'Asim was geen gevangene. Kon hij niet met de mummie terugkeren naar Egypte?'
Esteban schudt zijn hoofd krachtig heen en weer voordat hij antwoordt.
'In theorie kon hij natuurlijk vluchten van Selja. Maar hoe? Het was nogal risicovol om met een schat van Noorwegen naar Egypte te reizen. Over land zou hij roversbendes, lokale milities, tolpoorten, gekke vorsten en bloeddorstige dieven tegenkomen. En niet te vergeten een niet-onbeduidend aantal heksen en trollen. Hij moest woeste landschappen trotseren, rivieren kruisen en over hoge bergketens trekken.'
'Maar over zee... '
'.. .zou hij een enorme Vikingvloot tot zijn beschikking moeten hebben om zich te beschermen tegen zeerovers, plunderaars, tollenaars en armada's van vijandelijke machten.' Er trekt een lachje over Estebans gezicht. 'Maar net zo belangrijk was wat Asim in de sterren had gezien: zijn astrologische voorspelling dat Olav en De Heilige over duizend jaar samen zouden opstaan in Egypte.'
Hoewel ik geen geloof hecht aan astrologie en voorspellingen, vervult de profetie van Asim me met een ongemakkelijk gevoel: alsof ik naar een spiegelbeeld kijk dat er helemaal niet is.
'En nu zijn er duizend jaar verstreken', zeg ik zacht.
3
Esteban laat me alleen om een paar telefoontjes te plegen die geen verder uitstel dulden. In zijn afwezigheid luister ik naar de geluiden van het park en denk ik na over het mysterie Asim. Een kever ter grootte van een Matchbox-autootje scharrelt over het terras. Een hysterische vogel fladdert voorbij. Als Esteban terugkomt, praten we verder over de hoeders. Hij weet er meer van dan in het verhaal van Asim stond. Waarschijnlijk puilt zijn bibliotheek uit van de brieven en geschriften van zijn voorvaderen.
'De hoeders werden met zorg uitgekozen', zegt hij. 'Geheimhouding, loyaliteit en eerlijkheid en een stevig fundament in de Oudnoorse idealen verbonden de broederschap. Maar Asim was slim. Slechts een paar hoeders waren volledig op de hoogte van het geheim. Net zoals bij een inlichtingendienst of een criminele bende wist het individu slechts wat hij moest weten. Slechts een paar hoeders, die "De binnenste cirkel van zeven" worden genoemd, waren op de hoogte van de grafkamer op Selja.'
'En de codes?'
'De codes waren leidraden voor de leden van de broederschap en voor de volgende generatie hoeders. Iedere keer als de mummie of een ander deel van de schat werd verhuisd uit een staafkerk of grafkamer, lieten de hoeders een bericht achter waar de schat was gebleven. Een gecodeerd schriftelijk bewijs over wie de verantwoordelijkheid had overgenomen. Een code die alleen de hoeders konden duiden.'
'Alle codes werden gebruikt voor interne communicatie tussen de hoeders?'
'Zo kun je dat heel goed zeggen. Laten we er eens van uitgaan dat een hoeder plotseling sterft. Het zou een catastrofe zijn als hij dan geen bericht had achtergelaten voor de andere schakels in de ketting. De binnenste cirkel van zeven had op elk moment een volledig overzicht, maar de overige hoeders waren lokale bestuurders, die geen notie hadden van de structuur van de broederschap. Ze hadden instructies om hun kennis te delen met hun naburige hoeder en met de volgende hoeder die ze wierven. Op die manier was er altijd iemand die over de noodzakelijke kennis beschikte. Dus als een schat uit een bepaalde kerk werd gehaald, schreef de hoeder een gecodeerd bericht dat de volgende hoeder verder wees. Tegenwoordig zou een hoeder een sms-bericht of een gecodeerd e-mailbericht sturen. Toentertijd ritsten ze dergelijke berichten in runen.'
'Hoe ontcijferden de hoeders de codes van hun voorgangers?'
'Net zoals jij dat deed: ze zochten. Maar anders dan jij wisten de hoeders precies waar ze moesten zoeken en waarnaar ze zochten. Dat was een deel van de gemeenschappelijke kennisbank van de broederschap. De codes, berichten, instructies, aanwijzingen en sporen werden op plekken achtergelaten waar de hoeders hadden geleerd te zoeken. De hoeders lieten, zowel voor de hoeders van hun eigen tijd als voor de hoeders van de volgende generatie, leidraden achter in gecodeerde runenteksten en cryptische formuleringen. De hoeders van Urnes zouden bijvoorbeeld weten dat de schat rond 1180 van hun kerk naar Flesberg werd verhuisd. Maar ze zouden niet weten dat de schat werd opgesplitst en een deel naar het buitenland werd gebracht en een deel naar Garmo in Lom. Maar laten we eens aannemen dat de grootmeester van de broederschap in 1250 constateert dat door oorlog of ziekte bijna alle hoeders dood zijn en hij geeft instructie aan een hoeder uit Urnes om de schat in veiligheid te brengen. De Urnes-hoeder zal niet weten waar de schat is, maar de hoeder die hem had geworven, zal hem hebben uitgelegd dat de leidraad te vinden is op een runenstaaf in een pilaar van de kerk. De code op de runenstaaf zal hem vertellen dat hij op zoek moet in Flesberg en het woord "klinkende" zou een hint zijn dat hij de kerkklok moest onderzoeken. Dan zou hij de geheime runen onderzoeken die hij - in tegenstelling tot de meeste gewone mensen - zal kunnen duiden. Herinner je je de tekst op de kerkklok? De klok luidt Urnes vijftig jaar Flesberg vijftig jaar Lom vijftig jaar. Voor een hoeder was die tekst helder als glas. Ik kom nog terug op die vijftig jaar. Gewapend met zijn kennis over de codes kon de hoeder doorreizen naar Lom. Daar zou hij het bericht tegenkomen dat De Heilige teksten en de slapende god in veiligheid zijn gebracht bij onze paktvriend in het land waar de zon ondergaat, dus bij de 'hoeder Snorri in IJsland. En dat de volgende leidraad is: waar de zon opkomt. Omdat de hoeders wisten dat de staafkerken samen een kruis vormden, zou hij hebben begrepen dat "Lars" in de staafkerk in Ringebu was en dat zijn "bijbel" de volgende code zou verbergen.'