'Maar Eric!' Fauve ging lachend rechtop zitten, plagend ... haar kleine, tere tepels werden half door een sluier van haar bedekt. 'Dat is net een verhaal van een paar kinderen die elkaar in het bos onder de herfstbladeren bedelven. We waren nog maar kinderen, en kinderen trouwen niet en gaan dan in een hutje op de hei wonen. Je hebt dat toch niet echt gedacht?'
Hij keek de andere kant op en gaf geen antwoord.
'Ik had toen helemaal niet met je kunnen trouwen,' ging Fauve door. 'Ik wist nog niets, ik had absoluut geen ervaring, ik had nog niet geleerd wat het betekent om je brood te verdienen, een onderneming te leiden ... Alleen maar een kinderlijk bruidje zijn had mij nooit genoeg voldoening kunnen schenken. Je maakte maar een grapje, hè?' zei ze plagend, maar haar stem hield toch een vraag in.
Met zijn vinger trok Eric de hoge, ronde appellijn van haar jukbeenderen na die verscheen als ze glimlachte... haar pommettes, die lieve ronding die hij zich altijd had herinnerd. Er viel een stilte tussen hen, een onzekere, afwachtende stilte als bij een publiek tussen het einde van het ene deel van een pianosonate en het begin van het volgende deel; een gespannen stilte omdat iedereen weet dat iemand die de muziek niet kent kan denken dat het stuk voorbij is en op de verkeerde tijd kan beginnen te klappen.
'Natuurlijk maakte ik een grapje,' antwoordde hij eindelijk. 'Militairen hebben vaak in het holst van de nacht de wildste fantasieën en dat was nog mijn minst erge. Ik had te veel gezond verstand en jij ook ... toen al.'
'O, lieveling, soms zou ik willen dat ik minder gezond verstand had. Ik krijg er zo genoeg van altijd met mijn neus op de werkelijkheid te worden gedrukt. Heb je ooit die boeken gelezen van schrijvers die blijven beweren dat je je leven moet leven alsof elke dag de laatste kan zijn? Ik geloof dat zij gewoon een stel sadisten zijn die algehele ontevredenheid propageren.'
'Ik vraag me af hoe de wereld er zou uitzien als iedereen inderdaad leefde alsof er geen morgen bestond?' merkte Eric op.
'Ik kan natuurlijk niet zeggen wat andere mensen zouden doen, maar als er geen morgen bestond wist ik wel wat ik zou doen.'
'Wat dan?' vroeg Eric.
'Dat zal ik je laten zien,' zei ze en gleed weer weg in het matrasdal waar ze zijn sterke schouders tussen haar slanke armen gevangen hield. Ze boog haar hoofd zodat haar lippen op de warme huid tussen zijn sleutelbeenderen terecht kwamen waar een ader duidelijk voelbaar klopte. 'Ik zal het je precies tonen... ik zal niets weglaten...'
Buiten ging de zon langzaam onder, maar Fauve noch Eric merkten het. Pas toen er een licht werd aangestoken achter een raam in een kamer aan de overkant van de binnenplaats van Erics hotel ging Fauve met een schok overeind zitten. 'O, God, hoe laat is het?'
Eric greep naar het nachtkastje en keek op zijn horloge. 'Ongeveer tien minuten voor zes.'
'Nee, o, nee.' Ze sprong het bed uit, holde naar de badkamer, draaide het licht aan en bekeek zich in de spiegel. Ze zag er rozig, slordig en enigszins versuft uit. 'O, nee! Ze hoeven me maar aan te kijken om te weten waar en hoe ik mijn middag heb doorgebracht,' riep ze in paniek uit. 'Ik moet gauw een douche nemen, wat make-up aanbrengen en iets aan mijn haar doen en zelfs dan raden ze het vermoedelijk nog. Eric, om hoe laat wordt het Vaticaan gesloten? Heb je daar enig idee van? O, ik weet niet waar ik mee moet beginnen! Wat een toestand!'
'Wacht eens even, schat. Laat je niet zo gaan; we moeten even nadenken.'
'Nadenken? Wie heeft er tijd om te denken? Ik moet alleen maar zien dat ik zo gauw mogelijk in het Grand Hotel terug ben en bidden dat ze op me wachten. Wat moet ik doen als ze er niet zijn?' Fauve holde spiernaakt door de badkamer heen en probeerde de vreemde douche te regelen. Ze zocht helemaal in de war en zonder resultaat naar een haarborsteltje in haar tas, gooide koud water op haar brandende gezicht, liep rond, helemaal van streek omdat ze de tijd tussen haar vingers had laten doorglippen.
'Lieveling, je bent aan het hyperventileren. En je bevriest zo; je hebt gewoon kippenvel.' Eric sloeg een deken om haar heen, tilde haar op en droeg haar terug naar bed ondanks dat ze schopte en protesteerde. 'Bedaar nu eens en laat mij opbellen. Zei je Grand Hotel?' Hij sprak in rap Italiaans met de telefooncentrale van het hotel.
'Maar wat moet ik in 's hemelsnaam zeggen? Hang in godsnaam op. Ik moet eerst nadenken.' Ze probeerde de telefoon uit zijn hand los te maken, maar hij hield haar met één arm tegen.
'La signorina Ivy Columbo, per favore,' zei hij.
'Nee! Niet Ivy. Dat is de slimste van allemaal. Vraag... vraag naar Bambi Twee.'
Eric nam geen notitie van haar. 'Hallo, juffrouw Columbo? Met Eric Avigdor, ja... hoe was het Vaticaan? Inspirerend? Dat dacht ik wel. Fauve? Die rust hier op een bank en vroeg me u op te bellen en te informeren hoe het ermee was. Nee, ze voelt zich prima, alleen wat van streek. Een combinatie van claustrofobie... ja, ze kan niet tegen afgesloten ruimtes en we zijn vanmiddag in de Catacomben geweest... en dan natuurlijk dat tijdsverschil na de vliegreis. De Catacomben van St. Callisto, helemaal buiten Rome aan de Via Appia Antica. Nooit van gehoord? O, het is kilometers ver weg. Het is allemaal mijn schuld, want ik kwam met dat idee aanzetten. Ik was vergeten hoe donker en nauw ze zijn en als je eenmaal binnen bent moet je bij de gids blijven, anders verdwaal je en zelf kan je nooit de weg naar buiten terugvinden... die tocht erdoorheen gaat maar door... maar als je in de martelaren van het vroegere christendom bent geïnteresseerd ... O, wist u niet dat Fauve daar belangstelling voor had? Nee, het is ook eigenlijk meer een van mijn hobby's. Tja, het was wel wat egoïstisch van me. Maar waar het om gaat: mijn auto blijkt na die tocht niet helemaal in orde, het is nu juist het drukste uur in het verkeer en de bediende hier in het benzinestation wil de zaak sluiten. Ja, daar bel ik vandaan en ik weet dus niet wanneer en hoe laat we in Rome terug zijn. Heel laat, vrees ik. Ik heb geen idee wanneer. Ze maakt zich er nog al druk over dat ze u allemaal in de steek heeft gelaten ... O, is dat niet erg? U neemt allemaal een maaltijd op de kamer en gaat vroeg naar bed? Een uitstekend idee, het beste dat u kunt doen. U bent allemaal doodmoe? Ja, waarom hangt u geen bordje "Niet storen" op de deur als u met het diner klaar bent. En ik zal tegen Fauve zeggen dat ze zich niet bezorgd hoeft te maken.'