Home>>read De Dochter Van Mistral free online

De Dochter Van Mistral(239)

By:Judith Krantz






Toen ze besloot nog een paar weken in de Provence te blijven had Fauve een kamer in de Prieuré genomen; in november werd het hotel echter gesloten en zij verhuisde naar Hotel de L'Europe in Avignon.

Op een morgen, eind november, reed ze in haar gehuurde Peugeot naar Félice en nam zich voor vóór de dag voorbij was een besluit te nemen over het al dan niet behouden van La Tourrello. Na de onthulling van de Cavaillon-serie was het huis steeds vol mensen geweest. Ze was de gastvrouw van vele gasten geweest: journalisten, kunsthistorici en curatoren van musea. Maar nu was er besloten wat er met de Cavaillon-serie zou gebeuren. Gisteren was het laatste schilderij zorgvuldig ingekrat en in de gecapitonneerde vrachtauto's geladen die ze naar Amsterdam zouden brengen, waar ze een langzame reis van continent naar continent zouden beginnen, van hoofdstad naar hoofdstad, naar alle musea die om de schilderijen vroegen om zo hun feestelijke boodschap van broederschap in de wereld uit te dagen. Als zij ze in La Tourrello had gehouden zou slechts een relatief beperkt aantal mensen de kans hebben gekregen de schilderijen, anders dan in reproductie, te zien. Eens zouden deze bijzondere doeken weer bij haar terugkomen, maar voorlopig behoorde de Cavaillon-serie aan de hele mensheid.

Nu de studio leeg was, nu de voorraadkamer ook was ontruimd en alleen de familieportretten nog aanwezig waren omdat Fauve had besloten die voor zichzelf te behouden, nu kon ze eindelijk op haar gemak een redelijk oordeel vellen wat er met het huis moest gebeuren. Ze had het gevoel dat, sinds ze in oktober uit New York was vertrokken, geen enkel van haar besluiten - behalve over de toekomst van de Cavaillon-serie - weloverwogen was geweest. Ze had van de ene kant naar de andere gehold, ze was gewoon door de gebeurtenissen meegesleept, en aan het eind van elke dag was ze zo uitgeput geweest dat ze in bed was gevallen met alleen maar de afspraken voor de volgende morgen in haar gedachten. Ze had een jonge weduwe, Lucette Albion uit Lacoste, in dienst genomen, en die was elke dag gekomen om het huis schoon te houden en de lunch en koffie voor alle bezoekers te verzorgen. Vandaag waren de laatsten naar huis teruggekeerd en La Tourrello zou helemaal leeg zijn, want het was zondag en Lucette was naar een bruiloft in Bonnieux waar haar twee kindertjes bruidsjonkers zouden zijn.





De laatste dagen had de mistral gewaaid en Fauve was warm ingepakt in een geruit jasje over een loden broek, en een crème Ierse trui aan, gebreid in kabelsteek, maar die morgen was de wind in de Lubéron even grillig gaan liggen als die enkele dagen eerder was opgestoken. De meer dan heldere lucht was weer zachtblauw, en zachte wolkenflarden hingen hier en daar als linten naar beneden en vormden een feestelijke versiering van de hemel. Het enige teken van winter was de kaalheid van de velden. De kleine bosjes cipressen die daar stonden om de wind enigszins tegen te houden, waren groen en stonden er als stramme schildwachten bij; de bladeren van de olijfbomen leken zozeer op een zilveren stroom dat Fauve bijna verwachtte er visjes in te zien zwemmen. Al rijdende hoorde ze het geluid van geweerschoten in de bergen waar de boeren voor hun voedselvoorziening naar vogels op jacht waren. Ze hoorde vrolijk gelach van kinderen bij hun zondagse spelletjes, even vrij van hun eeuwige huiswerk, en bij de ingang van menige mas stonden tafels waarop rijp fruit te koop was. Fauve stopte bij een ervan en kocht een peer en een appel voor haar lunch.

Ze werd dik ... nou ja, een beetje dan, dacht ze terwijl ze door Les Baumettes reed. Iedereen die ze ontmoet had, was zo gastvrij dat ze vaak uitvoerige maaltijden had gedeeld met Jean en Félice Perrin, of met dokter Lucien Daniël en zijn vrouw, Céline, of met een van de andere nieuwe vrienden die ze in Avignon, Apt en Bonnieux had gemaakt. In Félice at ze vaak met Pomme en Épinette die beiden nog even scherp en oneerbiedig waren als vroeger, ondanks hun waardigheid als getrouwde vrouwen. En natuurlijk zag ze Adrien en Beth Avigdor geregeld.

Eric had ze niet zo vaak ontmoet, bedacht ze, en tegen beter weten in voelde ze dat hij meer naar haar toe had moeten komen. Maar hij had twee belangrijke nieuwe huizen in aanbouw en die lagen beide aan de andere kant van de Lubéron, in Les Baux. De weg van daar naar Avignon was lang en ingewikkeld en leidde via allerlei kleine landweggetjes, want de Autoroute deed Les Baux niet aan. Eric had voor een paar Zweedse industriëlen grote vakantiehuizen ontworpen en hij moest een groot deel van de bouw zelf controleren, want de geschoolde vaklieden van de Provence waren niet minder eigenzinnig geworden nu de vraag naar hun werk was toegenomen. Dit deel van Frankrijk was een paradijs voor steenhouwers en metselaars. Ze konden zelf kiezen waar ze wilden werken. Eric wilde die huizen volgend voorjaar voor hun eigenaren voltooid hebben, al moest hij ervoor in Les Baux blijven om ze centimeter voor centimeter te zien groeien.