Na de slachtpartij op Groenland, schrijven ze, vluchtte de groep naar het land ten westen van de horizon. De laatste vijftig jaar hebben ze met het heiligdom naar het zuiden gevaren. Volgens Noordse overleveringen wisten ze dat ze daar een oostenwind zouden vinden die hen naar Europa terug zou brengen.
Ze woonden vele jaren aan de oostkust in Noordse nederzettingen en hadden contact met de bewoners van Vinland. Ze lieten runenstenen achter. Velen stierven onderweg van ouderdom of tijdens gevechten met de inheemse bevolking. Sommigen bleven achter in de nederzettingen. Anderen gingen samenwonen met de inheemse bevolking. Hoewel er onderweg nieuwe kinderen werden geboren, was de groep van de hoeders uiteindelijk gereduceerd tot negentien mannen, negen vrouwen en acht kinderen.
Ze maken de aartsbisschop erop attent dat ze hebben besloten de mummie terug te brengen naar Egypte, zoals Asim dat wenste.
Samen met Laura lees ik de brief steeds opnieuw. Waar kunnen we gaan zoeken?
Santo Domingo is de oudste stad in het Caribisch gebied, en heeft tegenwoordig twee miljoen inwoners. Is de tocht van de hoeders daar geëindigd? Of zijn ze met een schip teruggegaan naar Europa? Is de mummie toch in het Vaticaan terechtgekomen?
11
In de bibliotheek vinden we stapels boeken over de geschiedenis van Santo Domingo. Dus beginnen we te zoeken.
Halverwege de dag bel ik professor Llyleworth van de SIS om te horen of hij ons kan helpen. Ik hoor aan zijn stem dat de naam Santo Domingo hem op een idee brengt.
'Hebben jullie al eens op de term "Miércolespaleis" gezocht?'
Ik krijg weer hoop. Ik heb over dat met mysteries omgeven Miércolespaleis in Santo Domingo van alles gehoord.
'Esteban Rodriquez, die ik vaag ken, is een excentrieke edelman. Zoek het eens uit!' zegt Llyleworth.
In een werk uit 1954, The World's Ten Greatest Palaces, vindt Laura een hoofdstuk over het Miércolespaleis. Het prachtige slot is een vijfhonderd jaar oud renaissancepaleis en staat in een groot park aan de rand van de oude stad in Santo Domingo. Volgens de plaatselijke legendes werd het paleis door Christoffel Columbus gebouwd, wat nauwelijks kan kloppen aangezien er met de bouw werd begonnen toen hij al dood was. Zijn broer Bartolomeo daarentegen was wel betrokken bij het vinden van de juiste plek in het bos voor het paleis, buiten het toenmalige centrum. Tegenwoordig vormt het Miércolespaleis een oase in de miljoenenstad.
In het artikel wordt kort aangestipt dat de Rodriquez-familie, die in het Miércolespaleis woont, haar erfgoed fanatiek beschermt. Volgens het boek stamde een van de voorvaderen Rodriquez uit een adellijk Europees geslacht en heeft hij Columbus' broer Bartolomeo vergezeld op een van zijn tochten naar het pas ontdekte rijk. Verder wordt er verwezen naar speculaties dat de rijkdom van de familie afkomstig is uit de restanten van de verdwenen schatten van de tempelridders. Dat de familie werd betaald door koningin Isabella om niets te zeggen over haar afstamming, dat Hendrik VIII van Engeland het Miércolespaleis bekostigde om de Rodriquez-familie na een schandaal uit Europa te weren en dat Leonardo da Vinci de Sforza-dynastie in Milaan overhaalde om het paleis te bouwen om zodoende een verbinding naar de nieuwe wereld te krijgen. Maar als puntje bij paaltje komt weet eigenlijk niemand waar de Rodriquez-familie vandaan kwam voordat ze in de zestiende eeuw in Santo Domingo arriveerde om het Miércolespaleis te bouwen, daarin te gaan wonen en de poorten, met zo'n klap dicht te slaan dat deze nog steeds nadreunt in de geschiedenis.
Miércoles.
In het Spaans betekent miércoles 'woensdag'. Het woord is afgeleid van de Romeinse god Mercurius, dezelfde god als de Germaanse god Wodan (Wotan, Wödinaz) en de Noordse Odin. In het Engels is Wednesday ('woensdag') een afleiding van Wêdnes dag, en in het Noors is 'Odins dag' onsdag geworden.
Het Miércolespaleis.
Woensdagpaleis.
Odins paleis ...
Laura wijst op een zwart-witfoto van het wapenschild van de mensenschuwe familie Rodriquez.
Omgeven door draken, leeuwen en met zwaarden zwaaiende serafijnen herkennen we drie symbolen.
Ankh, tyr en kruis.
Tussenspel
De geschiedenis van Bård (III)
Koning Olav vocht moedig en flink. Hij hakte in op Torgeir uit Kvistad en sloeg in zijn gezicht zodat het neusscherm kapotging en zijn hoofd tot zijn ogen doormidden werd gekliefd.
- Snorri
Jij komt uit Barbelo, het rijk van de onsterfelijken.
- Het evangelie volgens Judas
Hij huiverde in zijn sobere kloostercel en trok zijn cape strakker om zich heen. Hij doopte de scherpe ganzenveer in de inktpot, 's Avonds na zonsondergang schreef hij in het schijnsel van twee olielampen die de monniken iedere ochtend verwisselden. De geur van de olie vermengde zich met de sterke lucht van de inkt en de stank van vis, kool of schapenvlees uit de keuken beneden. Soms hoorde hij gelach van monniken, en moest hij altijd zelf glimlachen, en even later, als de monniken zich verzamelden voor het avondgezang, sloot hij zijn ogen om te genieten van de welluidende klanken. De mist had de contouren van de eilanden, de bergen en de grote zee uitgewist. Tegen de schemering moest hij vaak terugdenken aan het gevoel dat hij had als hij najaren als Viking gevaren te hebben eindelijk