Home>>read De Dochter Van Mistral free online

De Dochter Van Mistral(21)

By:Judith Krantz


'Die stoel valt zo in elkaar.'

'Waar moet ik dan zitten? Op de grond?'

'Buiten in de tuin staat een tafeltje. Ik vind dat we daar maar moeten eten.'

'Maar heb je ook stoeltjes in de tuin ?' vroeg ze en er klonk een lach in haar stem.

'Ja, al wil je het misschien niet geloven.'

'Nou, in dat geval: Wie zou zo'n prachtige omgeving kunnen weerstaan?' Maggy volgde Mistral naar buiten waar uit hun krachten gegroeide seringen met de witte bloesem net op z'n mooist, vaag opglanzend boven een tafeltje van wit geverfd hout hingen. Op het ongemaaide gras stonden twee Weense stoeltjes met als harten gevormde ruggen en gestreept katoenen kussens op de houten zitting. Mistral stak een kaars in een korte, gedraaid koperen kandelaar aan terwijl Maggy zich over het schaaltje boog en de worst inspecteerde.

'Kom, neem maar een plakje,' drong hij aan.

'Hij lijkt me, hoe zal ik het zeggen, enigszins bejaard.'

'Eet het dan maar liever niet,' zei hij haastig en zette het schaaltje op het gras. 'De kaas is waarschijnlijk veiliger. Heb je echt honger? Ik kan wel wat gaan halen; er is hier vlakbij een charcuterie die laat open blijft...'

'Nee, nee, ik plaagde je maar wat. Maar heb jij al gegeten?'

'O!'

'Wat is er?'

'Ik herinner me net waar ik gegeten heb.'

'En?'

'Ik was daar met een vrouw, een rijke Amerikaanse kunstverzamelaarster, amateur, die me naar dat surrealistische gekkenhuis meenam.'

'In dat geval heeft ze ernstige redenen tot klachten.' Maggy hief haar wijnglas op, boog zich plechtig voorover en maakte een gebaar dat Mistral zijn glas naar haar zou opheffen. 'Op de dame, laten we drinken op de dame die de avond met Monsieur Mistral is begonnen. Wie weet met wie ze hem zal eindigen? Ik wens haar veel geluk.'

'Veel geluk,' zei Mistral en raakte haar glas met het zijne aan. Terwijl hij een teug nam verdwenen alle gedachten aan Kate Browning uit zijn geheugen. Niets bestond er meer buiten deze stille, schemerige hoek van een geurig tuintje, deze ruimte die door een droom was opgeroepen en nu buiten de werkelijke wereld bestond, een plaats waar Maggy's stem, uitdagend, laag en zo klaar als stromend water, hem van zijn vroegere leven afsneed; een plaats waarin zijn bekende stukje tuin herschapen leek, even geheimzinnig en verborgen alsof het een stukje grond in een regenwoud was.

Hij voelde hoe zijn wil, zijn betrouwbare hardnekkige wil hem ontglipte alsof het een zwaar kledingstuk was dat hij te lang had gedragen. Hij voelde zich tien jaar jonger, hij was zich weer bewust van de warme aanraking van de aprillucht en van het bedwelmend gefluister van het hoge gras, de zoete lucht van de seringen en de scherpe smaak van de wijn. Maggy was een heerlijke schok. Hij was er niet op bedacht geweest. Hij had haar niet verwacht. Wat deed ze hier? Hij nam nog een slok en de vraag leek opgelost, niet in de wijn, want hij had niet veel gedronken, maar door het feit dat hij haar daar zag zitten.

Zonder enig licht dan die enkele kaars leek ze de nacht te verlichten. Haar huid weerkaatste de maan als ze zich bewoog. De vlam van de kaars riep een vonk in het groen van haar ogen op, een vonk die zo levend was dat hij de aprilmaan, tussen de bomen verscholen, onbeduidend en ver weg schoof. Het geluid van haar stem maakte verward opstandige gevoelens in hem wakker; waartegen die opstand was gericht, zou hij niet hebben kunnen zeggen.

Bijna tegen zijn wil in, alsof hij aan een bevel gehoor gaf, leverde hij zich aan een onbekend maar onweerstaanbaar gevoel uit. Hij wierp zich op het gras en nam Maggy's blote voeten in zijn handen en wreef ze zachtjes.

'Arme voetjes, ze zijn zo koud,' mompelde hij.

Ze gaf geen antwoord. De aanraking van zijn handen, groot, lenig, krachtig, de warmte van zijn enigszins ruwe huid, - dat alles maakte dat ze rilde van een emotie die ze niet begreep. Ze gooide haar hoofd achterover en het leek haar dat de sterren daarboven zachtjes neurieden.

Nu waren zijn lippen op de zolen van haar voeten, zoekend, vragend, ze raakten haar huid nauwelijks aan. Ze hield haar adem in en durfde zich niet te bewegen. Ze was onder de bekoring van gevoelens die vanuit haar voeten naar haar haarwortels stroomden, felle dringende gevoelens die een vreemde taal voor haar waren, die ze voor het eerst gewaar werd en op een geheimzinnige wijze toch begreep. Ze beet op haar lippen toen zijn tong de bovenkant van haar voet aanraakte, die afzocht, onderzocht, en elke seconde wat verder ging. Ze kreunde luid toen ze voelde hoe zijn tanden langs haar hiel streken en ze trachtte zwakjes haar voeten buiten zijn bereik te brengen, maar hij verstevigde slechts zijn greep. Ze voelde hoe haar knieën onder de Japanse zijde vaneen weken toen zijn tong langs de kuit van haar ene been omhoog ging, en daarna langs het andere waardoor hij dat zachte, eigen plekje achter haar knieën vond.

'Houd op. Toe, alsjeblieft,' hijgde ze.

Mistral stond op, een enorm grote figuur in het donker, en hij nam haar in zijn armen. Hij keek haar met een blik vol concentratie aan.