In die tijd, de eerste jaren nadat de hoeders naar Santo Domingo kwamen, regeerde paus Julius n. Hij is later bekend geworden door vele kwesties. Hij wordt "de oorlogspaus" genoemd. Hij was een machtige intrigant. In 1506 richtte hij de Zwitserse Garde op, de legermacht die nog steeds de paus en het Vaticaan beschermt. Hij initieerde de bouw van de hedendaagse Sint-Pieter. Hij engageerde Michelangelo om het plafond van de Sixtijnse kapel te beschilderen. Michelangelo kreeg ook de opdracht om het grafmonument voor de paus te maken met het beroemde beeld van Mozes.'
'Ik snap nog steeds het verband niet.'
'Het verband is het Vaticaan.'
'Maar waarom? We hebben het, met alle respect, wel over een mummie, een paar manuscripten van papyrus en een Vikingroof.'
'Noch Asim noch de hoeders konden de reikwijdte van het geheim vermoeden. Zonder het te weten beschermden ze een mummie en geschriften die de opvattingen over het jodendom, her christendom en de islam zouden veranderen.'
Ik weet niet hoe ik moet reageren. Wat ze me vertelt lijkt nog steeds pompeus en onwerkelijk.
'Ik hoop niet dat ik respectloos overkom als ik zeg dat dit een beetje overdreven klinkt?'
Ze prikt een bosbes op haar vork en eet hem op.
Ik vraag: 'Wat voor geheim kan zo'n impact hebben? Was de mummie soms van God?'
Ik tracht te lachen, maar het komt eruit als een droog gekwaak.
Beatriz neemt een slokje wijn en sluit haar ogen. Het zachte licht vaagt haar rimpels uit en maakt haar weer net zo jong als toen ze in Haight-Ashbury in het maanlicht danste.
'Ik moet je iets vragen, Bjørn.'
'Brand los.'
'Dat manuscript…' Ze aarzelt, alsof ze niet precies weet hoe ze het onder woorden moet brengen.
'Ja?'
'Wat weet je daarvan?'
'Het zijn een kopie en een vertaling uit de elfde eeuw van een ouder, origineel bijbelmanuscript.'
'Heb je iets van de tekst gelezen?'
'Die wordt nog vertaald.'
'Ik hoop dat het manuscript veilig is opgeborgen.'
'Het is in goede handen.'
'Heb je een kopie?'
Dat was de vraag die Esteban me nooit had gesteld.
'Uiteraard.'
Haar mond ging niet meer dicht.
'Wil je hem zien?' vraag ik en ik grijp haar hand.
In de bibliotheek zet ik een pc aan en log ik in op het Gmail-account dat sira Magnus heeft aangemaakt. In de inbox, onder Snorri-codex, zit Thrainns e-mailbericht met een gedigitaliseerde versie van de Thingvellir-rollen.
'O, mijn hemel', roept Beatriz uit als ik het Adobe-document aanklik.
De perkamenten lichten op het flatscreen helder en duidelijk op.
'De Conservator zal zijn ogen niet geloven. Denk je ... ' ze aarzelt,'... dat ik een printversie kan krijgen?'
Ik klik op printen. Dankbaar drukt ze me tegen haar schouder. De grote laserprinter komt tot leven. Als het document geprint is, zeg ik: 'Eigenlijk heb je nooit antwoord gegeven op mijn vraag.'
'Welke vraag?'
Ik knik naar de gesloten deur. 'O, dat. Kom maar mee.'
Ze trekt me mee naar de deur, waar ze in de irisscanner moet staren tot deze een groen lichtje geeft. Ze tikt een code in. Het deurslot zoemt en Beatriz opent de zware deur.
2
We treden binnen in een sfeer van vervlogen tijden en mysteries. De fresco's op de muur en het plafond beelden hoogtepunten uit van de bijbelse geschiedenis. Als ik niet beter wist, dan zou ik denken dat Michelangelo hier was geweest met zijn palet en penselen. In de koepel hangen drie kroonluchters. Op planken en in nisjes staan iconen en relikwieschrijnen. In mijn verbeelding hoor ik Gregoriaans kerkgezang. Op de korte muur, het verst van me vandaan, hangt een kruis met daaraan een lijdende Christus. Eli, Eli, lema sabaktani? Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Ik zie in een glazen kastje op een hoge piëdestal een doornenkroon. Maar dat kan niet dé kroon zijn; ik durf het niet te vragen. Onder het kruis, op een tafel met een wit kleed, branden lange, witte kaarsen in een menora, een zevenarmige kandelaar. Aan de muren, tussen de fresco's, torenen boekenkasten met glazen deuren en lades. De diepe ramen zijn beveiligd met tralies van solide smeedijzer. Aan het plafond hangt een bewakingscamera.
'Welkom in "de heilige bibliotheek", zegt Beatriz. 'Hier worden onze meest waardevolle en zeldzame schatten bewaard.'
We lopen over een loper zacht als mos door de bibliotheekzaal.
Beatriz blijft bij een van de glazen deuren staan. Ze pakt er een codex uit met een houten kaft. Ik sta vlak achter haar en kijk over haar schouder mee. Ze slaat hem heel voorzichtig open.
'Dit is de originele tekst van De Transitu Virginis, over de hemelvaart van de maagd Maria, die rond het jaar 169 is geschreven door Sint-Melito van Sardis. Aangezien Maria de moeder was van Gods zoon, kon ze natuurlijk geen aardse dood sterven. Ze werd, met lichaam en ziel, in de hemel opgenomen toen haar dagen op aarde voorbij waren.'
Aandachtig kijk ik naar de letters, die elk met liefde en geloof zijn geschreven.