Maggy stond in een hoek en stond extra rechtop; ze leek nog langer dan anders. Ze werd door een afschuwelijk gevoel bevangen toen ze zag hoe de mensen zich opgewonden voor de zeven doeken verdrongen die haar in al haar naaktheid lieten zien. Het was iets heel anders om naakt voor een schilder te poseren dan om zo voor leken te worden tentoongesteld, dacht ze. Als ze geweten had hoe ze zich zou voelen, was ze zelfs niet naar de vernissage toegegaan. Ze had alle ervaring nodig die ze in het afgelopen jaar had opgedaan om kalm de gelukwensen in ontvangst te nemen die het vluchtig schudden van haar hand vergezelden, om niet te spreken van die roofzuchtige, gretige, onderzoekende en keurende blikken.
Ze vond het erop lijken of ze een dier was, een paard dat zojuist een wedstrijd had gewonnen, of een hond die de eerste prijs op een hondententoonstelling had gewonnen. 'Prachtig, Mademoiselle,' of 'Fantastisch, gewoon fantastisch,' zeiden ze tegen haar en liepen gauw door alsof zij geen menselijk wezen was waar iemand redelijk mee kon praten. Het zou haar niets verwonderen als er straks iemand kwam die haar een suikerklontje in de mond wilde stoppen, maar die zou een vinger kwijt zijn!
Als Julien maar bij haar wilde komen staan, als ze maar even zijn blik op kon vangen, maar hij stond daar onbeweeglijk midden in de zaal alsof hij daar was neergeplant. Waarom nam hij juist vandaag totaal geen notitie van haar, vroeg ze zichzelf af, en ze voelde een scheut van pijn achter haar ogen.
Zelfs Paula, die eerst vlak bij haar was gebleven, was nu weggegaan om al die verzamelaars, schilders en critici te bekijken, dezelfde mensen die avond in avond uit in haar restaurant kwamen. Het leek wel of dit een feest ter ere van Paula was, want als zij er niet geweest was, dan had het nooit plaats gevonden. Als Paula Deslandes Maggy Lunel niet aan werk had geholpen, dan was Julien Mistral nu misschien nog onbekend, overpeinsde ze en ze was er niet helemaal van overtuigd dat haar gulle hulp goed was geweest. Ze keek met het ondefinieerbare air van een ingewijde om zich heen, iemand die bij een openbare gelegenheid overal van afweet, en plotseling sprak een man die ze nooit eerder had gezien haar aan:
'Wat een buitengewone gebeurtenis, Madame, vindt u niet?'
'Inderdaad,' zei Paula en neigde even haar hoofd op een manier die zelfs Madame de Pompadour haar niet had kunnen verbeteren. Aan dat ene zinnetje merkte ze onmiddellijk dat de man dat speciale soort Amerikaan was die acceptabel Frans sprak maar nog genoeg moeite met die taal had om niet van zichzelf te denken dat hij het vloeiend sprak.
'Is Madame verzamelaarster?'
'In het klein,' antwoordde Paula en keek de man belangstellend aan. 'En Monsieur?' Zoals altijd reageerde ze in de eerste plaats op zijn mannelijkheid, zijn knappe uiterlijk. Toen merkte ze dat hij er ook buitengewoon goed gekleed uitzag, maar hij droeg zijn kostbare kleding met Amerikaanse nonchalance. Het was zo te zien waar hij vandaan kwam.
'In het klein dus. Kan iemand in Parijs wonen en niet het een of ander verzamelen?'
'Sommigen, maar met dat soort mensen heb ik niets te maken,' antwoordde Paula en snoof even minachtend.
'Mag ik me voorstellen? Perry Kilkullen.'
'Paula Deslandes.'
Ze gaven elkaar een hand en ze nam haar nieuwe kennis nader op. Hij was waarschijnlijk een jaar of veertig, en zijn welvarend voorkomen vormde een prettig contrast met zijn dikke blonde haar dat bij de slapen enkele zilveren draden vertoonde; zijn grijze ogen keken jeugdig enthousiast de wereld in. Paula vond dat hij de Amerikaan belichaamde waarvan de Engelsen spijtig moeten toegeven dat hij ondanks alles toch een heer is.
'Hebt u hier iets gekocht?' informeerde Paula.
'Helaas niet. De enige schilderijen die ik werkelijk wilde hebben waren alle al verkocht.'
'Welke had u uitgekozen?' vroeg Paula en keek allerliefst.
'Een van die naakten; die vind ik het mooist van alles.'
'Monsieur heeft een verfijnde smaak,' plaagde Paula.
'Ik zag dat u met een jongedame praatte,' zei Perry Kilkullen en wees naar Maggy aan de andere kant van het vertrek. 'Zij is toch het model, nietwaar?'
'U denkt toch zeker niet dat er twee als zij in de wereld zijn?'
'Zij is zeker de vrouw van de schilder?'
'De hemel verhoede het!'
'Zijn vriendin dan?' vroeg hij kies, maar gaf het woord 'vriendin' die speciale nuance, die speciale toon die voor de Fransen de seksuele partner betekent.
'O nee,' zei Paula beschermend. 'Maggy is een beroepsmodel, het beste model in Parijs; dat kan iedereen u vertellen. Ze werkt voor veel schilders.'
'Maggy?'
'Maggy Lunel, mijn beschermelinge,' zei Paula trots.
'Ze is heel erg mooi. Een bijzonder meisje,' zei Perry Kilkullen op een toon die maakte dat Paula hem even scherp bekeek. Hij keek openlijk naar Maggy met een blik zo vol verlangen dat Paula erom had moeten lachen als ze zich niet meteen beheerst had. Och, wat dacht ze eigenlijk? Haar drieënveertig jaren, al was ze nog zo weelderig, waren toch niets vergeleken met Maggy's heerlijke achttien, en Paula schudde in gedachten even haar hoofd.