Olav rochelde. Hij hoestte bloed en kreunde van de pijn. Tot op de dag van vandaag word ik geplaagd door deze herinneringen. Hij haalde moeizaam adem. Het bloed kwam bij elke ademtocht. De koning keek mij aan. Ik meende een dapper lachje te zien. De man die Kalv heette stond over de koning gebogen. Hij tilde zijn zwaard op. In een flits zag ik het blad. De scherpe kant trof de koning links in zijn nek. Wit vlees opende zich in een dodelijke wond. Het bloed gulpte uit de wond. Wanhopig zakte ik op mijn knieën. Een grote groep kraaien en raven had zich boven ons in de bomen verzameld. Het leek of het lawaai van de slag verstomde en het hese gekras van de vogels de lucht vulde. De blik van de koning kruiste de mijne. Hij rochelde en gorgelde met bebloede lippen.
En zo, bij Stiklestad, stierf mijn heer en meester, Viking en koning Olav Haraldsson, de man die we nu kennen als Olafr hinn helgi, Olav de Heilige.
Hij nam de ganzenveer van het perkament. In de cel van het stenen klooster draaide hij het dekseltje op de inktpot en rolde het perkament op. Met een diepe zucht leunde hij achterover.
Er waren veertig jaren verstreken sinds die zonnige dag bij Stiklestad, de dag dat de koning stierf. Toch herinnerde hij zich nog elk moment helder en duidelijk, terwijl hij verder zo veel vergeten was: de julizon die aan de hemel schitterde, de stank van bloed en ingewanden die zich vermengde met de geuren van de akkers, de bloemenweiden en de bossen, het geschreeuw van de stervende mannen en het dreigende gebrul van de mannen die woest en dapper vochten.
Buiten zweefden de meeuwen op de wind. De golven sloegen zwaar tegen de klippen.
De eeuwige ademtocht van de zee, dacht hij. De zoute ademhaling van de zee.
*
De monniken vonden hem na de vespers. Hij lag op zijn brits met zijn handen gevouwen op zijn buik. Ze begrepen dat de oude Viking was gestorven.
De abt, die trouw had gezworen aan de Egyptenaar Asim, liet direct een bericht over het sterfgeval naar de grootmeester van de broederschap in Nidaros sturen.
Vierde deel
De laatste Hoeder
Voor de ogen van de farao en zijn hovelingen hield Aaron zijn staf geheven boven de Nijl en sloeg ermee op het water, en toen veranderde het Nijlwater in bloed.
- Het tweede boek van Mozes
Sufficientia Scripturae Sacrae
- (Uit de Heilige Geschriften)
Het Miércolespaleis
DOMINICAANSE REPUBLIEK
1
Het leven zit vol met geluiden.
Beneden op straat, door het gesloten venster heen, klinkt van veraf het geruis van het verkeer. De airconditioning suist. Er slaat een deur. Gelach. Een liftdeur zegt 'pling'.
Ik zit op mijn hotelkamer op de rand van mijn bed, omgeven door gidsen en kaarten. Het is niet bepaald het goedkoopste hotel, maar ik hoef het niet zelf te betalen.
Ik heb Laura een sms'je gestuurd dat ik goed ben aangekomen. Haar taak zit erop. Hoewel ik haar graag had mee gehad naar Santo Domingo, vond de SIS dat het veiliger was dat ze terugkeerde naar Londen.
Ik mag kennelijk wel worden geofferd.
Stuart, Hassan en de revolverhelden van de sjeik zitten in de gevangenis, berichtte Laura. De FBI gaat ze aanklagen voor kidnapping en terrorisme.
Vanaf het hotel neem ik een taxi naar het Miércolespaleis, dat net buiten het oude centrum ligt, niet zo ver van de Catedral Primada de América, de eerste kathedraal op het Amerikaanse continent.
Het paleis ligt in een park dat zo groot is dat je maar net door de eeuwenoude bomen heen het slot kan zien liggen. Hier en daar weerspiegelen groene vijvers gebogen stenen bruggetjes. Het park wordt omringd door een vier meter hoog hek van smeedijzeren spijlen en namaakzuilen met ingemetselde friezen met bijbelse motieven.
Aan het begin van de zestiende eeuw werd begonnen met de bouw van het Miércolespaleis, maar het was pas honderd jaar later voltooid. Volgens de gids die ik op de luchthaven heb gekocht, werd het paleis en het park daaromheen gebruikt als voorbeeld bij de bouw van Versailles.
Tegenwoordig regeert Esteban Rodriquez in het Miércolespaleis. Een teruggetrokken filantroop die af en toe in koninklijke kringen zijn opwachting maakt - altijd als vriend van een koning of een vorst - maar die zich over het algemeen verre van de schijnwerpers houdt. De familie heeft via de praktisch onbekende Miércolesstichting, met haar hoofdkantoor in Washington D.C.,, ziekenhuizen, kerken en scholen in ontwikkelingslanden gefinancierd. Esteban Rodriquez is getrouwd met Sophia Goldsmith, die net op het punt stond in Amerika door te breken als filmactrice toen ze in 1958 haar echtgenoot ontmoette. In 1964 werd Javier geboren en in 1968 Graciela.
Op krukken strompel ik door het buitenproportionele hek tot ik bij de hoofdpoort kom, die op slot zit en wordt bewaakt door gewapende mannen in vreemde uniformen. Ik ga op zoek naar een deurbel of intercom, maar het lijkt er niet op dat de bewoners van het Miércolespaleis er belang bij hebben om colporteurs, toeristen of missionarissen binnen te laten. Ik probeer een van de bewakers te roepen, maar hij is het gewend nieuwsgierigen te negeren.