Home>>read De Dochter Van Mistral free online

De Dochter Van Mistral(37)

By:Judith Krantz


Met het verstrijken van de jaren moest Mary Jane Kilkullens liefde voor genealogie een vervanging worden voor de liefde voor een nageslacht, omdat zij en Perry vrijwel de enigen onder hun tijdgenoten waren die geen kinderen kregen. Evenals al hun vrienden zeilden ze 's zomers in Southampton, ze gingen skiën in de Lake Placid Club en in het voorjaar gingen ze naar Pinehurst om hun hart aan golf op te halen. Helaas deed het uitblijven van zoons en dochters die hen als een goed katholiek gezin zouden hebben verenigd hen niet elkaar als troost opzoeken, zoals vaak in kinderloze huwelijken het geval is.

In de eerste tijd was hun onvruchtbaarheid iets verschrikkelijks en onbegrijpelijk. Daarna werd het met een ijzig zwijgen aanvaard en ze wendden zich van elkaar af; hun verhouding was alleen maar gebaseerd geweest op een vluchtige aantrekkingskracht van jonge mensen voor elkaar en nu gingen ze beiden afzonderlijk hun weg naar doelen die hen, naar ze hoopten, wel zouden bevredigen.

Mary Jane Kilkullen werd onmisbaar voor het Gilde van het kindeke Jezus, de katholieke Grote Zusters, het katholieke Blindencentrum, en het Vondelingenziekenhuis. Perry Kilkullen dook onder in zijn internationale bankinstelling en omstreeks 1926 bracht hij een groter deel van zijn tijd in Parijs door dan in hun grote flat op Park Avenue, nummer 1008.

Parijs was zijn grote liefde, zijn troost voor de dorheid van zijn persoonlijk bestaan, en Parijs had hem jeugdig gehouden zoals ze dat met allen doet die echt van haar houden. De liefde voor Londen geeft een mens een zekere mildheid, liefde voor Rome inspireert belangstelling voor het verleden, maar liefde voor Parijs garandeert een groot hart.

Perry Kilkullen had een suite van vier kamers die op de binnentuin van het Ritz uitkeek, en al was zijn Parijse leven gevuld met telegrammen, conferenties, zakenlunches en formele diners met andere leden van de internationale gemeenschap, toch gaf hij vaak zijn chauffeur vrij en trok er te voet op uit om zo maar wat door de eindeloos verlokkende straten van zijn stad te wandelen.

Nu keken er vrouwen, veel vrouwen, naar hem terwijl hij zich naar de Place Vendome haastte, want hij was al laat. Paula had zijn stem, zijn kleren en zijn manieren opgenomen en de vrouwen die hem nu zagen, al hadden ze niet het inzicht van Paula, wisten allen direct als ze zijn lange gestalte zagen, dat hij geen Fransman was. Hij had iets nonchalants, iets soepels en levendigs, hij liep daar zo snel, rechtop en vol zelfvertrouwen alsof hij op de maat van tromgeroffel voortstapte, waarbij zijn blonde haar in het licht van de lantaarns glom.

Maar Perry Kilkullen zag hen geen van allen. In de Ritz snelde hij de trap op die al vol mannen in avondkostuum en vrouwen met brokaten avondcapes was; hij kon de armbanden horen rinkelen. Hij liep vlug de drukke, geparfumeerde, grijs en gouden hal door, vergat om tegen de plechtstatige conciërge te knikken, verzuimde de witgehandschoende liftboy te groeten, duwde zijn bediende zwijgend opzij, nam geen notitie van het handjevol brieven dat op hem lag te wachten en wierp zijn smoking bijna om zich heen, terwijl er maar twee woorden in zijn hoofd weerklonken: Maggy Lunel... Maggy Lunel!





De volgende morgen wist hij binnen een half uur dat Madame Paula Deslandes de eigenaresse van La Pomme d'Or was. Ze had gezegd dat Maggy Lunel haar beschermelinge was, bedacht Perry Kilkullen. Wat betekende dat eigenlijk?

Hij liet zijn secretaresse voor die avond een tafel in haar restaurant voor hem reserveren, en hij at alleen. Hij merkte niets van de voortreffelijke schapenbout of de volmaakte Brie, maar wachtte slechts op het ogenblik dat Madame Deslandes zich zou verwaardigen bij zijn tafeltje te blijven staan. Bij zijn binnenkomst had ze hem vriendelijk gegroet, maar toen ze langzaam door het volle restaurant van het ene naar het andere tafeltje liep leek het alsof iedereen eindeloos haar aandacht vroeg. Ondanks het feit dat ze niet naar hem keek, zag ze uit haar ooghoeken hoe ongeduldig hij daar zat, hoe weinig hij at en ze bleef langer dan gewoonlijk bij haar vaste klanten staan praten. Laat hem maar wachten, dacht ze, niet zonder enige zeer begrijpelijke gewonde trots. Toen hij aan zijn tweede kopje koffie toe was kwam Paula naar zijn tafeltje toe en knikte. Perry sprong overeind.

'Wilt u een cognac met me drinken, Madame?'

'Graag.' Paula ging tegenover hem zitten, zette haar mollige ellebogen op tafel en liet haar hoofd peinzend op haar gevouwen handen rusten. Ze vroeg zich af hoe hij het onderwerp zou aanroeren dat hem hier had gebracht, zonder het al te duidelijk te tonen.

'Madame, ik moet haar ontmoeten.'

Paula trok vol bewondering één wenkbrauw op. Een directe aanval. Niet slecht voor een Amerikaan.

'Kunt u me helpen, Madame?'

Ze trok nu ook haar andere wenkbrauw op en haar uitdrukking hield het midden tussen ontvankelijkheid en aarzeling.

'Madame, ik ben verliefd.'