Het drong tot haar door dat ze haar trouwe dienaar opdracht gegeven had haar te wekken als er iets belangrijks gebeurde, ongeacht het gebeuren. In de jaren dat hij haar gediend had was alleen de dood van de vorige Dukant belangrijk genoeg geweest haar droomloze slaap te onderbreken. Ze stapte uit bed, gooide een japon over haar hoofd om haar naaktheid te verhullen, borstelde snel haar lange, zwarte haar met de ivoren borstel met de korte, stugge Raagsneller haren, tot het glansde. Ze opende de deur. Skerron stond voor haar, handenwringend.
‘Meesteres,’ begon hij, ‘Ik, ik.. er is...’ Hij zuchtte, pakte snel haar hand en trok haar naar het raam. Het spektakel was niet langer zodanig grandioos dat het de aandacht trok, maar voor sommigen begon het vuurwerk nu pas. Markiezin Sharra fronste en zag haar bezorgdheid weerspiegeld in het gezicht van Skerron. Ze drapeerde in een nerveus gebaar haar lange, zwarte haar over haar linkerschouder en speelde met de zijdezachte tressen.
‘Haal mijn spullen, Skerron, en breng ze naar het observatorium.’
Haar dienaar boog en haastte zich naar beneden, naar de kelder, waar ze haar instrumentarium bewaarde.
Skerron nam de treden twee tegelijk. De manier waarop de Meesteres naar buiten had gekeken had zijn eerste angst, dat hij haar voor niets had gewekt, weggenomen, maar ook een nieuwe angst in hem teweeggebracht. In de kelder pakte hij een zware bundel en begon aan de lange weg terug naar boven, naar het platte dak dat ver boven het meeste van de rest van de stad uitstak. Hijgend bereikte hij het einde van zijn klim. Het pak legde hij aan de voeten van de Meesteres. Ze had zich verkleed en een warme broek en trui aangetrokken met een grijze, wollen mantel met armgaten die ze om haar middel had vastgebonden.
Vervolgens ging Skerron in het trapgat zitten om uit te rusten. Hij voelde zijn hart opspringen toen de Meesteres naar hem keek en glimlachte. Verlegen sloeg hij zijn ogen neer. Na al die jaren kon hij haar blik nog steeds niet weerstaan. Hij keek even op, zag dat ze bezig was met het pak aan haar voeten. Ze was nog zo mooi als de dag dat ze hem gekocht had, had nog de jeugdigheid van toen. Ze had nog steeds dezelfde uitstraling, een aantrekkingskracht die in vrouwen afgunst wekte en die volwassen mannen in kleine jongetjes veranderde. Hij bewonderde haar lange, diepzwarte haar dat in een waaiervorm boven haar hoofd werd geblazen door de frisse zuidelijke zeewind, voor ze het samenbond in een knot en het geheel vastzette met een aantal pinnen. Vol belangstelling volgde hij haar handelingen.
Een bronzen schaal, kunstig bewerkt met krullen en versierselen, een brander met kolen en een paar zakjes waarvan hij de inhoud niet wist, haalde ze tevoorschijn. Hij hoorde haar een paar woorden mompelen, waarop de kolen fel begonnen te gloeien, van binnenuit. Skerron was niet verbaasd. Hij was vele malen eerder aanwezig geweest bij de magische handelingen die de markiezin verrichtte, al of niet in aanwezigheid van de adellijke dames met wie ze associeerde.
Sharra wierp handenvol kruiden in de schaal. De geuren die opstegen drongen haar hoofd binnen, scherpten haar verstand aan. Met versterkte concentratie richtte ze haar geest naar het zuidoosten, in de richting van de vurige pilaar die de nachtelijke hemel verlicht had. Daar! Sharra zag de paarse en groene residuen van magie, die nog her en der in de lucht hingen en zich langzaam verspreidden. Haar wilskracht maakte het beeld duidelijker. Ze zag de plaats bijna voor zich, maar iets weerhield haar de exacte locatie te vinden. Hoe ze ook probeerde, het pad door de smalle strook bos waar de magie blijkbaar vandaan was gekomen bleef voor haar ogen verborgen. Ze proefde de atmosfeer van de plaats. De macht die was opgeroepen was schrikbarend, veel meer dan zij ooit zou kunnen beheersen. En blijkbaar ook meer dan degene die het had opgewekt. Voorzichtig tastte ze met onzichtbare vingers naar de verre plaats om een gevoel te krijgen van de bron van deze krachten en het gevoel dat ze kreeg gaf haar koude rillingen. Duidelijk aanwezig was de macht van een Nogrot Tarrak, maar het was vermengd met de macht die een Draconii zou gebruiken. Sharra peinsde even over wie een dergelijke combinatie aan krachten zou kunnen oproepen en beheersen.
Ze knipperde met haar ogen toen ze zich realiseerde wie de persoon in kwestie was. Er waren slechts drie personen, entiteiten die ze kende, die in staat zouden zijn de macht te beheersen, laat staan de bron van die macht onder controle te houden. Van twee van deze wist ze dat zij het niet waren. Andere alarmen hadden haar dan al eerder gewaarschuwd. Verder konden die twee niet zo dicht in de buurt zijn.
De één, een oude schavuit met verschillende namen zoals Likel Katch, Nomor Flink of Heran Archelman, bevond zich in de verre, zuidelijke Melegonne-keten, waarschijnlijk bezig met onbeschrijflijke zaken. Het waren niet zijn echte namen, die hield hij angstvallig geheim uit vrees dat het kennen van zijn echte naam anderen macht over hem zou geven. En soms was dat ook zo, dus zijn angst was gegrond. De keer dat Sharra met hem gesproken had, had ze hem vergeleken met een roedel Teendralgen vanwege de schade die hij in het voorbijgaan vaak aanrichtte en die naam scheen hem te bevallen. Sharra had sindsdien meer verhalen gehoord over de oude Teendralg van de Melegonne die bloot over de Grote Gletsjer schaatste op het gewei van een Lenkzwabber, een grote hertensoort met een indrukwekkend gewei. De verhalen vertelden ook dat het hert nog aan het gewei vast zat, dat Teendralg nog in het hert vastzat en dat ze achtervolgd werden door een jaloerse medicijnman van negen voet lang en zijn schare volgelingen die dwergen van minder dan drie turven hoog waren, dus Sharra nam ze met een korreltje zout.