgelucht ademhalen dat ze me kwijt zijn.
Het pentagram
NOORWEGEN
1
Er is iemand in mijn flat geweest.
Ik woon in een flatgebouw op Grefsen. Drie kamers en een keuken. Veel te veel ruimte voor een alleenstaande als ik, maar het uitzicht over Oslo is ongelooflijk.
Voor mij is een thuis iets onaantastbaars. Als we de deur achter ons dichtdoen, dan sluiten we de wereld buiten. Problemen op het werk. Zeurende collega's. Opdringerige vrouwen. Scrupuleuze moordenaars.
Daarom sta ik met voeten als loodklompen op de deurmat in de hal. Voorzichtig trek ik de sleutel uit het slot en doe de deur achter me dicht. Ik zet de koffer op de handgeknoopte loper die ik in een bazaar in Istanbul heb gekocht.
De deur naar mijn werkkamer staat op een kier. Ik herinner me dat ik die heb dichtgedaan toen ik naar IJsland vertrok. Ik doe altijd alle deuren dicht als ik mijn flat verlaat. Voor het geval er brand of een lekkage is.
Ik houd mijn adem in. Zijn ze er nog steeds?
Mijn ogen nemen de hal op.
Ergens in het gebouw slaat een deur. Ik krimp in elkaar. Beheers je, Bjørn! Natuurlijk zijn ze hier niet. Ze zitten in IJsland. Ze kunnen niet én in IJsland én in Noorwegen zitten.
Ik zie de dode blik van sira Magnus voor me. En de twee Arabieren in de hotelkamer in Reykjavik.
De stilte wordt drukkender. Wat kan ik doen? Vluchten? Hier blijven staan? De politie bellen? Zijn er dieven in mijn flat, zal er gevraagd worden. Dat weet ik niet, zal ik antwoorden. Is er een deur opengebroken, zullen ze vragen. Nee, zal ik antwoorden, ik heb alleen maar het gevoel. Dan zal de telefonist van het alarmnummer zuchten en me vragen om de afdeling Misdaad te bellen als ik tekenen van inbraak vind of als er iets is gestolen.
Ik duw de deur van mijn werkkamer open.
Ik had verwacht dat ik een volkomen overhoop gehaalde kamer zou binnenstappen. Maar hij is nog keurig. Precies zoals ik hem achtergelaten heb.
Bijna.
Het linkerdeel van het toetsenbord van mijn pc is zo'n twee centimeter verschoven op het bureau. Ik heb het altijd precies parallel aan de rand van het bureau staan.
De kamer ziet er keurig uit. Maar ze hebben De klok van IJsland van Laxness rechts van Nabokovs Lolita gezet en niet links. In de cd-verzameling van Pink Floyd hebben ze Wish You Were Here naast Ummagumma gezet. De kruiswoordpuzzel op het glazen tafeltje tussen de banken - zes verticaal is niet ingevuld - ligt ondersteboven. De bijbehorende kruiswoordpen ligt scheef en niet in de juiste hoek.