Hij had altijd in zulke grote voorraden ingekocht dat hij Lucien Lefèbvre, de eigenaar van Lefèbvre-Foinet, de groothandel voor schildersbenodigdheden in de rue Bréa, had kunnen overhalen hem enige korting te verlenen. Er bestonden natuurlijk ook goedkopere soorten verf, maar alleen Lefèbvre maalde de zijne met de hand en vermengde ze met papaverolie in plaats van met de gebruikelijke lijnzaadolie zodat zijn verf naar honing rook. Mistral was ervan overtuigd dat ze daardoor ook een warmere tint hadden dan andere verfsoorten. Maar zelfs met de korting was hij de handelaar nu een groot bedrag schuldig. Moest hij nu minder gaan schilderen? Onmogelijk!
Beperkingen, economie, zuinig omgaan met zijn middelen, niet boven zijn inkomen leven - al die deugden wilde Mistral wel in zijn dagelijkse leven toepassen en hij dronk in de cafés alleen goedkope rode wijn, terwijl hij bijna niets aan huur en voedsel besteedde. Vrouwen kreeg hij zonder er geld voor uit te geven, bedacht hij toen hij op het punt stond zijn woning te verlaten op de avond van het surrealistische gekostumeerde bal waarvoor hij door een rijke, jonge Amerikaanse, Kate Browning, was uitgenodigd. Ja, vrouwen kwamen in zijn leven veelvuldig voor, maar hij had er nog nooit een centime voor hoeven uit te geven.
Mistral rekte zich uit en stootte zijn hoofd bijna tegen het plafond van zijn slaapkamer. Hij vond het niet nodig zich te scheren of zijn verwarde rode krullen te borstelen; zijn enige concessie aan kostumeren was een ouderwetse zwarte hoed met een brede rand die hij in een tweedehandskleren winkel had opgediept. Hij was niet van plan zich voor de surrealisten enige moeite te getroosten. In zijn ogen was hun definitie van schoonheid, 'de toevallige samenkomst van een naaimachine en een paraplu op een ontleedtafel', een gruwel.
Hij verafschuwde alle 'ismes' en tot die groep hoorden voor hem alle politieke partijen, alle godsdiensten en iedereen die in een duidelijk omschreven moreel systeem geloofde. Kunst had niets te maken met woorden als moraliteit en immoraliteit, die stond daarboven, boven elke definitie van schoonheid. Hij vroeg zich vaak af waarom de mensen zich druk maakten over ideeën in plaats van over de schilderkunst.
Maar hij was wel bereid enige tijd vrijaf te nemen voor het bal. Kate Browning zou misschien al gauw weer een schilderij van hem kopen, dacht hij, en God wist dat hij het geld gebruiken kon. Ze was op haar eigen strenge, goedverzorgde, bijna ascetisch lieve, blonde en zo duidelijk Amerikaanse manier niet onaantrekkelijk. De laatste maanden had hij haar twee kleine doeken verkocht hetgeen haar voor hem zelfs nog veel aantrekkelijker maakte dan ze verdiende; hij hield van minder strenge types.
In elk geval kon hij niet bezuinigen op materiaal, en dat wilde hij ook niet. Mistral verliet snel zijn huis, rolde de rekening van Lefèbvre-Foinet tot een balletje op en gooide dat in de tuin van de buren. Er bestond geen schilder die zo ernstig was of zo druk dat hij niet naar gekostumeerde bals ging, en dat gold ook voor Julien Mistral.
Waren er in 1926 meer gekostumeerde bals dan in 1925? Of zouden er in 1927 nóg meer zijn? Dat kon tijdens die feestelijke jaren niemand met zekerheid zeggen, en niemand hield dat ook bij. Er was elke week een ander bal dat door een verschillende groep werd georganiseerd. In deze tweede week van april 1926 hadden de Russische artiesten al hun Bal Banal gegeven, en de internationale homoseksuelen hadden hun Bal des Lopes gehouden, in Toverstad. Toen de surrealisten een Bal Sans Raison d'Etre gaven om niets en alles tegelijk te vieren was iedereen het erover eens dat ze het niet mochten missen.
Nog maar een jaar daarvoor hadden de surrealisten een groot schandaal veroorzaakt door een banket dat ze in de Closerie des Lilas hadden gegeven; het was geëindigd met een lynchpoging die nog juist door de politie verhinderd had kunnen worden. Ze waren verwoede vrijdenkers en verzetten zich heftig tegen de regering, de militairen, de kerk en dan ook maar tegen de zakenwereld en genoten van hun bijnaam van 'De Terreur van de Boulevard Montparnasse'. Toen twee van hen, Miró en Max Ernst, de décors voor het Russische ballet van Diaghilev vervaardigden, verstoorden tientallen surrealisten de voorstelling door op trompetten te blazen, redes te houden en toeschouwers aan te vallen.
Niemand die enige aanspraak op een positie in de wereld van de schilderkunst, van de letteren of de mode maakte kon, gezien de opwindende reputatie van de surrealisten, die avond toch thuisblijven?
'Surrealist of niet,' had Paula een week daarvoor aangekondigd, 'ik ga in hetgeen me het best staat, net als altijd.'
'Alweer als Pompadour? Niet nog een keer!' jammerde Maggy. 'Dat is onmogelijk. Daar ben ik op uitgekeken en dat zou jij ook moeten zijn.'
'Er is maar één reden om naar een gekostumeerd bal te gaan,' zei Paula sereen. 'Je gaat erheen om een deel van je lichaam te tonen dat je normaal, omdat je in deze maatschappij leeft, niet in je dagelijkse kleren kunt onthullen. Ik probeer niet om slim te doen. Dat laat ik over aan diegenen die niets bijzonders te onthullen hebben, die niet zulke prachtige blanke schouders hebben als ik, of zo'n verrukkelijk stel borsten, of een middel dat nog zo slank als het mijne is. Maar voor de verandering ga ik nu als du Barry; weer eens iets anders dan de Pompadour, hè?'