Natuurlijk was hij even druk als zij, verklaarde Fauve tegen zichzelf. Het was niet zo dat ze elkaar opzettelijk zo weinig zagen. Nee, misschien niet met opzet, maar had hij niet een beetje meer tijd voor haar kunnen vrijmaken? Kon hij dan, verdraaid, er niet een beetje meer naar verlangen haar te zien? Negen maanden geleden had die man van haar verlangd dat ze alles in haar wereld opgaf om met hem te trouwen. En nu behandelden zijn vader en moeder haar vriendelijker en voorkomender dan hij. Loop naar de maan, Eric Avigdor! Als hij dat zo graag wilde, dan moest hij zijn leven er maar mee doorbrengen achter die opperlui bij zijn huizen aan te lopen, dacht ze minachtend terwijl ze de voordeur van La Tourrello met een sleutel opende van die zware ring die haar langzamerhand even bekend en gewoon voorkwam als haar lippenstift.
Fauve liep door de salon van La Tourrello rond om te kijken of Lucette wel alle asbakjes had leeggegooid en alle wijnglazen van de tafel had weggehaald waar zij gisteren met Adrien Avigdor, Jean Perrin en enkele heren van het museum in Amsterdam op de goede afloop van het vertrek van de Cavaillon-serie had getoost. De salon zag er te keurig uit met al die opgedofte kussens en al die opgeruimde tafels. Ze had geen bloemen in huis neergezet, want ze woonde hier niet. Het zag eruit als een kantoor op zondag, een plek die niet bedoeld was om weer bewoond te worden, besloot Fauve, en liep naar de keuken waar ze ontdekte dat de restjes van de uitgebreide lunch van gisteren netjes in de koelkast stonden. Koude kip, een groot stuk paté, verschillende soorten kaas, de laatste fles witte wijn die nog bijna vol was.
Ze zette het een en ander op de keukentafel neer en besloot mórgen eens ernstig met een dieet te beginnen. Over een week, als ze in New York terug was, moest ze de vijf pond die ze was aangekomen, weer kwijt zijn. Ze zou thuis zijn vóór in de winkels op Fifth Avenue de kerstversieringen werden aangebracht, thuis voordat de feesten begonnen, thuis vóór de eerste grote show van het seizoen plaatsvond. Nee, bedacht Fauve, de versieringen waren er al; die verschenen al voor Thanksgiving, de laatste donderdag in november. Maggy had haar de laatste keer dat ze samen telefoneerden verteld dat de eerste sneeuw al een week geleden was gevallen, dus die was intussen al weer vuil van het roet; dan vielen er uit de egaal grijze Newyorkse hemel zwarte vlokken op de witte sneeuw. De plassen op de hoeken van de straat werden dan zo breed dat je er doorheen moest waden om je in een oververhitte bus te wringen, als die tenminste niet rustig je halte voorbij reed. Dan hoorde je aldoor het gejammer van sirenes, alsof de straat onophoudelijk hier of daar in brand stond. Maar er waren ook heerlijke feesten, misschien een welkomstfeest, het jaarlijkse Lunel-kerstfeest, dansen bij Doublés waarvan ze lid was, het Horowitz-concert waar Melvin kaartjes voor had - dat had hij haar geschreven. De Avedon- tentoonstelling, Bobby Short in het Café Carlyle en Baryshnikov met maanzaadbroodjes; dat alles bestond toch alleen maar in New York?
Fauve zocht naar de tomaten die Lucette gisteren had gekocht. Er waren er voldoende over om er samen met de kip een salade van te maken. Of misschien was het beter om alleen de tomaten en enkele vruchten te eten als het straks lunchtijd was. Het kon werkelijk niet dat ze een ons zwaarder op kantoor terugkwam dan ze gegaan was ... de modellen zouden onmiddellijk de kans waarnemen om haar het gebrek aan discipline te verwijten dat zij hen altijd voorhield. Al het personeel van het bureau kon zo gezellig mollig zijn als ze wilden, maar Maggy en Fauve Lunel moesten altijd net zo slank als de modellen zijn.
Fauve zat dromerig voor zich uit te kijken en dacht aan alle heerlijkheden van de Provence: de tapanade, die dikke van zwarte olijven gemaakte pasta die als boter op het brood werd gegeten; de sterren die zo dicht bij de aarde hingen dat een wandeling na het eten wel een nachtvlucht leek; het café in Félice waar ze kon gaan zitten kijken terwijl het hele dorp voorbijkwam en dan kende ze alle mensen bij hun naam; de kwaliteit van het licht, de kleur van de hemel, de kleur van de stenen ... maar vooral dat licht, dat heerlijke licht. Zuchtend blies ze haar haar voor haar ogen weg en concentreerde haar gedachten nu welbewust op La Tourrello.
Ze kon het verhuren, zoals ze eerst van plan was geweest, of het verkopen. Jean Perrin had haar verzekerd dat - wat ze ook verkoos - geen van beide problemen zou opleveren. Er was een enorm grote vraag naar land en huizen in heel Zuid-Frankrijk en het luxueus ingerichte huis van Julien Mistral zou ongetwijfeld een hoge prijs opbrengen. Het was even beroemd als uniek, met zijn uitstekend gerestaureerde bijgebouwen, het zwembad, de centrale verwarming en de verschillende goed ingerichte badkamers. Ze moest het maar meteen verkopen, bedacht Fauve plotseling. De abrikozenbomen, de wijngaarden, de aspergevelden, de olijfgaarden, al het vruchtbare land van La Tourrello lag er schandelijk verwaarloosd bij. Hoe zou ze van een huurder kunnen verwachten dat die erop toezag dat het te verrichten werk goed werd uitgevoerd? Iemand die een huis huurde zou niet bereid zijn al het vereiste werk te doen om de bezitting weer even productief te maken als vroeger. En aan de andere kant zou iemand die dit alles kocht weten dat de boerderij een geregeld en behoorlijk inkomen opleverde als hij goed onderhouden werd.