En ze zag, opeens heel zeker van zichzelf, wat ze zou gaan doen. Het was meer dan alleen maar weten, het was een plotseling toegeven aan een al lang bestaande maar genegeerde behoefte, een pure en dwingende behoefte zonder enige complicaties, het was gewoon een bevel.
Probeer het. Ze was een schilder. Ze was altijd een schilder geweest. Ze had de schilder in zichzelf afgewezen toen ze haar vader had afgewezen, maar nu ... nu ... het enige dat ze zeker wist was dat ze het moest proberen. Muren waren omlaag getrokken, deuren waren open gegooid, er strekte zich een onmetelijke weide voor haar uit, een weide die ze niet zonder enige risico te lopen kon oversteken, een weide die - als ze hem eenmaal overstak - haar naar nu nog onbekende veranderingen zou leiden, naar taken en beproevingen waar ze zich nu nog nauwelijks een voorstelling van kon maken. Maar ze móest het proberen.
Fauve wist dat ze aan het begin stond van een lange ontdekkingsreis, een avontuur dat haar onweerstaanbaar wenkte. Aan de andere kant van de weide lag een mysterie, een onbekende wereld die verkend moest worden. Ze had het gevoel dat ze vol heerlijke en onvoorzichtige opwellingen zat, ze verlangde er heftig naar het mysterie te onderzoeken, ze was gereed om het te wagen, gereed om te proberen, gereed voor verandering.
Er klopte iets in Fauves polsen en vingers, een drang die eigenlijk nooit was weg geweest. Krachten en mogelijkheden die ze had onderdrukt en waar ze zich van had afgewend, begonnen nu naar boven te komen met het doorzettingsvermogen van nieuwe knoppen die zich in de lentezon willen openen.
Ze zou helemaal opnieuw moeten beginnen. Niet bij het begin, maar toch, opnieuw. Ze was ongetwijfeld haar techniek kwijt, het gemak waar ze mee werkte, de vaste hand ... de machinerie van de artiest was waarschijnlijk even verroest als een tinnen soldaatje dat in de regen is blijven liggen. Ze zou weer alles van verf moeten afweten. Maar die taal kende ze al... van vroeger... die was ze niet zo gauw vergeten, vooral omdat ze altijd die nerveuze gewoonte had gehouden om overal een pen of potlood op te pakken en ermee op papier te gaan krabbelen.
Daar zat Fauve aan de werktafel en keek naar het doek, een penseel in de ene hand en de appel in de andere. Zou ze hem opeten of schilderen? Ze lachte hardop en beet in de appel. Ze zou de peer schilderen.
Vijfendertig
Als ze nu meteen telefoneerde zouden Maggy en Darcy net bezig zijn om na het ontbijt de zondagsbladen te lezen, rekende Fauve uit en vergat niet aan het tijdsverschil van vijf uur te denken. Ze sprong van de tafel op, pakte haar peer op en holde van de studio naar de telefoon in de bibliotheek van La Tourrello.
Ze draaide het nummer voor internationale verbindingen, en toen, nog voordat ze verbinding had, legde ze de hoorn weer haastig neer want opeens overvielen haar allerlei vragen, al was het daar wel wat laat voor. Dit plotselinge besluit, deze koersverandering in haar leven waar ze zo opeens toe besloten was ... wat zou dit allemaal voor Maggy betekenen en het leven dat zij en Darcy zo zorgvuldig voor zichzelf hadden uitgestippeld; een leven waarin ze alles zo goed geregeld hadden en waarmee, ze zo gelukkig waren?
Was dit nu niet precies hetzelfde egoïsme, vroeg Fauve zich af, waarop haar vader zijn leven had gebaseerd ? Hij nam een besluit dat voor hem het beste was en trok zich niets van de gevolgen voor anderen aan. Stond zij nu op het punt haar werk boven al haar andere plichten in het leven te stellen? Was haar doelbewustheid, haar fysieke en geestelijke behoefte om te schilderen hetzelfde gevoel dat hij had gekend? Was dit de drang die hem altijd had opgezweept? En hem verblind had?
Fauve zat heel stil en probeerde zich voor te stellen hoe ze zich zou voelen als ze deze morgen van zich af zette en weer naar het Bureau Lunel terugkeerde. Ze kon dan tenslotte altijd tijdens de weekends schilderen. Ze kon dan haar dagen weer besteden aan het regelen van de bezigheden van de tweehonderd beste fotomodellen ter wereld, ze kon proberen zich daar weer in te interesseren, net als vroeger, en voor alles dat er in dat felle modewereldje vol concurrentiestrijd gebeurde. Ze was opgeleid om dat te doen, nietwaar?
Maar dat was niet zo. Helemaal niet, begreep ze, nu ze er eens ernstig over nadacht. Toen ze haar middelbare school had afgemaakt had Maggy nooit enige toespeling gemaakt dat ze in stilte hoopte het bureau eens Lunel & Kleindochter te dopen. Het was haar eigen idee geweest; zij had alles willen leren wat er op het bureau voorviel alsof dat een oplossing voor haar problemen was. En Fauve wist in ieder geval één ding van het modellenbedrijf: je moest er niet in werken tenzij je er werkelijk voor honderd procent belangstelling voor had. Als je er niet langer een afschuwelijk gevoel van teleurstelling van kreeg als je een meisje van Wilhelmina in plaats van een van Lunel op de omslag van Vogue zag, dan werd het tijd ermee op te houden.